De piramides van Edzná.

6 november 2023.

Tres cuernos (letterlijk: hoorntjes; croissants dus) y dos pandesitos (kleine broodjes). Wat leuk om in een Mexicaanse stad ‘s morgens vroeg naar de bakker te gaan. De bakkersvrouw kijkt amper boven haar toog uit.

Edzná.

Eén bus en acht auto’s staan er op de parking van de archeologische site Edzná. In het kantoortje aan de ingang – ‘t is pas 9u15 – staren vier toeristen met paniek in de ogen, ons aan. Ze hebben geen Mexicaanse pesos, alleen maar US dollar: ze mogen Edzná niet in! Kunnen we helpen? Met US $ vangen we niets aan op onze verdere reis. Van welk land zijn ze? Van Litouwen. Zijn die geen lid van de EU en zelfs van de eurozone? Jawel: ze hebben euros! Deal beklonken: 4 personen = 360 pesos = 20 €! En blij en opgelucht dat ze zijn! De toegangsprijs tot Edzná is dus omgerekend 5 € per persoon = één zesde van de Chichen Itzá prijs.

Wat een grote, betoverende site is dit? Deels doordat hier zo weinig toeristen zijn: foto’s van tempels en piramides nemen waar geen mens op staat – hoogstens een zwarte gier – is hier geen enkel probleem. De gebouwen zelf stralen sereniteit en Maya-grandeur uit. Er is een fotogeniek groot plein omgeven door tempels: de grote Acropolis. Iets hoger ligt de kleine Acropolis met de “Edificio de los Cinco Pisos”, de centrale piramide die trapsgewijs is opgebouwd. We “ontdekken” nog tientallen andere gebouwen, sommige nog deels onder een heuvel begraven (archeologisch onderzoek is nog volop bezig: slechts een klein deel van de 25 km2 is open voor het publiek). Wat een rust en stilte ook. Ik voel mij één met het universum van de Maya’s. 😂 Enig “minpunt”: venijnige, kleine muggen! Elk door “Deet” onbespoten en/of onbedekt deel van je lijf weten ze te vinden.

Haciënda Uayamón.

We hebben onze broodjeslunch bij, die we half opeten op een bankje onder de bomen, eens we uit de site zijn. Toch willen we even – op de terugweg naar Campeche – een paar kilometer de weg af en een kijkje nemen bij Haciënda Uayamón. Oprijlaan (aardeweg) in het oerwoud, afgesloten door een slagboom en bewaker. Nee, we verblijven niet in de haciënda als gast. We willen wel lunchen in het restaurant. De wachter belt even met “Gustavo”, die ons groen licht geeft.

De oude haciënda is omgevormd tot hotel-restaurant met behoud van de oude ruïnes. ‘t Is opnieuw erg fotogeniek. Vanop het overdekt terras kijken we uit over de tuin/ruïnes. Oh ja, we zitten hier alleen en hebben niet veel honger. Nooit een probleem in Mexico: we bestellen elk een voorgerecht, een biertje, twee espresso’s.

Ceiba.

Daarna kuieren we nog even langsheen de ruïnes. Een imposante Ceiba – een boom van anderhalve meter doorsnede – domineert de tuin. Een Ceiba boom is een Kapok boom. De Indische variant ervan overgroeit de tempels van Angkor Wat. Voor de Maya’s was dit een heilige boom: het enige levende wezen dat tezelfdertijd de hemel, de aarde en de onderwereld verbindt.

Chiná.

Betty wil nog een ommetje maken langs China. China? Ja, een dorpje dat Chiná heet. Toen de Europeanen cacao en choco-drank ontdekten, vonden ze de drank al snel te bitter. Er moest suiker in, ook al om er chocolade te kunnen van maken. Suikerriet kwam van nature niet voor in Mexico. Dus werden suikerriet-planten geïmporteerd uit China, samen met een lading Chinezen die wisten hoe je ‘t moest telen en bewerken. Is het echt of verbeelding, maar vele mensen lijken ons Chinese trekken te hebben.

Chiná lijkt een extreem arm dorp te zijn. Op ‘t kerkhof wordt de Día de Muertos gevierd – ja, ook nog op 6 november. Er wordt gegeten en gevierd door hele families rond en tussen de graven. Wij sukkelen in de verkeersopstopping aan de ingang van ‘t kerkhof. Geen erg: we hebben tijd en geven onze ogen de kost.

Alleen … het lijkt wel of het dorp doormidden is gesneden door de aanleg van de Tren Maya spoorlijn.

Campeche “streetlife”.

Allerlei rare dingen spelen zich op of langs de straat af in Campeche. Gisteravond ging een joelende menigte uit de bol in een catch-stadium. Vanavond kunnen we twee huizen verder dan “onze” Casa Solaria genieten van een cursus tapdansen voor gevorderden. We dineren zelfs midden op straat: in restaurant “Patroni’s Bar” in de verkeersvrije calle 59. We gaan voor pizza’s. Met een mespuntje salsa habanero smaakt een achtste puntje pizza precies goed. Een haveloze (dronken?) gitaarspeler zingt vreselijk vals. Het restaurant jaagt hem weg. Een meer professionele straatzanger heeft een prijslijst bij: betaal je hem per liedje of per tijd? Geen idee, maar voor een groepje mannen twee tafeltjes verder zingt hij wel. Op het plein net buiten de Puerta de Mar (zeepoort in de stadsmuren) oefent een soort fanfare – trommels en bugels en majoretten – hun ganzenpas, niet in uniform.

Morgen een rustdag? Of ten minste rustigere dag?

Tren Maya.

5 november 2023.

Zalig, ‘s morgens vroeg op het terras van ons “huisje” in Galopina uitkijken over het ondoordringbare oerwoud en luisteren naar het geluid van de vogels. Een drietal Yucatán-gaaien is het luidruchtigst.

Vandaag wisselen we een “puur-natuur” verblijf om in een “puur-stad” verblijf: Casa Solaria in het historische centrum van Campeche. Een rit van +/- 200 km, langs tolwegen, tenzij … we voor kleine, alternatieve wegen kiezen, 50 km meer. Doen we! Via Chapab, Ticul, Santa Elena, Kabah en Hecelchakán moet het op 4 uur tijd lukken. En wij hebben tijd!

Santa Elena.

Mexico is arm, zeker in de staat Yucatán. Hier en daar zijn wel grote Rancho’s of Hacienda’s maar meestal passeren we dorpjes met nog veel ovalen Maya-huisjes met rieten dak en lemen muren- het universum was ovaal volgens de Maya’s. “Modernere” huizen zijn amper beter: rechthoekige blokken maar wel af en toe in ‘t wit of een vrolijke kleur geschilderd.

Wat een eigenaardig maar fotogeniek dorp is Santa Elena. De oker-rood geschilderde kerk is duidelijk op een vroegere Maya-piramide gebouwd. Gele, rode en roze statige gebouwen, een tortilleria, een “restaurante”, de ayuntamiento, (gemeentehuis).

Een eind voorbij Santa Elena stoppen we bij een politie-controle, onze derde hier in Yucatán. Een niet-gewapende agent taxeert ons, besluit dat wij “brave” toeristen zijn en wuift ons glimlachend verder.

Kabah.

Nog een stuk verder zien we plots ruïnes langs de linkerkant van de weg. Maar die lijken mooi opgekuist en onderhouden. ‘t Is Kabah, na Uxmal de tweede grootste archeologische site van deze regio. Even kijken – en foto’s nemen – van aan de ingang. Ziet er mooi uit en zo goed als “toerist-loos”. Toegangsprijs omgerekend 4 € per persoon. Wat een verschil met de meer dan 20 € in Uxmal. Helaas, we moeten verder (zoveel tijd hebben we nu ook weer niet).

We rijden Campeche binnen, de Mexicaanse staat Campeche, nog niet de stad. Het landschap verandert: golvend, heuvels, kilometers lang maïsvelden aan beide zijden van de weg met het onvermijdelijke woud achter de velden.

Tren Maya.

Iets na tweeën bollen we via de Malécon, strandboulevard, de oude binnenstad van Campeche in. Sébastien van “Narrativ”, de eigenaar-verhuurder van onze loft, wacht ons al op. Inderdaad, een soort loft in een oud herenhuis in de stad is onze vaste stek voor de volgende drie nachten. Net zoals bij “ons” Casa Solaria verraadt de buitengevel niet hoe het er binnen uit ziet: modern en design.

Sébastien legt uit dat alles in de loft handgemaakt ambachtswerk uit Mexico is. Hij had / heeft een aantal kledingwinkels in Campeche maar door Covid heeft hij er een paar moeten sluiten. De gebouwen is hij aan het omvormen tot toeristische verblijven. Willen we zijn paradepaardje – Casa Japa – zien, twee blokken verder? Zeker! ‘t Is opnieuw een luxueus, design-verbouwd herenhuis voor tien personen. Sébastien rekent op de Tren Maya voor meer toeristische business. Die Maya-trein is een miljarden kostend ambitieus project om onder andere Campeche met Cancún via spoor te verbinden. Controversieel want de spoorlijn gaat dwars door het oerwoud en dwars door oude Maya-dorpen. Verschillende keren gerechtelijk stil gelegd op initiatief van milieugroepen en de Maya’s zelf, maar nadert nu toch voltooiing. De spoorlijn zou verder naar het zuiden – Calakmul – aftakken. Sébastien verwacht een fikse stijging van de huizenprijzen in Campeche maar houdt toch ook zijn hart vast: er mogen / moeten meer toeristen komen maar de eigenheid van Campeche – klein, rustig – moet bewaard blijven.

Zal de trein Campeche fundamenteel veranderen? Meer welvaart in de streek brengen? De toekomst zal het uitwijzen maar wij willen het Campeche van vandaag ontdekken.

Campeche.

Veel tijd om de stad te verkennen hebben we vandaag niet meer, maar de eerste indruk is heel positief: proper, niet te druk, gekleurde huizen, grid-grondplan, ommuurde binnenstad, mooie Plaza de la Independencia (centraal plein) – een juffrouw poseert in trouwkleed voor de Catedral de la Nuestra Señora de la Immaculada Concepción. Een 7 km lange strandboulevard waar we de zon zien zakken in de golf van Mexico.

Vanavond dineren in stijl in La Pigua: als voorgerecht ceviche (ik) en guacamole (Betty) en als hoofdschotel een “filete a la plancha” para compartir (= één schotel om met twee te delen), uiteraard met een witte Mexicaanse wijn. ¡Salud!

De Maya-wereld van Mérida.

4 november 2023.

Vanmorgen, op weg naar ontbijt doorheen de tuin, worden we begroet door een koppeltje lawaaierige bijeneters, waarschijnlijk de Bootsnaveltiran, maar het zou ook de Grote Kiskadee kunnen zijn. 😀

Gran Museo del Mundo Maya.

Om alles te weten te komen over de Maya‘s, hun leefwereld, gewoontes en gebruiken, religie, astronomie en wereldbeeld moeten we naar het Gran Museo del Mundo Maya in Mérida. Ligt in de buitenwijken, ten noorden van de stad.

Wat een wereldklasse-museum! Gratis grote parking onder een plateau, met deels daarop een modern, cirkelvormig gebouw. Extreem vriendelijk en behulpzaam personeel. Uitleg in drie talen: Maya, Spaans en Engels. Soms interactief (Maya-cijfers en getallen leren!), soms audio-visueel en natuurlijk ook tentoon gestelde kunstvoorwerpen. Miniatuur klei-figuurtjes beelden het Maya-leven uit. Dit museum is een absolute aanrader: je bent hier gemakkelijk twee uur of meer kwijt.

Mérida.

Het Mexicaanse Mérida is vele malen grote dan haar Spaanse naamgenoot: bijna een miljoen inwoners. Dat merken we als we van het Maya-museum naar het historisch centrum rijden: druk, file … maar er wordt wel correct gereden, helemaal niet agressief. Politie-controle door drie zwaar bewapende agenten met kogelvrije vesten maar ze wuiven ons nonchalant door. Parkeren? Op een “Estacionamiente”, in Merida meestal een privé-parking aangeduid door een grote E, dat wil zeggen: binnenplein, met veel meer auto’s dan er plaatsen zijn. Je geeft je sleutel dan ook af omdat er dubbel of driedubbel wordt geparkeerd. Wij hebben geluk, op de estacionamiente naast de kathedraal vinden we nog een plaatsje vrij (=sleutel niet afgeven).

Druk, druk, druk is het op en langs de Plaza Grande voor de kathedraal: veel bezoekers, buitenlanders zowel als Mexicanen. En veel duiven die de Mexicanen lustig voederen! Langs de ene kant boorden kraampjes met prullaria de Plaza af. Langs de andere kant ligt het Palacio del Gobierno, paleis van de gouverneur van Yucatán (Mérida is de hoofdstad van de staat). De binnen-patio is te bezoeken. Daarna even de Paseo de Montejo in om de “koloniale” architectuur te bekijken.

Een Maya(?) beveelt ons restaurant Coyote Maya aan. Hij heeft van België gehoord: Stella Artois, cerveza Belgica … muy bien. Hij wijst ons ook op een blauw gebouw: een Maya ambachten-markt waar ze sisal-hoeden verkopen. Sisal is een vezel van agaves, vergelijkbaar met hennequén. Kijkje nemen: een verkoper past ons twee hoeden aan, ambachtswerk met een natuurlijk product! De sisal-vezel zou bovendien muggen weg houden. Maar de prijs … omgerekend 100 € per hoed, die weliswaar snel daalt tot 55 €, maar dan nog … sombrero: niet aan ons besteed.

Late lunch in Coyote Maya (gisteren zagen we een kleine coyote de weg oversteken): pasta voor mij (zonder pikante habanero saus), salade met vuistgrote champignons voor Betty.

Dan terug naar “huis” (=Galopina). Onderweg nog even een foto nemen van een “Casera de Policía”, een verlaten en vervallen politiehok zoals je er bij het binnen rijden van elk dorp één ziet … altijd verlaten … altijd vervallen.

Driemaal gebouwde Uxmal.

3 november 2023.

Galopina.

Kan je Unesco immaterieel werelderfgoed eten? Jawel, want de Mexicaanse keuken heeft dat Unesco-label. Voorlopig zijn we niet echt fan: wat we tot nu toe gegeten hebben, is weliswaar nooit te pikant maar toch met sterke, uitgesproken smaken en dikwijls verdronken in salsa of “mole”. Niet zo in Galopina. Elisa, die niet alleen de boel runt maar ook kookt, zette ons gisteravond een drie gangen maaltijd voor: fris slaatje, zeebaars in witte wijn saus, Belle Hélène peer = top! Galopina is trouwens meer een B&B dan een hotel: vijf kamers en … wij zijn hier de enige gasten! Van rust gesproken.

Vandaag bezoeken we voor het eerst een “grote” archeologische site: Uxmal, wat in Maya-taal “de driemaal gebouwde” betekent. Anderhalf uur rijden, langs lange, rechte en groene wegen, door oude dorpjes, waar een koe langs de straatkant toekijkt hoe stukken van haar zus op de grill liggen te roosteren. In sommige van die dorpjes liggen zelfs een Maya-piramide en een kerk zij aan zij (Palacio de los Estucos in Acanceh).

Naast topes zijn straathonden (“perros callejeros”) het grootste probleem: ze maken er een sport van om op het laatste moment weg te springen of zelfs doodleuk te blijven liggen midden van de straat. Bovendien valt er af en toe een miezerige motregen bij 24 -26° C. Bij een vuilhoop zitten gieren op de weg.

Uxmal.

Hoe efficiënt is dit georganiseerd: parking betalen, slagboom open. Ticket betalen (met credit card) en belasting apart (in cash). Tickets scannen en … binnen. Heel wat anders dan in Ek’Balam. Al onmiddellijk onder de indruk: de toegangsweg brengt ons aan de achterkant van de imposante “Piramide van de Tovenaar”, 35 meter hoog. Het “Nonnenklooster” daar net achter heeft niets met klooster of nonnen te maken: een geheel van vier gebouwen rond een vierkant plein deed de Spaanse veroveraars denken aan een klooster, vandaar. “Gewapend” met het boek “Archeologische Maya Sites in Yucatán” van Sergio Vazquez (2021) op e-reader wandelen we door de 1 km brede en 6 km lange site. Wat een prachtig gerestaureerde en goed onderhouden plek. Ook het aantal bezoekers valt mee: door de uitgestrektheid van de “stad” zijn er nooit te veel mensen op één plek. We kunnen zelfs foto’s zonder menselijke aanwezigheid schieten! Meer dan twee uur dwalen we rond … een vervellende leguaan zonnebaadt op de oude stenen: die kan het allemaal niets schelen.

Na een snelle snack – Rollos de Pollo – terug naar Galopina. Daar hebben we nog tijd voor een kleine wandeling in de brousse, geëscorteerd door de twee honden van Galopina. Natuurlijk ook voor een aperitief achteraf: witte wijn met “crema de alcachofa” (artisjok). De geneugtes van “slow travel” …

P.S. Onze eerste week in Mexico zijn we zonder kleerscheuren door gekomen … of toch niet: Betty heeft vandaag haar broek gescheurd. Ik heb even getwijfeld maar “Met de billen bloot in Uxmal” zou toch geen gepaste titel zijn voor een serieuze blog. 😂

Izamal in het okergeel.

2 november 2023.

Cementerio.

Espita verlaten zonder het kerkhof (cementerio) bezocht te hebben zou onvergeeflijk zijn. Vandaar … we kuieren tussen de grafzerken. Iemand geeft een graf nog een extra likje blauwe verf. Een ander verft liggend het plafond van een kleine grafkapel: alleen zijn voeten steken nog buiten. Hier en daar mijmeren mensen bij een graf …

Izamal.

We hebben ooit een roze stad gezien (Jaipur in India) en een blauwe stad (Jodhpur, ook in India), deze keer wordt het een gele stad: Izamal, halfweg tussen Espita en Galopina, onze volgende verblijfplaats. Deze rit is “tope-arm” – we passeren weinig dorpjes – maar moeten wel uitkijken voor laaghangende takken, die tegen het dak van de auto schrapen. Af en toe schrikken we zwarte gieren op bij hun “road kill” festijn.

In Izamal laten we de auto achter langs de kant van calle 33, net achter de “Convento de San Antonio de Padua”. Wat een indrukwekkend klooster. Alles in geel geverfd, behalve dan de achterkant. Het rechthoekige binnenplein is het op één na grootste ter wereld na het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad. En wat een zuilengalerij! Maar behalve een verguld, barok altaarstuk is er binnenin de kerk weinig te zien. De hele constructie is gebouwd op een half afgebroken Maya-tempel. Van hieruit kan je de 1 km verder in de stad gelegen Maya-piramide Kinich Kakmó zien.

Wandelen door de straten met okergele huizen (gelukkig heb ik een short in dezelfde kleur aan 🤣). Eens je echter de centrum-straten verlaat, wordt de gele kleur schaarser en worden de huizen armoediger. Op het centrale plein naast de Convento, op een bankje in de schaduw verorberen we onze meegebrachte lunch en observeren de toeristische drukte. Nog een dubbele espresso en een frappé classico en we rijden verder.

Galopina.

Galopina is een tot klein hotel verbouwde oude henequén-hacienda. Hennequén is een plantaardige vezel, afkomstig van een bepaalde agave-soort. ‘t Was reeds voor de Maya’s en Azteken een belangrijke textielvezel en wordt gebruikt voor kleding en vloerbedekking. We passeerden onderweg zo’n agave aanplant.

Galopina ligt nu midden in het oerwoud. Onze kamer op de eerste verdieping kijkt uit over het bladerdak. Nu pas beseffen we hoe lawaaierig Espita was, en ook Valladolid, en Izamal. Hier horen we om 4 uur ‘s namiddags alleen de wind in de bomen ruisen. Misschien bij valavond vogel- en andere geluiden? Tijd voor een wit Argentijns wijntje, rustig op ons terras … en kijken hoe de avond valt.