Watervogels en krokodillen in Rio Lagartos.

29 oktober 2023.

Espita.

6u30. Vannacht de hele tijd muziek en feestgedruis gehoord. Tot 4 uur ‘s morgens. Nu begrijpen we waarom er oordopjes in onze hotelkamer liggen. Nee, mijn jetlag is nog niet weg. Eens proberen om die weg te joggen. Zo vroeg is de temperatuur “maar” 21° C.

Er zijn al verbazend veel mensen op de been. Tientallen driewieler moto-taxi’s brengen vrouwen in traditionele witte kledij naar het centrum van Espita, naar … de vroegmis van 7 uur! De kerk van San José zit niet bomvol maar is toch redelijk gevuld. Een paar mannen reppen zich vijf minuten te laat binnen.

Ik jog verder, laat mij leiden door de geur van vers gebakken tortilla’s en ontdek meerdere artisanale “molino y tortilleria” in volle bedrijvigheid. Overigens kan je in Espita moeilijk verloren lopen: het stadsplan is dambord-structuur en alle straten zijn genummerd, even nummers voor de noord-zuid straten, oneven voor de dwarsstraten. Een paar straathonden lopen met me mee; een steen oprapen doet ze achterblijven.

Rio Lagartos.

Na het ontbijt – fruit, zoete broodjes met honing en platte kaas, twee eieren verzopen in een saus van rode bonen – rijden we noordwaarts, naar de zee: naar Rio Lagartos. Opnieuw langs kaarsrechte wegen tussen muren van groen. Soms lijkt het wel alsof we door kleine groene tunnels rijden. Weinig dorpjes onderweg, dus ook weinig topes, oef!

Bij het binnenrijden van Rio Lagartos worden we bij een tope tegen gehouden en aangesproken door ene Emilio die beweert een “capitán” te zijn en ons een boot-tour wil aansmeren. We zien wel. Aan de malecón (strandboulevard) blijken er nog meer van die capitáns te zijn, letterlijk tientallen die elk een trip naar de flamingo’s en cocodrilo’s (krokodillen) willen verkopen. Er is net een buslading toeristen gedeponeerd … vandaar. We slaan alle aanbiedingen af. “No veras nada”, zegt er één: “Jullie zullen niets zien”.

Overigens is het zicht over de lagune (de Ría Lagartos, niet Rio zoals de naam van het dorpje) met zijn vele vissers- en andere bootjes en de lagune best pittoresk. We wandelen voorbij de grootste drukte en … spotten in de verte een twintigtal lichtroze flamingo’s, goed te zien met verrekijker. Boven onze hoofden zweven een vijftal fregatvogels. We zien pelikanen, aalscholvers en allerlei soorten steltlopers. Bootjes met toeristen overbruggen de helft van de afstand tussen ons en de flamingo’s. Zien ze meer dan wij met onze verrekijker?

Sendero Petén Mac.

Ook met verrekijker hebben we zowat een kilometer meer naar het oosten nog een paar gebouwen en een aanlegsteiger gespot. Even gaan kijken: er liggen inderdaad een paar oude aanlegsteigers en enkele bootjes; een strandje, restaurant Chiquila, een immense zanderige parking omringd door mangrovebos en een grote soort zwemvijver (blijkt de cenote Chiquila te zijn). In een verre uithoek van de parking begint een vlonder wandelpad doorheen het mangrovebos: de Sendero Petén Mac. Heerlijk koel in het bos en zo wonderlijk tussen en boven de wortels van de mangrove bomen te wandelen. De sendero eindigt bij een grote poel of vijver met … een paar krokodillen en bij nader toezien, tientallen kleine krokodilletjes naast vele visjes, een enkele met wonderlijke fluo-ogen. Wat een zalige plek!

Cocodrilo.

Terug naarhet strandje en de cenote voor een eigenaardig schouwspel. Een Franse familie, van kop tot teen ingesmeerd met het witte, modderige zand stapt het blauwgroene water van de Cenote in. Een vrouw langs de kant beweert dat er krokodillen in het water zitten! Kunnen we dat in het Frans uitleggen? Ja, dat kan maar eerst even aan een oude Maya bij de vijver vragen of het wel juist is. Jawel, ‘t is juist maar de krokodillen laten de mensen met rust … zegt hij. Toch maar aan de Fransen uitleggen die … me niet geloven en ongestoord verder plonzen. De oude Maya is hun gids, een “blagueur’, grappenmaker. Tja … wij gaan een stukje eten in restaurant Chilquila. Het restaurant is niet meer dan een grote open ruimte – geen muren – met strooien dak. De visfilet “a la plancha” met rijst en tortilla’s van omgerekend 8 € is eenvoudig en smaakt heerlijk! Twee kolibries fladderen rond. Een jongetje gooit broodkruimels naar enkele leguanen.

Toch nog even naar de cenote gaan kijken waar een nieuw wit-ingesmeerd viertal aan ‘t zwemmen is. Hun gids staat er op te kijken. Ik vraag hem al lachend “No cocodrilos?” Maar hij lacht niet en troont me een tiental meter verder mee langs de struiken. Het water van de cenote stroomt hier in zee en … daar ligt een kanjer van een krokodil! Zou het waar zijn dat ze mensen met rust laat?

Las Coloradas.

Twintig kilometer meer naar het oosten ligt Las Coloradas, een minuscuul dorpje dat bestaat bij de gratie van de zoutwinning. De weg er naartoe is slecht: gedeeltelijk geasfalteerd en op bepaalde stukken vol diepe gaten. Net voor het dorp liggen reusachtige grijs-witte zoutbergen van een privé zoutbedrijf. Verboden toegang. Verderop zie je de roze gekleurde zoutmeren. Tegen betaling kan je op een uitkijktoren en mag je een eindje de “salinas” inwandelen. Maar we hebben er al betere gezien in Sicilië. Dit ontgoochelt.

De strandlijn van Las Coloradas is wel interessant. Tientallen vissersbootjes liggen aan de vloedlijn. Daarachter Mexicanen die hun zondag al etend en drinkend en luierend (hangmatten!) op het strand doorbrengen. Geen toeristen te zien.

Nu rustig terug naar Casona los Cedros, na een dag vol nieuwe indrukken.

Tradicional Cochinita Pibil.

Betty ontdekt op internet hotel-restaurant Casa Kacaya. Perfect voor “la cena”, het avondeten. We blijken de enige klanten te zijn maar geen probleem: de maître d’O vertelt honderduit over Espita, Yucatán, Mexico. Hij bevestigt: Mexicanen feesten altijd. De feria in het dorp gaat nog wel een weekje door. Maar de echte feesten komen pas in December. “Tradicional Cochinita Pibil” is een typisch Maya-gerecht uit Yucatán. Een speenvarkentje laat je marineren in een salsa van annatto – een rode kleurstof van een Zuid-Amerikaanse boom – bitter sinaasappelsap en look. Dan wikkel je het in bananenblaren en gaar je het heel traag. Ten slotte in stukjes scheuren en opdienen met ui, sjalot, gegrilde groenten en de onvermijdelijke tortilla’s. Heerlijk, maar wel (te) veel. Oorspronkelijk gaarden de Maya’s het varkentje in een put in de grond, de “Pibil”.

Espita by night.

Nog is Betty niet uitgeteld. Zij stelt voor om nog “even” naar de “Parque Melchor Ocampo” te wandelen, het centrale plein van Espita. Mij moet je dat geen twee keer zeggen.

‘t Feest is hier in volle gang: een 10-koppige band met voornamelijk trompet, sax en trombone speelt Yucatán Jarana muziek; dansers in traditionele kledij gaan er enthousiast tegenaan; toeschouwers staan twee rijen dik maar voor ons geen probleem: we steken kop en schouders uit boven de kleine Maya’s (waardoor we opvallen en zelf veel bekijks hebben). Nog naar één liedje luisteren en dans kijken, dan naar bed … nee nog eentje … nog een allerlaatste … oh, ze spelen Cielito Lindo …

P.S. De eerste zondagsmis in Espita is om 6 uur; die van 7 uur is al de tweede mis van de dag.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.