Off the beaten track: San Felipe, Yucatán.

1 November 2032.

Chichen Itzá.

Chichén Itzá prijst zich aan als één van de zeven “moderne” wereldwonderen! Desondanks … na veel internet-gesurf beslissen we om de site letterlijk en figuurlijk links te laten liggen! Want:

• toeristenval met honderden kraampjes en verkopers;

• druk: tot 3.000 bezoekers per dag; een gids vertelde ons dat je er ten laatste bij opening om 8 uur moet zijn anders is het echt veel te druk;

• duur: 32 € per persoon, 60 € per persoon voor een op voorhand te boeken en te betalen “skip the line ticket” om niet aan de kassa bij de ingang te moeten aanschuiven;

• er zijn mooiere, grotere en niet-drukke sites, sommige zelfs met hogere piramides dan de tempel van Kukulcán (“El Castillo”) in Chichén Itzá;

• overigens is niet Chichén Itzá maar alleen de tempel van Kukulcán een zogezegd “wereldwonder”. De reisblog Flitter Fever legt het allemaal prefect uit.

Wat doen we dan wel? Terug naar de kust: San Felipe aan de Golf van Mexico, een uurtje rijden van Espita.

San Felipe.

Dit is echt “off the beaten track”. In tegenstelling tot in Rio Lagartos worden we al niet aan de ingang van het dorpje gestopt door verkopers van boottochtjes. Onmiddellijk vallen de kleurrijke houten huisjes op. Op de strandboulevard (malécon) geen toeristen te zien, alleen “locals” en een paar geparkeerde auto’s. Er staat een stevige zwoele wind. Vele tientallen vissersbootjes deinen op en neer. Aan de overkant van de Ría Lagartos-lagune zien we opnieuw flamingo’s (met verrekijker), en langs de malécon allerlei soorten steltlopers, pelikanen en fregatvogels. We wandelen tot het uiterste westerse puntje van San Felipe en … ontdekken daar een vlonderpad op de rand van mangrove en zee.

Mangrove.

Het pad ziet er “redelijk” uit, dat wil zeggen: hier en daar een plank los en af en toe één of twee ontbrekende planken, sommige schots en scheef, maar toch alles bijeen stevig. We zijn op de “Sendero Punta Morena” beland. Na een paar tientallen meters slingert het pad zich de mangrove in. Betoverende ervaring, te meer daar we plots een soort wasbeer met ringstaart spotten en – van dichtbij – allerlei water- en wadvogels. Midden in het mangrove-slijk verzamelen twee mannen slakken … Het pad eindigt in een andere wijk van San Felipe, maar met plezier maken wij rechtsomkeer, nog een keer door de mangrove.

Malécon.

Een vissersbootje gaat een paar tientallen meter voor de malécon-kade voor anker. De vissers beginnen allerlei visafval overboord te gooien en dan ontvouwt zich een spektakel: tientallen meeuwen, tientallen fregatvogels en een klein aantal pelikanen storten zich op wat er overboord gaat.

Nog wat rond kuieren in oostelijke richting op de Malécon. De hele tijd geen enkele toerist gezien! Dan is het nu het moment voor “filete a la plancha” in vis-restaurant Vaselina.

We keren terug naar Espita via Tizimin. Niet zo interessante plek: uiteraard een versterkte-burcht-kerk en een botanische tuin met annex dierentuin. Maar dit is wel interessant: net voor Tizimin wandelt een armadillo, gordeldier, rustig over de verlaten weg. Stoppen, kijken, foto? Nee, hij (of zij?) verdwijnt in het struikgewas.

Terug in Casona los Cedros: vandaag zo’n 150 km gereden en 64 topes (verkeersdrempels) “ontmoet”!

Om in de sfeer te blijven eet Betty vanavond sashimi van barracuda van San Felipe. 😋

Speciale kerken, choco en regen: naar Valladolid.

31 oktober 2023.

De kortste weg is zelden de interessantste. We rijden via een omweg langs Dzitás en Uayma naar Valladolid en hebben de baan zo goed als voor ons alleen. Zoals gewoonlijk: kaarsrecht, tussen groene muren en tunnels, opgepast voor topes!

Dzitás.

Dzitás ligt ver van de gebaande paden, zeer landelijk. Hier komt geen toerist, behalve een verdwaalde en wij. Natuurlijk wordt Hanal Pixán, de “día de muertos” hier ook gevierd. Altaartjes op het centrale plein, toeloop van mensen in traditionele klederdracht, kinderen krijgen drankjes. En dat alles voor een dorpskerk als een versterkte burcht.

Uayma.

Uayma is van een ander kaliber: al veel stedelijker door zijn ligging, dicht bij Valladolid en hier zijn ook weer enkele toeristen. Die komen af op de kloosterkerk, een wel heel speciaal gebouw, zowel binnen als buiten. Hier zeggen foto’s meer dan duizend woorden. Alleen nog dit: het rood symboliseert het bloed van Christus; het blauw van de bloemen (of sterren?) staat voor de moeder van God en de tweekoppige adelaar in het midden boven de ingang is het wapenschild van de Habsburgers. Die heersten over Mexico tijdens de bouw van de kerk. Toegang tot kerk en bijhorend, verlaten klooster is gratis!

Valladolid.

Wat onmiddellijk opvalt in Valladolid, één van de grootste steden van Yucatán, is de drukte en het totaal ontbreken van de driewiel-moto-taxi’s van Espita. Auto’s en luidruchtige moto’s regeren de stad, vooral in de brede lanen met kleurrijke koloniale huizen. Zodra je van de grote straten afwijkt, zijn de huizen kleiner, armoediger. Vele Casona’s zijn gebouwd met stenen van Maya-tempels maar als teken van respect zijn de hoekstenen soms bloot gelaten, niet geschilderd of gepleisterd. Het Parque Principal Francisco Canton Rosado is het hart van de stad, gedomineerd door de kerk die als twee druppels water op die van Espita lijkt: ook twee torens, ook net een dreigend-versterkte burcht.

Choco-story.

Al tweeduizend jaar geleden dronken de Maya’s cacao. Niet toevallig dat er in Valladolid een museum over cacao en chocolade is. Een heel interessant museum: we leren heel wat bij over de relatie tussen de Maya’s en cacao, over de evolutie van de cacao-drank naar chocolade zoals we die nu kennen.

Interessant weetje: als er suikerriet is in Mexico, dan komt dat onrechtstreeks door cacao. Omdat de Europeanen hun cacao-drank met suiker verkozen, werd suikerriet vanuit China geïmporteerd om in Mexico te verbouwen. Een lading chinezen kwam mee om te garanderen dat de oogst een succes zou worden. En nog een weetje: met 11.540 kilo per persoon zijn wij Belgen de grootste chocolade-eters ter wereld, nipt voor de Zwitsers.

Het museum toont – naast een paar leuke voorwerpen, zoals “moustache cups” waaruit ook mannen met een snor hete cacao kunnen drinken – een aantal eeuwenoude kunstvoorwerpen. Prachtig jade dodenmasker bij voorbeeld. En uit de schil van de Jicara-vrucht werden drinkbekers voor hete choco-drank gemaakt.

Tot slot wordt het hele productieproces van cacao-boon tot chocolade uitgelegd (in ‘t Spaans) en … kan je proeven, zowel van de boon als van het eindproduct.

Choco-story, Valladolid = absolute aanrader.

Regen.

Op de terugweg pakken zich donkere wolken samen in het noordwesten, de richting die we uit moeten. Op zo’n 15 km van Espita is het zover: met bakken valt de regen neer. De temperatuur daalt van 33 naar 23° C. In geen tijd staan straten blank, vooral aan de topes. Meestal zijn er geen riolen langs de wegen. Gieten, gieten, gieten! Aan een tankstation vraag ik of dit normaal is (Ja) en hoelang het gaat duren (2 uur, min of meer). Ook de straat aan Casona los Cedros is herschapen in een halve rivier. Gelukkig komt personeel aangesneld met twee paraplu’s, hoewel … de Mexicanen lijken zich weinig of niets aan te trekken van de regen … en eigenlijk vinden wij het ook wel leuk!

Vanavond dineren we opnieuw in Casa Kacaya. Achteraf zoals gewoonlijk nog even naar het centrale plein van Espita stappen. Maar op Halloween wordt er niet gefeest, geen feria, geen fiesta, nada, niets! Raar …

P.S. De regen stopte inderdaad na ongeveer 2 uur.