Deze morgen, maag- en darmproblemen al heel wat beter, starten we vroeg, voor het ontbijt, met een 2 km ochtendwandeling op het domein van Shahpura Bagh. D’er is een kleine katoenaanplant, te herkennen aan de witte vlokjes aan de planten. Langs twee zijden van het domein ligt een meertje. Talloze watervogels waden langs de oevers, schilderachtige beelden met een wazig morgenlicht. We zien zelfs van dichtbij een kingfisher – het vogeltje dan, niet het bier van India. Tijd voor ontbijt, uitchecken. Eerst nog Raju’s god bedanken voor zijn hulp bij het overwinnen van onze gezondheidsproblemen. Dan opnieuw de weg op.

Te vermelden deze keer, naast het geclaxonneer en het vuil in de dorpjes:
- Behalve de onvermijdelijke koeien, lopen er ook heel wat everzwijn-achtige varkens los rond in de straten. Ook zij scharrelen hun kostje bijeen op de vuilhopen.
- In een dorp langs de straatkant: een groot vuur omringd door zittende mannen en voor één keer geen lawaai! Een brandstapel. “Someone died”, zegt Raju lakoniek.
- Vrouwen rapen met de blote handen stront van de straten bijeen. Die leggen ze in grote ballen in schalen. Daarna wordt elke bal tot een soort dikke, ronde pannekoek geboetseerd, dan te drogen gelegd in de zon en gebruikt als brandstof om mee te koken.
- Over het algemeen doen vrouwen hier trouwens het zware werk: veld bewerken, grachten graven, stenen of water aanhalen …
- Eind november is het huwelijksseizoen in India. Zo’n feest duurt een paar dagen en er zijn minstens 2.000 genodigden. Ten minste als je “normaal arm” bent. Voor de iets rijkere moet je algauw op 5.000 tot 7.000 genodigden rekenen. Letterlijk overal zien we bruiloftstoeten en kitcherig versierde huizen en horen we geknal van voetzoekers.
- Van overal bleirt de hindoe-muziek ons tegemoet. Boeren monteren luidspreker-boxen op hun traktor en geven al rijdend van katoen.

’t Is een hele verademing om in Khem villas, Ranthambore te arriveren. Natuurgebied! Eindelijk wat rust en stilte. Krijgen een tikka op het voorhoofd en een drankje als verwelkoming. We logeren in een luxe-tent aan de rand van het “National Park”. Voor lunch stellen we ons tevreden met een soepje en wat fruit … maag en darmen nog wat rust gunnend.
De zon is, na een uitzonderlijk eerder bewolkte voormiddag opnieuw volop aanwezig. Zoals zowat alle dagen tot nu toe genieten we van een aangename 25 tot 30 graden overdag. Ideaal!
’s Namiddags bezoek aan het Ranthambore fort, midden in het nationaal park gelegen bovenop de rotsen. Niet te vergelijken met Amber fort bij Jaipur of Mehrangarh fort bij Jodhpur. Hier is van het interieur zo goed als niets overgebleven. Toch zeer uitgestrekt en indrukwekkend geheel. En van bovenaf heb je een wijds uitzicht op twee natuurlijke meren en de roestbruine rotsen van het gebergte, zo goed als kaal bovenaan en groen begroeid onderaan. Met de verrekijker zien we krokodillen in het meer dobberen en … aan de rand van het meer een verzameling safarikarren. De toeristen erin kijken allemaal één richting uit. Ook hun joekels van telelenzen wijzen in dezelfde richting. Hebben ze een tijger gezien? Niet uit te maken van hierboven.

Iets verder binnen de muren van het fort ligt een hindoe-tempel met de overmijdelijke drukte. Een paar “holy men” – haveloze figuren, met meestal verwarde baard en tulband – die de tempel bewaken, langoer-apen, koeien, kraampjes, Indiërs en … vuil.
En nu terug naar de eco-lodge Khem-villas voor een drankje, buiten rond een open vuur, en een vegetarische avondmaaltijd (Khem villas serveert alleen maar vegetarische gerechten).











En nu terug naar het stadscentrum waar we “ergens” gedropt worden. Maar we moeten maar één lange straat volgen, langs de Clock Tower, doorheen de bazaar met zijn honderden kleine winkeltjes, krochten en ateliers, oppassen voor de apen die overal op en over springen, langs koeien, vuilhopen, verkopers van alles en nog wat, laverend tussen de riksha’s en moto’s en een stroom aan mensen … tot aan de ingang van het paleizencomplex.



Udaipur: stad met de meren – met enige overdrijving ook wel het Venetië van India genoemd – omgeven door het Aravali gebergte. Maar vooral: één grote verkeerschaos. De smalle bochtige straatjes zijn eeuwen geleden ontstaan voor voetgangers, karren, paarden, ezels, geiten en kamelen. Niet voor auto’s, scooters, brommers, riskha’s, fietsen en busjes. Nochtans leidt goddelijke voorzienigheid ertoe dat deze verkeersstroom toch vlot beweegt. Ofwel bestaan er mathematische, statistische of stochastische modellen die de continue doorstroom verklaren. Een basisregel is wel: nooit boos of agressief worden. De Indiërs blijven zen bij de warboel en kakofonie van jewelste. Raju dropt ons, temidden van die chaos, aan het stadspaleis.




In 1710 kreeg de toenmalige Maharadja als bruidschat van de familie van zijn bruid ook 48 maagdelijke begeleidingsdames cadeau. En wat doe je dan als Maharadja. Juist, je bouwt een tuin voor de dames. Saheliyon-Ki-Bari is nu een prachtig park, met lotusbloemen, fonteinen en vijvers, wit-marmeren olifanten en … vooral veel Indiërs die ons belagen om foto’s van ons te nemen. Tot selfies toe! Indiërs zijn bezeten door fotografie. Maar we spelen het spel graag mee! Tijd om terug te keren naar het hotel want vanavond staat – op advies van Raju – “a night on the town” geprogrammeerd.







