Puerto Inca.

3 september 2013.

Rijden gaan we vandaag doen! Een beetje meer dan 400 km van Arequipa naar Hotel Puerto Inca, iets voorbij de stad Chala aan de kust van Peru.

We zijn echter gestart met slechte timing van bij het begin: de privé-parking waar onze auto staat, is afgesloten met een ijzeren poort en die gaat pas om 8u30 open. We staan hier een uur te vroeg! Terug dan maar naar het hotel en daar nog wat rondhangen. Maar om 8u20 kunnen we toch reeds Arequipa vlot uitrijden: de parkeerwachter kwam iets vroeger toe; onze auto stond er als enige op de parking.

We verlaten nu definitief de Sierra (hooggebergte), echter niet zonder opnieuw door merkwaardige berglandschappen te passeren. Afgeronde bolle bergruggen wisselen af met rotsige pieken in rood, bruin, grijs met daartussen bergen die op gigantische witte duinen lijken. Geen sprietje begroeiing, nergens meer … dit is pure woestijn. Tussen Arequipa en de kust loopt de temperatuur op tot 29° C. Af en toe een klein “dorpje”: hoofdstraat met winkeltjes en restaurant (maar niet te veel bij voorstellen: ’t zijn allemaal “koterijen” met lemen muren en golfplaten dak). Bochtige weg maar in relatief goede staat. Weinig maar “zwaar” verkeer: gigantische trucks kruipen aan slakkengang in tegenovergestelde richting de bergen in. Voortdurend dalen nu tot aan de kust waar de temperatuur rond de 18° C ligt. Er hangt inderdaad in deze periode van het jaar meestal mist over de costa, de kuststrook van Peru.

Costa, Peru

Costa, Peru

Costa, Peru

Meegebrachte broodjes opeten langs de kant van de verlaten weg, en later nog een keer langs de “hoofdstraat” van één van de dorpjes, Atica. Nog steeds woestijn achter de kust. Af en toe een oase waar een rivier de Stille Oceaan induikt. Blijkbaar wordt in deze letterlijk groene zones intensief aan landbouw gedaan: huisjes en wegen moeten wijken voor akkers. Ze liggen op de slechte, onvruchtbare plaatsen tegen de rotshellingen aan.

We schieten goed op. We zien een vrachtwagen die blijkbaar van de weg gesukkeld is: stuurcabine helemaal vernield! Politieauto erbij. Even later een autobus met pech, boven op een helling. De tientallen passagiers staan wat verweesd met hun bagage rond de bus.We bereiken Chala na zo’n kleine 6 “uurkes bollen”, ruim minder dan de 9 uur die sommige reisbrochures ons lieten geloven. Even verder langs de weg een groot bord: naar links, naar Hotel Puerto Inka. Blijkt een zalige en godvergeten plek te zijn aan een baaitje omgeven met rotsen. Naast Inca-ruïnes, die vrij toegankelijk zijn. Geen mist, stalende zon. Een biertje op het terras van het hotel en … kan dat? Daar in de zee? Verrekijker grabbelen … inderdaad: een school van zes, zeven, acht, meer … zeehonden! Aan het stoeien langs de rotsen. Leuk! We profiteren er uiteraard van om te wandelen: langs de baai boven op de rotsen. Zwarte gieren cirkelen boven ons; landen soms op de rotsen en verscheuren iets, kadavers van vissen, of mosselen? Een “local” heeft blijkbaar een hele zak mosselen “ge-oogst” tussen de rotsen.

Costa, Peru

Sea Lions, Costa, Peru

Vultures, Costa, Peru

Langs de Inca-ruïnes stappen: die lijken (nog?) niet professioneel door archeologen opgekuist. Misschien stappen we zelfs op en over nog niet bloot gelegde muren? Foto’s nemen en de zee afturen met verrekijker. Aan de overkant van de baai is de verst uitstekende hoge rots compleet bedekt met guano, uitwerpselen van meeuwen. Guano werd vanaf de tweede helft van de 19de eeuw wereldwijd op grote schaal gebruikt als meststof in de landbouw. Dat veroorzaakte dan ook een tijdelijke “boom” voor Peru dat op grote schaal guano begon te exporteren, tot de economische depressie van 1873 en de uitputting van de voorraden. Tja, in dit geval kon je zeggen dat – eens de stront op was – er werkelijk stront aan de knikker was!

Puerto Inca, Peru

Puerto Inca Beach, Peru

Puerto Inca, Peru

Guano, Puerto Inca, Peru

Ons “huisje” staat aan het strand, op een rots, zo’n 10 meter boven zeeniveau. We zullen slapen bij het geluid van brekende golven op het strand. Maar de voorzieningen zijn hier elementair en spartaans. Strooien dak op ons hok, muren onderaan afgebladderd door schimmel, verlichting is één peertje aan het plafond, simpele houten deur. Gelukkig is alles proper en … wat heb je meer nodig op zo’n compleet verlaten plek? Bovendien zijn we bijna de enige gasten in het hotel: er zijn nog drie nederlanders – vader en twee volwassen zonen – die met de motor door Peru trekken. En wij …

Avondmaal in het “restaurant”: een plek met golfplaten dak, langs twee kanten afgeschermd van de zee met een jutten zeildoek maar verder open. Dus redelijk fris, ondanks onze dikke truien. Dan maar een Pisco Sour en een flesje witte Tacama-wijn om ons te verwarmen.

Douchen is moeilijk: er komt maar een klein straaltje lauw water uit de kraan. Zeep “pakt” niet: waarschijnlijk is het water zout? Slapen blijkt onverwacht nog moeilijker: de beten van de zandvlooien van de vorige dag veroorzaken rond middernacht een ongelooflijke jeuk, zowel bij mij (voeten) als bij B (voeten EN benen). Afkoelen onder koud water … helpt een klein beetje. Luisteren naar de branding … dan toch in slaap vallen.

Arequipa: rijke nonnen, Inca’s en politie.

2 september 2013.

Een stad in de stad. Zo kan je het klooster van Santa Catalina in het centrum van Arequipa het best omschrijven. Het complex ligt op een boogscheut van ons hotel. Iets na openingsuur staan we dus al binnen. Het geheel is een wirwar van kleine steegjes, genoemd naar straten uit Andalusië, Spanje. Alle huisjes van een straat zijn nu eens allemaal okerbruin geschilderd, dan weer azuurblauw. Zo blauw dat de lucht er grijs bij lijkt … of is die echt grijs door een combinatie van mist en stof?

Monasterio Santa Catalina, Arequipa, Peru

Hier leefden vroeger nonnen die uit de rijke families van Arequipa kwamen. Je moest immers een flinke bruidsschat betalen om in dit slotklooster te worden aangenomen. Maar je kreeg dan ook vier slavinnen en vier bediendes mee. Veel werken zal je dus niet moeten doen hebben in dit oord. Wat bidden, mediteren en … plezier maken. ’t Werd zelfs zo erg dat Pio Nono (Paus Pius IX) in het midden van de negentiende eeuw een kloosterzuster van een andere orde afvaardigde die “de boel moest opkuisen”. Alle slavinnen en bediendes mochten kiezen: de vrijheid of ook, echt, slotkloosterzuster worden. En alle nonnen konden ook kiezen: buiten of echt non zijn! Nu zijn er nog een tiental nonnen in een nieuw gebouwde, afgezonderde vleugel van het klooster.

Monasterio Santa Catalina, Arequipa, Peru

Monasterio Santa Catalina, Arequipa, Peru

In elk geval is het ongelooflijk leuk om in deze straatjes te verdwalen onder de felle zon, met de besneeuwde toppen van de Andes die op de achtergrond nog te zien zijn . Prachtige foto-gelegenheden. De meeste huisjes van de nonnen zijn te bezoeken, wat we dan ook doen. Sommige zijn ingestort bij één van de vele aardbevingen. Prachtige binnenpleintjes met bomen, palmen of fonteintjes. We dwalen meer dan twee uur rond in deze toch wel serene en rustige omgeving. De geluiden van de drukke stad dringen hier amper door … of toch wel …. geschreeuw, muziek, geroep … van een nogal ruwe en luidruchtige betoging in het stadscentrum. Veel politie in gevechtskledij …

Plaza de Armas, Arequipa, Peru

Plaza de Armas, Arequipa, Peru

We flaneren nog even over de Plaza de Armas waar de betoging net is weg getrokken. De indrukwekkende politiemacht met schilden en wapenstokken is aan het opkrassen. Het gewone leven herneemt zijn gang. Behalve de beroepsfotografen van gisteren, zitten er nu ook midden op het plein mannen met ouderwetse schrijfmachines op hun schoot. Hier kan je een brief dicteren of … een ontvangen brief laten voorlezen en een antwoord laten uittikken. Papier en vel carbon zit klaar in de machine. Handig als je niet kan lezen of schrijven!

We zijn de drukte van de binnenstad een beetje moe en zoeken de wijk San Lazaro op. Volgens de legende zou de stad hier ooit gesticht zijn: toen de Inca Mayta Capac hier met zijn leger kampeerde en weer wou verder trekken, vroegen de soldaten of ze zich hier mochten vestigen omwille van de aangename omgeving. De Inca zou dan in het Quetcha hebben geantwoord: “ari, quepay” ofte “ja, blijf maar”. Het is hier inderdaad een rustige buurt met kleine, kronkelige straatjes waartussen af en toe een oude VW kever zich een weg baant. Het park wat even verder in de Selva Alegre wijk ligt, blijkt alleen maar op feestdagen en in het weekend open en toegankelijk te zijn. Moeten we aan de reisgids melden.

San Lazaro, Arequipa, Peru

Lunchen in restaurant “Arthur”, buiten op het “trottoir-terras”, uiteraard in de schaduw. Heerlijk, ware het niet dat … er hier blijkbaar minuscule (2 mm?) zandvlooien zitten die gemeen kunnen bijten. Je voelt het eerst bijna niet maar daarna … een jeuk van jewelste. Gelukkig heb ik een lange broek aan maar helaas dan weer met blote voeten in “docksides”. B is met haar half blote benen echter het zwaarst getroffen: zeventien beten blijkt achteraf, “slechts” negen bij mezelf.

Terug naar het stadscentrum om nog “een museumpke te doen” (Museo Arqueologico de la Universidad de San Agustin: grotendeels gesloten voor verbouwing en slechts een paar zalen gratis te bezoeken) en een brug te bezichtigen die door Eiffel is gebouwd (helemaal in ijzer maar op zich niets speciaals).

Dan maar terug naar het hotel voor een drankje op het zonneterras met uitzicht op de ordeloze en chaotische noordelijke achterkant van Arequipa en … besneeuwde Andes-toppen.

Arequipa, Peru

En opnieuw de dag besluiten in restaurant Zig Zag waar we tussen haakjes een ijzeren draaitrap, ook weer van Eiffel, kunnen bewonderen.

De senorita die ons bedient is nog even onhandig bij het openen van een fles wijn. Net zoals gisteren toen ze vijf minuten nodig had om uiteindelijk de kurk te doen  afbreken. Mijn les van gisteren “hoe open je een fles met een sommelier kurkentrekker” is blijkbaar toch niet echt doorgedrongen.

Terug met tweetjes te voet door de nacht naar ons hotel.

Morgen zeggen we de steden in Peru voorgoed vaarwel.

Naar Arequipa.

1 september, 2013.

We verlaten vandaag Colca Canyon en de grote hoogtes van de Andes. Echter niet zonder nog een laatste keer, noodgedwongen maar met veel plezier, over de hoge cordillera (Andes bergruggen) te trekken. Voor een groot stuk dezelfde weg terug als twee dagen geleden. De zon schijnt en er is bijna geen wind zodat het absolute hooggebergte er veel lieflijker uitziet dan toen we hier de eerste keer doorreden. De temperatuur daalt echter van ongeveer 17° C in de canyon tot 3° C op 4.900 meter.

Cordillera close to Colca Canyon, Peru

Cordillera, Andes, Peru

Andermaal zijn we onder de indruk van dit hoogplateau met zijn pampa’s van geel gras, bevolkt door vicunya’s, roofvogels, een soort dikke, zwart-witte ganzen en wie weet  wat nog allemaal wat we niet te zien krijgen. Wel spotten we een prachtige ibis-achtige vogel – zwart met blauwgroene vleugels – die in een veenachtige poel naar voedsel zoekt.

Bird at Cordillera, Andes, Peru

We stoppen en zetten de motor af: absolute stilte! Geen achtergrond geluid van auto’s of vliegtuigen, niets, nada … zo stil dat we er bijna ongemakkelijk van worden.

Stoppen ook om de kuddes vicunya’s te fotograferen. En voorbij geraasd worden door toeristenbusjes die haastig van A naar B moeten, zonder veel interesse voor het buitenaards mooie landschap.

Vicunya’s, Andes, Peru

Volcan Sabancayo, Andes, Peru

We eten onze meegebrachte lunch op met zicht op de vulkanen die hier talrijk en hoog zijn. In het bijzonder zien we aan de horizon reeds “el Misti”, een mooie afgetopte kegel: aan de voet van deze vulkaan ligt Arequipa, onze eindbestemming voor vandaag, zo’n 150 km van Colca Canyon lodge en och arme – we worden blasé – op 2.300 meter hoogte.
We rijden vanuit het noorden Arequipa binnen, na eerst door een absoluut dorre en droge reeks van bolle bergruggen gepasseerd te zijn. Die liggen als grote ribbels naast elkaar. De weg snijdt er dwars doorheen.

Mountains close to Artequipa, Peru

Arequipa, la ciudad blanca: de witte stad. Daar is voorlopig niet veel van te merken. Eerst rijden we voorbij een gigantische cementfabriek: Yuga S.A. D’er hangt, niet alleen over dit industrieel complex maar over de hele stad, een soort mist of is het gewoon één grote stofwolk. Alvast in de noordelijke voorsteden wordt alles en iedereen omhuld door wit stof. Misschien goed ook hier, want we passeren letterlijk doorheen een kilometerslange sloppenwijk, de eerste die we hier in Peru zien. Arequipa is dan ook een stad van een miljoen inwoners en blijft arme boeren uit de Andes aantrekken. Is het beter arm te zijn in Arequipa dan arm in de Andes? Kilometers en kilometers ver passeren we simpele vierkante huisjes uit kleisteen, dikwijls zonder dak of anders met golfplaten of riet bedekt, meestal zonder glas in de vensteropeningen.

Tot we – onder de experte leiding van B, de navigator – het stadscentrum naderen. De kleine driewieler taxi’s, meestal gemotoriseerd, soms ook met “mankracht” aangedreven – maken hier plaats voor slechts iets grotere, rode of gele Daewoo taxi’s. Huizen worden groter en statiger, inderdaad meestal uit witte vulkanische steen opgetrokken, niet hoger dan één verdieping.

Waar de GPS faalt (herkent niet de éénrichting-straten) neemt B het over en leidt ons feilloos doorheen een smalle straat met vervallen huizen naar ons hotel. De gevel ziet er niet veel zaaks uit en is helemaal afgesloten naar de straatkant toe. Binnenin is echter alles OK: mooi binnentuintje, modern, proper, leuk zonneterras. En dat het personeel geen Engels spreekt is met B erbij ook geen probleem. Eerst nog de auto parkeren in een gereserveerde privé-parking een paar straten verder. Ook al een belevenis: drie keer achteruit terug uit de parking moeten rijden om vertrekkende auto’s door te laten.

’t Is nog geen drie uur, dus … stadscentrum alvast even verkennen.

Prachtige en grote Plaza de Armas omgeven langs alle zijden door witte gebouwen uit vulkanische steen, de zogenaamde “sillar”. De gebouwen langs de drie zijden hebben zowel onderaan als op de eerste verdieping, arcades. Langs de noordzijde van het plein ligt de kathedraal met – volgens de toeristische gidsen – een Belgisch orgel. Het plein en de zondagse drukte kan je best vanaf één van de restaurants/bars op de eerste verdieping bekijken. Wat we dan ook doen. Veel Peruvianen laten zich blijkbaar graag en uitgebreid op het plein voor de fontein fotograferen door een paar oudere mannen met blauw hemd, écru débardeur en dito pet, vermoedelijk beroeps? Palmbomen, parkjes en jacaranda’s in bloei. Jacaranda’s zijn bomen die tot 20 meter hoog kunnen worden. Ze hebben paarse bloemen en zijn van oorsprong Zuid-Amerikaans, hoewel ze inmiddels in de meeste subtropische streken van de wereld zijn geïntroduceerd, onder andere in Zuid-Afrika.
Mooi plein, maar wel druk.

Plaza de Armas, Arequipa, Peru

Jacaranda’s, Arequipa, Peru

Nog wat rondkuieren in de kleine straatjes rond de Plaza de Armas. Daarna aperitieven op het zonneterras van het hotel. Via iPad een internet restaurant zoeken. Het wordt Zig Zag; een restaurant dat – volgens de publiciteit – een synthese brengt van keuken uit de Andes met eerlijke Peruviaanse producten en moderne culinaire technieken. Specialiteit: vis of vlees op vulkanische steen. 

Zonder verder in detail te treden, proef op de som: inderdaad een absolute aanrader!