25 december 2024.
Nu is het hier wel degelijk en overduidelijk Kerstmis: het Abca’s Creek Lodge personeel draagt kerstmutsen of een Rudolf-gewei; er is een speciaal ontbijtbuffet; de kerstman wandelt rond; al “Merry Christmas to you” zingend, defileert de volledige staf. Speciaal.
‘t Wordt een rustige dag, we plannen activiteiten in de onmiddellijke omgeving zoals wandelen: de nature trails van de lodge. Het tropisch bos geurt als in een kruidenwinkel; +/- 2 meter hoog struikgewas afgewisseld met reusachtige kapok-bomen of baobabs en palmbomen; doorsteekjes naar de mangrove-oever van de kreek. In één van de baobabs zit een groot gat onderaan de stam, zo groot dat ik er kan inkruipen en rechtop staan in de stam.




Terug in de lodge staat het water in de kreek op het laagste niveau: ‘t is eb. David profiteert er van om het zwemtrapje af te dalen en op blote voeten eerst in de modder, dan door het water te ploeteren tot de mangrove-oever aan de andere kant. Evelien doet hem na … met Lou op haar rug. Andere gekke toeristen volgen dat voorbeeld.

Alles draait hier op Gambiaans ritme: broodjeslunch besteld om 13u30; broodjes arriveren om 14u45. Sommige reisgenoten ergeren zich blauw. De remedie daartegen is Mbor Mbor thee drinken en … berusten, aanpassen.
David en Evelien trekken met mountain bikes de natuur in. Wij luieren aan de kreek. Een kerel kruipt met een van lianen gemaakt klimtouw in een twintig meter hoge palmboon. Daar slaat hij een soort houten pin in de boom en hangt er een plastic fles onder. Ook giet hij de inhoud van flessen die reeds in de boom hingen over in één verzamelfles. Hij tapt eigenlijk palmsap af, wat vers en fris gedronken wordt. Maar je kan het ook laten natuurlijk gisten; dan wordt het palmwijn. Wel taboe voor moslims.

Om 17:00 uur zijn de mountainbikers terug vol verhalen over de tropische natuur en de afgelegen dorpjes waar ze op hun 26 km lange tocht doorheen zijn gereden. Dan is het onze beurt: David dropt ons met de auto in Bintang. We keren te voet terug (4 km). Bintang is nog een graad armer dan de dorpen aan de kust. Uiteraard worden we omstuwd door “toubab” (blanke) roepende kinderen die een eindje mee wandelen – aan het handje – of “minty, minty” (snoepje) vragen. De volwassenen knikken of wuiven vriendelijk of willen een praatje maken. Motorrijders claxonneren of stoppen om te vragen van waar we komen of zelfs om “Merry Christmas” te wensen. Een ossespan komt uit een zijweg aangereden. Twee vrouwen wandelen ons tegemoet. “Sumoole”, zeggen ze; dan wijzen ze naar ons en zeggen “ebebeje”. Na wat over en weer wijzen en gepraat begrijpen we dat – in Mandinka-taal – “sumoole” betekent: hoe gaat het met jullie?” En “ebebeje” zoiets als “goed, dank u”. Maar velen willen niet op de foto. Dan maar de moskeeën fotograferen, de beste gebouwen van het dorp. Of de exotische natuur. Bintang en het volgende dorpje wat we passeren (Katakorr) hebben een waterput en een paar waterkraantjes voor het hele dorp. Elektriciteit lijkt er hier en daar te zijn. Riool of waterleiding niet.




Terug in de lodge wacht ons een kerstbuffet; deze keer is er veel meer eten dan de gasten aankunnen. Daarna: live mbalax-muziek met dansers en … drie geluidsboxen boven elkaar geplaatst . Mbalax is een opzwepende, agressieve muziek waarin trommels – met de hand bespeeld – domineren. Vier vrouwelijke dansers springen op dat vervaarlijke super-snelle ritme op en neer. Spectaculair, maar komt enigszins agressief over. En wat een rare manier om kerstmis te vieren. De meeste gasten houden het voor bekeken na maximum een half uur en laten de dansvloer aan het personeel. Wij ook.




























































