28 juli 2024
Onze eerste “lange” uitstap in de Alentejo: naar de stad Elvas, UNESCO werelderfgoed, een dik uur rijden vanaf ons vakantiehuis (+/- 70 km). De weg er naartoe is helemaal niet eentonig: geen snelweg maar lokale wegen, geen verkeer (=bijna letterlijk te nemen), weinig huizen, een landschap dat aan Afrika doet denken (vervang de acacia’s door kurkeiken) of soms – met de gele stoppelvelden – aan Toscane. De streek is net zoals de weg: verlaten! Boerderijen en dorpjes liggen ver van elkaar. We passeren Alandroal, met burcht en de ruïnes van het kasteel van Juromenha (wordt nu gerestaureerd).




Zwart varken.
Af en toe rijden we langs kilometerslange domeinen waar zwarte varkens half wild rondlopen. Dit zijn de beroemde “porcos pretos”, volgens de lokale overlevering een kruising tussen de “gewone” varkens en wilde everzwijnen. Net zoals de Jamón Iberico in Spanje zou de hesp ervan een lekkernij zijn. Moeten we dringend uitproberen.

Langsheen de weg wordt de nieuwe controversiële Hoge Snelheid Trein-lijn van Lissabon naar Madrid gebouwd.
Elvas.
We parkeren net buiten de stadsmuren: Elvas ligt geprangd tussen eeuwenoude vestingmuren in stervorm. Een gepensioneerde Portugees lijkt op de parking de auto’s te bewaken. Moet ik hem betalen? Hij spreekt nog minder Engels dan ik Portugees maar wrijft duim en wijsvinger tegen elkaar: het internationale “geld-gebaar”. Hoeveel? Een Portugese mevrouw die wel Engels spreekt schiet te hulp: gangbaar tarief is 20 eurocent. Met mijn ene Euro is hij blij voor vijf!




In Elvas herkennen we al meer de typische Portugese steden: veel statige monumenten en kerken, maar ook dito kleine straatjes en witte huisjes. Alleen valt het op: hier zijn extreem weinig toeristen. De omwalling is indrukwekkend. Vanaf het kasteel krijg je een prachtig zicht over de stad EN de omringende heuvels met burchten op de top. Wel betaal je 3 € per persoon, kinderen gratis, gepensioneerden halve prijs om de burchtruïne te bezoeken – Monsaraz was gratis en even spectaculair! “Money well spent” laat Evelien zich sarcastisch maar luidkeels ontvallen.






Pedras do Castelo.
Lunchtijd! Aan de overkant van het plein, aan de voet van het kasteel (Pedras do Castelo) is een leuk mini-terras in de schaduw: bezet! Binnenin is het al even “mini”: één tafel voor vier of vijf, één tafel voor twee, kleine toog, klein keukentje in een apart kamertje daarnaast. De baas legt ons uit dat hij voor lunch alleen maar tapas serveert. Perfect voor ons.
We eten Pastel de Bacalhau (viskroket), Rissóis Camarão (garnaalkroketje), Jin Jao (een soort deels gebakken Japanse (of Chinese?) dumplings) en … Linguiça Grill. Dat laatste zou de “nationale worst van Portugal” zijn: varkensvlees, kruiden en lichtjes gerookt. Pittig! Blussen met Super Bock (Portugees bier).
Handpan.
In het restaurant hangen aarden schotels, aarden lampenkappen, schilderijtjes. De kok is tevens pottenbakker, schilder, beeldhouwer, bouwer van muziekinstrumenten. Hij troont ons mee naar een zijkamertje: zijn “expositieruimte”. Lou mag één van de rare instrumenten bespelen. ‘t Blijkt een handpan te zijn, een “tambor de mão”, eigenlijk een soort van stalen drum met gaten. D’er is overigens niets Portugees aan: de oorsprong is Trinidad! Ik koop hier een pet van Portugese kurk (24 €): mijn oude pet sneuvelde in het zwembad van Monte de Santa Maria.


Nog eventjes rond kuieren, maar bij deze warmte valt het niet mee. In een kerkmuur zit een rond gat: offerblok voor wie geen tijd heeft om de kerk te bezoeken. Armoreira aquaduct uit de 16de en 17de eeuw nog bewonderen, fotograferen en terug naar huis … afkoelen! We hebben waarschijnlijk nog niet eens de helft van Elvas gezien.





Het weer “slaat om”. Eentonig grijze wolken verbergen de zon waardoor de temperatuur amper zakt. Ook het verfrissende avondwindje blijft uit, wat de cicaden niet belet om nog harder “van katoen te geven”. Voor vannacht wordt zelfs regen en onweer voorspeld. Toch maar al onze spullen en de kussens van het terras binnen halen. Gelukkig is er airco in alle slaapkamers van Monte de Santa Maria want het koelt helemaal niet af. We zien morgen wel.













































