Bodmin moor.

… Jamaica Inn, sinister and grey in the approaching dusk … a house of the dead …

Uit “Jamaica Inn”, Daphne du Maurier, 1936.

3 mei 2025.

Laatste ochtend met “tea with clotted cream”: vandaag verlaten we – helaas – Cornwall. Echter niet zonder nog eerst een bezoekje te brengen aan het hart van Cornwall: Bodmin Moor. ‘’t Wordt een dag “in de voetsporen van”, geïnspireerd op de roman “Jamaica Inn”.

Jamaica Inn.

De zon straalt; Jamaica Inn heeft vandaag niets sinister, we zijn er ook niet bij valavond en het lijkt al helemaal geen “house of the dead”. Grijs is het wel: grijs leien dak, grijze muren. Lang vervlogen is de tijd dat dit een nest van smokkelaars zou geweest zijn. ‘t Is nu een huis van commercie: verschillende hotelgasten ontbijten rustig terwijl wij onze koffies drinken. D’er is een museum over smokkelaars en tal van verwijzingen naar Daphne du Maurier. Zij zou ooit bij paardrijden verdwaald geraakt zijn op Bodmin Moor en uiteindelijk in Jamaica Inn beland zijn. Maar wij komen om te wandelen … in Bodmin Moor.

Dozmary Pool.

Dat wandelen valt even tegen: geen aangeduide wandelingen of plannetjes hier! Dan maar met de nodige apps zelf een wandeling naar Dozmary Pool uitgestippeld. Mary Yellan, het hoofdpersonage uit de roman “Jamaica Inn” wandelde hier ook. Net zoals koning Arthur wiens zwaard Excalibur in de “bodemloze” Dozmary pool was gegooid.

Langs een aanvankelijk goed geasfalteerde en heel rustige weg stappen we met de heide aan de ene kant en weilanden aan de andere kant. Opvallend op de heide: donkergele brem gaspeldoorn. Excuses aan alle natuurspecialisten: wat ik in een vorige blogpost als brem bestempelde is GEEN brem maar gaspeldoorn (Nederland noemt de gaspeldoorn ook wel stekelbrem😉). Langs de gecultiveerde weidekant groeien bramen; langs de heidekant tal van veldbloemen, ontluikende varens en andere planten.

Druk is het niet aan Dozmary pool, of toch wel: veel koeien. Ze zien er voor ons wat raar uit: met veel haar, een pels, en zonder op de grond hangende uiers. Ze wandelen los over uitgestrekte weiden langs het meertje, net zoals wat verder de schapen en lammetjes. Idyllisch.

Een stuk heide lijkt vorige jaar afgebrand. Onder dode, zwarte gaspeldoorn-struiken schiet fris groen gras op. Waar de gaspeldoorn wel bloeit, is de heide er onder grijs-bruin.

Altarnun.

Na onze 6 km wandeling moeten we nog één plek uit du Mauriers roman afvinken: het dorpje Altarnun, een goeie 4 mijl van Jamaica Inn. Wat een lieflijke plek is dit! Typische huisjes, een oude boogbrug over “Penpont Water”, veel groen en bloemen, een speciale kerk en … natuurlijk zitbankjes: ideaal voor onze picknick.

Een “local” met “Bobby”, een hond zoals die van kuifje, wandelt ons picknick-bankje voorbij. De hond besnuffelt onze rugzak.” ‘t Is de hond van vrienden”, verontschuldigt de Cornishman zich. Thuis heeft hij zelf ook twee honden: een kruising tussen een Jack Russel en een Chihuahua – vreemd! – en de tweede een neurotische kruising tussen een Pomeriaan en een worst. Britse humor zeker …

We kuieren rond in Altarnun. De dominante kerk – omgeven door een typisch, oud Brits kerkhof – wordt soms de kathedraal van Bodmin Moor genoemd. In de uiteinden van de houten banken zijn allerlei figuren en taferelen gebeiteld, niet altijd de meest godvruchtige. De kerk is gewijd aan ene Saint Nonna … maar Non (of Nonna?) was ook een Keltische godin … het altaar van Non? Altarnun? ‘t Is een beetje terug in de tijd. Een oude Cornishman snort weg in een legerjeep uit WO II.

‘t Is helaas tijd om de Tamar terug over te steken en vaarwel te zeggen aan Cornwall. We zullen het missen.

Maar vanavond overnachten we nog dicht bij Stonehenge. Dat is voor morgen. Hoewel … we passeren op de A303 bijna rakelings langs een aantal rechtopstaande ogenschijnlijk kleine menhirs met dwarsliggers. Ja, dit is Stonehenge, maar voorlopig ben ik een beetje ontgoocheld …

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.