Freedom to roam in Cumbria.

10 augustus 2025.

Freedom to roam.

Zoals ik al heb gemerkt tijdens joggen, kun je direct vanaf ons vakantiehuis in Beck Head de natuur in wandelen. Met GPS stippelen we zelf een rondwandeling uit. Al na een paar honderd meter, stappen we vanaf “onze voordeur” het bos in, een breed pad waar tijdens de week boswerken aan de gang zijn om de weg open en breed te houden. De bosgrond is volledig overwoekerd door verschillende soorten mos. Hier en daar springt een eekhoorn opgeschrikt weg. Een bord verscholen tussen struiken zegt ons dat we aan de rand van de Whitbarrow Nature Reserve stappen; een volgende bord vertelt dan weer dat hier een paar torenvalken broedt en de toegang afgesloten is tot … eind juni. De jongen hebben volgens mij al lang het nest verlaten.

Na het bos presenteren open weiden met hagen en muurtjes zich aan ons. Honderden ogen staren ons aan: schapen!1 bovendien is de zon voor een keer van de partij, samen met immer dreigende wolken op een blauwe achtergrond. Afwisselend wandelen we door wegjes met langs beide kanten overgroeide stenen muurtjes, of open landschap met een enkel huis en paarden of dwars door weiden.

We lopen een beetje verloren over een prachtig heidelandschap. Het pad is nog moeilijk te zien. Erika staat hier overvloedig en volop in bloei. Hier en daar leunt een ladder tegen een boom. Aan het eind van de ladder, een stoel die op de takken rust. Uitkijkplaats voor jagers? Plots een speciaal, houten bankje op een verlaten, open plek. Lijkt een soort bezinningsoord of spirituele plaats te zijn: er hangen houten hartjes aan boomtakken, zelfs een hart met verschillende stenen gemaakt. Wat een uitzicht ook: vanaf hier zien we zelfs de Morecambe baai. Maar we lopen hier verloren – letterlijk – en keren terug op onze schreden om het juiste pad te vinden.

Nog een eindje door een laag bos; dan komen we uit op een grote weide die steil naar beneden duikt. Schapen hebben daar weinig last van, maar wij wel; toch vooral Betty met haar zwaar gekneusde arm nog altijd in een mitella. Voorzichtig en traag langs de rand van de weide, dan lukt het wel.

Volgende “hindernis”: het pad voert dwars door een boerderij. Een hond loopt los … het is een Border Collie2 die ons rustig komt bekijken. Bijna zijn we door de boerderij als de boer achter ons aan komt gehold en … ons vriendelijk begroet in moeilijk verstaanbaar Engels. Hij heeft duidelijk zin in een praatje en vraagt honderduit over boeren in België. Wat betreft over zijn erf lopen: er is toch “Rights of Way” zegt hij zelf, het recht om alle eeuwenoude voetpaden te gebruiken, ook als die over privé-land lopen en zelfs om op alle niet-privé terrein zoals heide, bossen, bergen te lopen. “Freedom to roam”, de vrijheid om te zwerven. Daar hebben we al mooi gebruik van gemaakt: het zou onze leuze kunnen zijn. Ben, de hond van de boer, kent dat recht ook en zal wandelaars nooit agressief benaderen of blaffen. Met een “Nice talking to you”, duikt de boer uiteindelijk zijn schuur in.

Nog is onze hindernissen-wandeling niet gedaan: een kudde koeien verspert ons de weg. Met het nodige geroep, gezwaai en uiteindelijk een klets op de billen van een weerspannige koe, lukt het ons om de kudde van het pad te drijven.

Uiteindelijk legden we 8,8 km af. Met rustpauzes en bergop/bergaf deden we er meer dan 3 uur over. Tijd om wat te temporiseren nu!

Kendal Castle.

Uitgesteld is niet verloren: gisteren geen tijd meer, vandaag nog even bezoeken: Kendal Castle. Van het 13de-eeuwse kasteel blijven alleen ruïnes over: resten van een centraal gebouw, een hoektoren, muren. De echte aantrekkingskracht van deze plek is de ligging: op een “drumlin”, een berg geboetseerd door gletsjers tijdens de ijstijden. Resultaat: een 360° panorama over de stad met de fells van Cumbria op de achtergrond. Mooi, zeker omdat de zon weer af en toe door de wolken priemt.


  1. België importeert zowel levende schapen en lammeren als schapen- en lamsvlees uit Engeland.
  2. ALLE “sheep dogs” in Cumbria zijn Border Collies.

Met frisse mond in Kendal.

9 augustus 2025.

Kendal Mint Cake.

Vooraleer we voor een stadswandeling naar Kendal rijden, onderzoeken we de Kendal Mint Cake, die als welkomstpakket, samen met een paar Brewdog-biertjes, in ons vakantiehuis ligt. Dit spul heeft niets met cake te maken. Het is een dun, wit tablet, mierzoet met een sterke muntsmaak. Volgens een lokaal verhaal zou het per ongeluk ontstaan zijn door een fout in productieproces van zuivere muntsnoepjes. Sir Edmund Hilary zou zelfs met Kendal Mint Cake als eerste de Everest hebben beklommen. Met een tabletje van dit goedje vlieg je de fells op. Wij gaan in elke geval met frisse adem aan onze wandeling beginnen.

Yards.

Parkeren in Kendal is geen sinecure. We rijden een paar straten in en uit, vinden privé-parkings of volle parkings of parkings waar je alleen maar met een app uit de Engelse app-store kan betalen. Uiteindelijk belanden we op de South Lakeland parking, pal in het centrum.

Op Stricklandgate, de centrale en drukke winkelstraat, is er langs elke kant, om de twee huizen een doorsteekje of klein straatje naar achteren, naar een “yard”. Lang geleden waren yards werkplaatsen, achteraan winkels of bedrijfjes. De yards zijn genummerd en dragen naast een nummer, meestal ook nog de naam van de eigenaar van het belangrijkste huis aan het begin van de yard. Dikwijls was dat huis ook over de doorgang gebouwd. Vandaag leiden de steegjes naar … parkings, achterbuurten, andere straten of leuke binnenplaatsjes. Zo schiet onze wandeling niet op: we willen elke yard zien!

The Quaker Tapestry.

Midden 17de eeuw vond ene George Fox in het zuiden van het Lake district zijn roeping als predikant. Kerk en kerkelijk gezag is maar niets; God spreekt rechtstreeks tot ieder mens. Je moet eerlijk, integer en vredevol leven. Een rechter die Fox veroordeelde wegens godslastering, voegde aan het vonnis toe: “We bid you quake at the Word of The Lord”. To quake betekent beven in het Oudengels; de naam Quaker was geboren.

We passeren langs een van de grootste Quaker ontmoetingshuizen in Engeland. Hier wordt “The Quaker Tapestry” tentoongesteld: 77 in detail geborduurde panelen die de geschiedenis van de Quakers1 uitbeelden. Ongeveer vierduizend mensen uit 15 landen borduurden de panelen tussen 1981 en 1996. De audiogids heeft ook Nederlands als taal en zelfs de film is – naar keuze – Nederlands gesproken. Beide, audiogids en film vertellen boeiende verhalen. Voor het minutieuze borduurwerk kun je alleen maar bewondering hebben. Een van de panelen beeldt een vredesconferentie uit. De Quaker beweging won de Nobelprijs voor de Vrede in 1947. Buiten is een demonstratie voor vrede in Gaza aan de gang …

Even terug naar de auto voor “Pay & Display” want onze twee uur parkeertijd is al om. Onder dreigende luchten wandelen we langs de Kent rivier2. Langs de ene kant van de rivier staan zogenaamde “terraced houses”, rijhuizen in dezelfde typische stijl van Cumbria. Langs “onze” kant ligt Abbot Hall Art Gallery. Deze galerij zou permanent werken van de Kendal school van portretschilders uit de 18de eeuw tentoonstellen. “Zou” want we “bezoeken” alleen maar het museumcafé. De espresso is er afgrijselijk sterk, een super shot cafeïne; de flapjack is oké. Het Lakeland museum in de vroegere stallen van Abbot Hall is helaas voor renovatie gesloten, al een paar jaar.

Kendall Parish Church.

Naast Abbot Hall ligt de “Holy Trinity Parish Church” fotogeniek te wezen, van buiten, maar ook van binnen3. We mogen maar “eventjes” binnen want straks treedt het Kantos Chamber Choir op in het kader van het Lake District Summer Festival. Wat een eigenaardige, grote kerk, een van de breedste van Engeland met 32 glasramen. Maar de leukste attractie voor ons is het optreden van het koor. Nee, niet de echte voorstelling – die begint over een uurtje – maar de repetitie. Prachtige stemmen, originele performance waarbij onder andere “muziek” wordt gebracht met alleen maar handen en vingers.

Twee vaststellingen bij het verlaten van de kerk: de zon komt opnieuw tevoorschijn en twee, onze parkeertijd is opnieuw om. Tijd om inkopen te doen. En we zagen nog niet eens Kendal Castle! Een volgende keer hoop ik. We rijden zowat de helft van Kendal rond- en door om bij de Booths supermarkt, amper een mijl ver te geraken.

Vanavond genieten we voor het eerst van volle zon op ons terras in Beck Head, Levens … en ook nog van een wijntje. ☺️

P.S. Wij eten hier al de hele tijd Yorkshire aardbeien: heelijk, het is het seizoen nu. Ook English plums zijn niet te versmaden, om nog maar van de appels te zwijgen.


  1. Veel Quakers richtten mee bedrijven op die nu nog bestaan zoals Barclays Bank en Lloyds Bank. Tussen Quaker Oats en de Quaker beweging daarentegen is er nooit enige relatie geweest.
  2. Deze rivier heeft niets te maken met het graafschap Kent in het zuidoosten van Engeland.
  3. Hoe klein of afgelegen een kerk hier ook is zelden staan we voor een gesloten deur.

Ospreys in Foulshaw Moss.

8 augustus 2025.

Foulshaw Moss Nature Reserve.

Ons vakantieverblijf L’Atelier ligt in Beck Head op de rand van whitbarrow Forest. Een halve mijl langs de andere kant van het woud loopt de drukke A590. Aan de overkant van die A590 inden we Foulshaw Moss Nature Reserve. Laten we daar even “snel” de Ospreys, visarenden zoeken.

Foulshaw Moss is een uitgestrekt heide-, veen- en moerasgebied, met zijn 350 hectare een van de grootste veengebieden in Cumbria. Vanaf de bijna verlaten parking – twee auto’s – wandelen we over een bospaadje tot een kijkhut. Midden in het bos hangen hier een aantal vogelvoerbakken. En of het er druk is: vinken, sijsjes, groenvinken en plots een specht. “A female”1, zegt de mevrouw die als enige met ons in de schuilhut zit met een joekel van een camera. Ze verzekert ons dat we Ospreys zullen zien: ze heeft vanmorgen de webcam geraadpleegd.

We stappen verder op een vlonderpad dat ons onmiddellijk in open heidelandschap brengt. Erika staat in bloei op een dik tapijt van mos, hier en daar steken dode bomen hun kale takken in de grijze lucht, op de achtergrond de Scout Scar rotsformatie. Wat een landschap! Of we visarenden spotten of niet is al bijzaak geworden. Het vlonderpad leidt via een “wobbelpad” – houten vlonders over een open plas – naar een eerste uitkijktoren. Behalve het speciale landschap is hier niets speciaals te zien.😀

Bij de tweede uitkijktoren vinden we de mevrouw met de camera terug, plus iemand die als natuurgids gekleed is en dat waarschijnlijk ook is. Met hun tweeën maken ze ons heel wat wijzer: er zijn hier – van april tot eind augustus 2– negen visarenden, een koppel met drie kuikens, een ander koppel met één kuiken en tenslotte een “vrijgezel”. Met verrekijker zien we het nest en de vogels in een dode boom op ongeveer een kilometer afstand. Maar de natuurgids heeft een telelens op statief en uiteraard mogen we de visarend in close-up mee bekijken: machtige vogel met zijn witte kraag. Met de nodige Britse humor dwalen de verhalen af naar de clown in het Witte Huis. Nog een laatste raad krijgen we mee: “You should never trust us, English!”.🤣

We wandelen verder over het vlonderpad dat ons opnieuw bij de ingang brengt en … besluiten nog een keer terug te keren tot de eerste schuilhut. De cameravrouw en natuurgids staan ons nu hier op te wachten. Blijkt dat we van hieruit het tweede nest kunnen zien met, opnieuw, een visarend op een dode boom in close-up. Wat een leuke natuurbeleving! O ja, dat “snel” bezoeken duurde meer dan anderhalf uur.

Grange-over-Sands.

In ons vakantiehuis hangt een schilderij van de zeepromenade van Grange-over-Sands. Nu pas beseffen we dat we amper 10 km van de Ierse zee zijn, of juister gezegd: de plaats waar de Kent rivier in de Morecambe baai, aan de Ierse zee, uitmondt. Staat in geen enkele reisgids, maar laten we toch maar “even” een kijkje nemen.

Grange-over-Sands heeft – gelukkig – niets van wat de Belgische kust wel heeft. Op de wandelpromenade geen tearooms, geen cafés, geen toeristische prullaria-shops, geen “billenkarren”, geen skaters, geen ijsjes, geen frieten, geen massa’s dagjesmensen en toeristen. Ook geen strandcabines of -bars want … tussen promenade en strand ligt een uitgestrekte strook “salty marshland”, slikken en schorren. Achter die kilometerslange promenade zijn parkjes of brede stroken met bloemen en struiken, door vrijwilligers onderhouden. Daar achter een spoorlijn, dan pas de straat. We wandelen een goed eind op de promenade. Af en toe piept de zon door de wolken. Prachtig “zeezicht” en zicht op Grange-over-Sands vanaf de schorren.

We eindigen onze wandeling aan het treinstation van Grange-over-Sands uit 1857, uiteraard in Victoriaanse stijl. De wachtzaal binnen stappen, brengt je terug in de 19de of begin 20ste eeuw.

Het “even een kijkje nemen” duurt uiteindelijk twee uur, met inbegrip van koffie en warme aardbei-crumble met custard saus in het Hazelmere café en wandeling door de Ornamental Garden.

Levens.

Na erg late lunch in ons vakantiehuis rijden we nog even naar het centrum van Levens, het dichtstbijzijnde dorpscentrum. Betty wordt onmiddellijk aangesproken door twee oudere dames – zijn er hier andere? – die heel erg op elkaar lijken. Wijzend op haar “arm-sling” vragen ze “What have you been up to, my dear?”. We doen opnieuw het verhaal over de val op de fels. Waarop de dames Betty beginnen te vertellen hoe ze mij moet leren koken en afwassen! “You are sisters?” vraagt Betty. De dames giechelen en beweren stellig van niet, tenminste “as far as we know” lachen ze. Waarop ze een discussie beginnen over hun voorouders.

Het dorpje Levens is niet veel zaaks, of toch niet voor toeristen: nette huizen met tuintjes, van de voor Engeland rijkere soort. Er is een methodisten kerk en een Anglicaanse kerk met als bijzonderheid dat drie klokken buiten opgesteld zijn en waarschijnlijk al jaren niet meer zijn geluid. Uiteraard is er ook een pub: de Hare and Hounds. Wij verkiezen als aperitief een rosé op ons terras in L’Atelier.


  1. Een vrouwelijke specht heeft geen rode vlek onder het ook. Het mannetje wel.
  2. De Ospreys van Foulshaw Moss trekken vanaf de herfst naar centraal Africa.

Meer “Meres”.

7 augustus 2025.

Keswick Museum.

Zeven dagen in en rond Bassenthwaite zijn mooi geweest: we trekken 70 km meer naar het “zuiden”, naar ons volgende verblijf in Levens in “South Lakeland”.

Maar eerst binnenwippen in wat we gisteren noodgedwongen moesten missen: het Kessick Museum, voluit het Kessick Museum & Art Gallery. Het museumdeel in zaal 1, vertelt over het ontstaan van het Lake District, de prehistorie, de oorzaken van de vele overstromingen in de streek en … dan stopt de geschiedenis. Terloops vermeldt het museum via drie teddybeertjes dat Robert Southey hier als eerste de fabel van goudlokje en de drie beren neerpende. Alleen was goudlokje in die allereerste versie een oude vrouw. Verder worden zowat allerlei zaken gepresenteerd zoals opgezette roofvogels, een opgezette vos en een das. Het merkwaardigste ding: een negentiende-eeuws rots-orgel, een orgel met verschillende stukken leisteen die ook cordieriet (magnesium-aluminium-silicaat) bevatten. Het orgel werkt als een soort xylofoon; elk stuk leisteen produceert een andere toon. Even zelf proberen: do-re-mi-do do-re-mi-do mi-fa-sol mi-fa-sol (Broeder Jacob). Een bezoekster kijkt me lachend aan, aanmoedigend?

Zaal 2 is de Art Gallery met wisselende tentoonstellingen. Nu is er een met schilderijen en met verhalen uit Cumbria, verteld met het lokale accent van Cumbria, voor ons onverstaanbaar. Zaal 3 is Art-van-lokale-kunstenaars = allegaartje van allerlei, meer een manier om je via het café naar buiten te gidsen. Al bij al een eigenzinnig en grappig museum. Maar nu is het tijd voor de zuidelijke meren.

Grasmere.

We passeren Thirlmere. Het is druk op de weg, ook en vooral in Grasmere en dat is niet in het minst te wijten aan Willam Wordsworth die hier woonde en stierf. We lunchen in Emma’s Dell. Wordsworth schreef een gedicht over een plek die hij Emma’s Dell noemde, vandaar de naam van deze “lunchroom”. De menukaart vermeldt niet alleen dranken en gerechten maar toont ook het twee pagina’s lange gedicht. Op een muur staan de laatste vier versregels. Alles ademt hier Wordsworth. Alle cafés en restaurants zullen wel een connectie hebben of uitgevonden hebben met Wordsworth.

O ja, een “croque monsieur” in Cumbria, of althans in Emma’s Dell, is: twee grote pannenkoeken met ham, cheddar kaas, tomaat en omelet binnenin. Zwaar!

Voor “Dove Cottage”, het huis van Wordsworth staan tientallen mensen aan te schuiven. In de “Daffodil Garden” daarentegen is er zo goed als niemand: de narcissen zijn allang terug in hun bollen onder de grond gekropen. Ook bij Wordsworth’s graf, achter de kerk, zijn er weinig bezoekers.

Windermere.

We passeren langs Windermere, of beter: we moeten stapvoets door Bowness-on-Windermere rijden want het is er druk. Voetgangers zijn verplicht af en toe op de rijbaan te stappen, want: voetpad vol! Massa’s mensen verdringen elkaar aan de boten, steigers en cafés van het meer. Ongezien!

Gelukkig rijden we naar rustiger oorden: onze nieuwe verblijfplaats, “L’Atelier”, ligt in een afgezonderde vallei, aan het einde van een doodlopende weg. Benieuwd wat er in deze streek te ontdekken valt. De omgeving ziet er in elk geval lieflijk uit, zeker nu de zon weer verschenen is. Dat is voor morgen …

Estates: Lingholm en Mirehouse.

6 augustus 2025.

De nacht brengt rust en raad. Betty heeft oké geslapen met “slechts” 1,5 pijnstiller. Schouder, elleboog, hand en vingers kunnen bewegen. Haar bovenarm is licht gezwollen en donkerblauw; linkerbeen doet ook wat pijn. Kalm aan doen vandaag. Het weer is zacht; eindelijk geen storm meer.

Deze keer spot ik op mijn jogging een everzwijn, struisvogels en flamingo’s. 😜Ik loop in een bos naast het Lake District Wildlife Park.

Keswick.

Eerste prioriteit vandaag – na ontbijt en Betty helpen douchen – is een echte mitella kopen bij een apotheker in Kewsick. Een “arm sling” heet dat in het Engels; kost amper 4,99 £. Het is hier ‘s morgens nog rustig. Met die “arm sling” voelt Betty zich redelijk oké: we wandelen nog wat rond langs Market Place, over de Derwent rivier tot Fitz Park. Hier springt het opvallende, sympathiek aandoende gebouw van Keswick Museum in het oog. Helaas, na een koffie is onze betalende parkeersessie vervallen zonder mogelijkheid om on-line te verlengen. Over naar plan B.

Lingholm.

Gisteren misten we Lingholm, maar uitgesteld blijkt niet verloren. In Lingholm Estate, een statig landhuis, bracht Beatrice Potter als kind vele vakanties door (zie onder andere de film “Miss Potter” met Renée Zellweger). Het huis is niet te bezoeken, wel de ommuurde tuin en de omgeving waarin vele personages uit Potters boeken tot leven kwamen en …komen. Duidelijke informatieborden in de tuin leggen de link uit tussen dieren en personages. Plus: we zie, een paar groenten uit het verleden terug zoals savooikool. Leuk en leerzaam.

Zolang Betty oké is, “profiteer” ik ervan. We wandelen door het bos een halve mijl tot Nichol End, een kleine marina aan Derwent Water waar kayaks en SUP-boards verhuurd worden. Een SUP-board is een Stand Up Paddle surfplank, maar de paar surfer zitten op de knieën op hun board. Beginners?

Tijd om in Ranforth Lodge te lunchen en te temporiseren (=rusten).

Mirehouse.

Maar de “Lakes” en de “Fells” roepen ons. Een paar mijl van onze verblijfplaats ligt Mirehouse, een zogenaamde oude manor of estate. Het huis is alleen voor het publiek open van april tot oktober, op woensdag- en donderdagnamiddag. Het is woensdagnamiddag!

We wandelen door de smoking room, de dining room, de gang voor de bedienden, de library met aparte rekken voor “mathematics”, “physics”, “philosophy”, … de music room waar een pianist live pianomuziek speelt … Foto’s nemen helaas verboden. Vanuit elke kamer kon je de “servants” bellen. Iedere bel had een eigen klank. De bedienden moesten snel alle klanken leren herkennen om te weten wie, waar iets nodig had. De hond blafte alleen bij het geluid van de deurbel.

Eenmaal buiten wandelen we door het park / de tuinen / het bos / de schapenweiden naar Bassenthwaire Lake. Opletten op paadjes door weilanden met schapen: die liggen vol keutels. Alsof de schapen beslist hebben dat ze niet in hun eten, het gras, kakken.

Baby’s en honden zijn ideaal om sociaal contact te maken “arm slings” blijkbaar ook. Een vrouw met arm in een mitella en haar man, lopen naar ons toe. “What happened to your arm”?, vraagt de vrouw, “Mine is broken”. We doen ons verhaal van gisteren waarop de man uitlegt dat Keswick en Penrith zogenaamde “cold sites” zijn wat betreft gezondheidszorg: geen volwaardige hospitalen. Carlisle is dat wel, maar heeft een archi-slechte reputatie. Manchester, daar is een goed hospitaal, maar ook met vier tot vijf uur wachttijd. Tja, gezondheidszorg in Engeland …

Aan het meer staat zowaar een stokoud kerkje, Saint Bega’s Church, duizend jaar oud, toen de Normandiërs hier net waren binnen gevallen. Wat een fotogenieke plek: het meer, het oude kerkje, & het kerkhof errond, de bergen op de achtergrond en – behalve wij – geen mens. Het zou zonde geweest zijn om dit te missen.

Vanavond maak ik Caesar Salad met kip, zonder ansjovis, maar wel met lookmayonaise. Ik ben duidelijk gepromoveerd tot kok. Voorlopig ga ik daar niet over opscheppen.