Espita.

28 oktober 2023.

Jetlag.

Zoals verwacht speelt de zeven uur jetlag ons vannacht parten: korte slaapjes, veel wakker worden en om 6 uur ‘s ochtends al klaar wakker. Dat belooft want vandaag passeren we nog een keer een tijdsgrens van één uur tussen de staat Quintana Roo en de staat Yucatán. We houden het op de hotelkamer uit tot 7 uur; dan is het meer dan tijd voor ontbijt.

Een uurtje later rijden we de weg op, bestemming Espita, 200 km naar het westen. Betty beslist dat we NIET de vermoedelijk betere tolwegen nemen maar wel de “180”, de gewone (of oude?) weg van Cancún richting Merida, want “dan zie je meer”!

En dat is juist. De weg loopt door het oerwoud, is meestal goed op een paar putten na, geasfalteerd en meestal eindeloos kaarsrecht. Voortdurend rijden we tussen twee ondoordringbare, groene muren, hier en daar onderbroken door een “Rancho”, boerderij. Of door een dorpje waar we onze ogen uitkijken. Behalve “winkeltjes”, eigenlijk meer barakken van hout en golfplaten, passeren we af en toe een pittoresk kerkje; moeten we uitkijken voor straathonden (die staren je altijd triest-onderdanig aan) en … vooral voor Topes!

Topes.

Topes zijn verkeersdrempels, verkeersremmers of beter verkeer-totaal-tot stilstand-brengers. De lengte, breedte en grootte van deze drempels varieert van 10 tot 50 cm (eigen schatting). Ze worden aangegeven door verkeersborden, (er zijn minstens drie verschillende borden), soms door rechtop staande autobanden, heel dikwijls gewoon niet aangeduid. Meestal vind je ze bij het binnen en buiten rijden van dorpjes, of aan schooltjes, of bij kruispunten. Maximum snelheid om er over te rijden: 10 km per uur. We doen meer dan 3 uur over goed 200 km. Maar hey: dat is “slow travel”! Bovendien stoppen we ook nog een keer voor een politiecontrole. Maar geen erg: we worden gewoon verder gezwaaid. In de andere rijrichting wordt een persoon wel gefouilleerd door zwaar bewapende agenten.

Cabalgata.

Rond de middag – tja, van welke tijdzone? – rijden we Espita binnen. Op het centrale plein verzamelen Ranchero’s – mannen en vrouwen te paard – voor een cabalgata: een feestelijke ruiter-optocht ter ere van één of andere heilige, San José? Het enige verplichte attribuut van zo’n Ranchero lijkt een Stetson-hoed te zijn. De hele namiddag weerklinken voetzoekers in de straten. Maar wij zoeken onze verblijfplaats voor de volgende vijf nachten: Casona los Cedros in straat 26, nummer 199, dat is midden in Espita.

Casona los Cedros.

Een Casona is een oud Mexicaans herenhuis. Dat was Casona los Cedros lange tijd: eigendom van een rijke familie uit Espita. Daarna is het een populaire cantina (Mexicaans café) geworden om ten slotte, vóór de huidige bestemming, een dertigtal jaren leeg te staan. Oude en nieuwe architectuur nu in symbiose. Rustig is het in elk geval.

Jetlag noopt ons tot het inlassen van een rustpauze na de late lunch. Tijd om bij te bloggen of … bij te slapen. Maar in Espita gaat de zon nu onder om 17U30. En dus wandelen we om 16:00 uur naar het stadscentrum (niet ver 🙂).

Espita.

Een “Pueblo Magico ”, een magisch dorp. Dat is Espita officieel (Departement Toerisme van Mexico) sinds juni van dit jaar. Een Pueblo Magico zit vol symboliek en legenden; heeft historische hoeken en kanten en er heerst een magische sfeer. Althans zo luidt de officiële definitie ervan. Inderdaad, Espita stelt niet teleur met:

statige historische gebouwen zoals het Palacio Municipal of de Casa de la Cultura;

oude kleurrijke casona’s;

de Iglesia San José die er eerder als een versterkte burcht dan een kerk uitziet;

de ontelbare “tricitaxi’s”: motors waarvan het voorste wiel is weg genomen en in de plaats een passagiersbak op twee wielen is aangelast (lekker veilig voor de chauffeur bij frontale botsing: passagiers vangen de klap op); een ecologischer maar trager vervoermiddel is de fiets-tricitaxi;

een groot centraal plein met een gezellig parkje;

oude Maya-huisjes.

Maar vooral – hoe het komt weet ik niet – maar iedereen op straat lacht ons toe en de “Buenas Tardes” zijn niet van de lucht. Over magische sfeer gesproken.

Nu nog dineren in “ons” herenhuis en daarna kunnen we onze jetlag trachten weg te slapen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.