28 april 2025.
De leukste en interessantste afstand tussen twee punten is zelden een rechte lijn. Van Newquay naar Tintagel Castle, waar de mythische koning Arthur (van de ridders van de ronde tafel) zou geboren zijn, is het 32 mijl. Maar we willen eerst de grootste en zwaarste monoliet van Cornwall zien, dus niet in rechte lijn naar Tintagel.
St. Breoc Downs Monoliet.
En of die weg erheen interessant is. Wegen van amper één auto breed; nu eens muren van ondoordringbaar groen langs beide kanten dan weer rotsen of open weilanden bevolkt door ontelbare schapen en lammetjes; bochtig; sterk op en neer gaand; heel af en toe een paar huizen en een vee-rooster. Windmolens aan de horizon zijn het enige bewijs dat we wel degelijk in de 21ste eeuw zijn.


De monoliet van St. Breoc Downs – met zijn 16 ton bijna 5 meter hoog – staat al ongeveer 4.000 jaar op deze eenzame hoogte. Correctie: omgevallen in 1945 en terug recht gezet in 1956. Veel toeristen komen er niet want hier is, behalve de fotogenieke plek, verder … niets … een karrenspoor leidt naar de monoliet …

Op naar Tintagel. Gentleman zijn met de gentlemen. Bij een tegenligger op deze smalle wegen moet één van de twee auto’s onvermijdelijk achteruit, tot een plek die als uitwijkplaatsje kan dienst doen … en dat betekent in het slechtste geval honderden meter achteruit.
Tintagel Castle.
Tintagel: de plek waar de kasteel-ruïne van de mythische koning Arthur ligt. Hier kunnen we voor het eerst onze English Heritage pas te gelde maken.
Het bezoek begint met een super-steile afdaling in een groene vallei, gevolgd door een klim langs een bergpad tot helemaal boven op de rotsen. Lang geleden lagen de gebouwen van het kasteel op een uitgestrekte richel met een versmalling in het midden, een achtvorm. Het smalle middenstuk werd voortdurend door de zee uitgehold en ergens in de 15de eeuw stortte de heleboel in. Één stuk van het kasteel – het grootste deel – bleef geïsoleerd als eiland achter, alleen nog te bereiken bij eb en mits gevaarlijke afdaling en dito klim langs de rotsen. Tot in 2019 een voetgangersbrug hoog over de ontstane kloof is gebouwd. Die krijgt nu – in 2025 – een nieuw “likje” verf waardoor ze voorlopig niet fotogeniek meer is. De rest van de site is dat gelukkig wel en hoe …




De ruïnes, de groene bergflanken vol boshyacinten, kustsilene, lepelblad, Engels gras en driekantig look, de blauwe zee die wit schuimend tegen de rotsen beukt en vooral … de stralende zon maken van dit bezoek een onvergetelijke ervaring. Nog even de verplichte foto van het eenzame koning-Arthur-standbeeld – officieel heet dit het “Gallos statue” – en we kunnen via een steile trap met hoge treden langs de rotswand afdalen. Op het strandje beneden ligt de grot van Merlijn, Arthur’s tovenaar. Met heel veel goede wil kan je in de rotswand het aangezicht van Merlijn herkennen. Misschien heeft hij nog wel iets te maken met het magische van deze plek.


Nog “snel” even door het dorpje Tintagel wandelen – souvenir shops en bars en restaurants. Alleen het oude postgebouw doet – met haar doorzakkend leistenen dak – haar faam van “authentiek” en “oud” eer aan.


Padstow.
Op de terugweg naar Newquay doen we Padstow aan. Dat havenstadje ligt aan de immens brede en lange monding van de Camel rivier. Een totaal andere “vibe” dan in Newquay: een bezadigd toeristenpubliek – anders dan de sportieve surfers van Newquay – bankjes, terrasjes, winkeltjes, een uitgelaten sfeer.

We lunchen – heel laat: 15 uur – in “The Harbour Inn”: Cornish Crab Sandwich met “a pint of Guiness”. De barman vertelt over het nakende 1 mei feest in Padstow: het ‘Obby ‘Oss festival. Een ‘Obby ‘Oss is een soort paard-achtige figuur met groot masker. Er is een rode en een blauwe, elk met hun eigen gevolg. Op 1 mei trekken de twee stoeten onafhankelijk van elkaar door de stad. Blijkt dat “The Harbour Inn” het hoofdkwartier van de blauwe ‘Obby ‘Oss is. Straks wordt de hele pub leeg gehaald: alles wat los zit moet er uit want op 1 mei is de bar de hele dag vol gepakt met uitgelaten, drinkende fans van de blauwe ‘Oss.


In de haven wordt er inmiddels effectief op krab gevist … door jongetjes van een jaar of negen, tien. Één van hen legt enthousiast uit hoe krabben afkomen op zijn aas en niet meer uit zijn fuik kunnen. Vandaag lijkt hij echter nog niets gevangen te hebben …
In het midden van de Camel rivier blinkt een grote zandbank in de zon … voorlopig … want de vloed komt opnieuw op. Tijd voor ons om huiswaarts te keren.
In ons vakantiehuis landt een zilvermeeuw op ons terras. Onvervaard stapt ze tot tegen de venster en tikt meermaals tegen het glas. Wenst ze ons goede nacht? Of – prozaïscher – kreeg ze eten van de vorige gasten?

