Qutb Minar.

Wie zegt dat je in India niet zelf zou kunnen rijden? De Yamuna Expressway van Agra naar Delhi is een autosnelweg met drie rijvakken in elke richting. Een doorlopende middenberm met planten en prikkeldraad. Ook langs de zijkanten van de snelweg prikkeldraad over de ganse lengte. Vergelijkbaar met een autosnelweg in Europa. Alleen … de weg is bijna verlaten: weinig auto’s, bijna geen motorfietsen en niets van de rest wat de wegen van India onveilig maakt. Is de tol te hoog? Of moeten er gewoon weinig mensen van Agra naar Delhi? We passeren de afslag naar Mathura, “home of lord Krishna” waarop Raju “hare krishna, hare rama” begint te zingen.

Een eind voor Delhi maakt het platteland plaats voor tientallen en tientallen woontorens, al dan niet nog in aanbouw. Minstens twintig tot dertig verdiepingen hoog. En moderne bedrijfsgebouwen. Een heel ander India dan we tot nu toe zagen.

Er hangt een soort mist die de zon helemaal omfloerst. “Heiig” noemt het officiële weerbericht dat. Het schept een zeer bevreemdende, depressieve atmosfeer. We rijden Delhi binnen langs het zuiden … sloppenwijken … dan de “gewone” verkeerschaos. Stof alom. Op een rivier lijken dikke, uitgestrekte ijsschotsen te drijven: het is schuim … vervuiling. Halluciante sfeer.

Qutb Minar - IndiaGelukkig hebben we nog één bezienswaardigheid op ons programma staan vooraleer in te checken in de Airport Holiday Inn voor de avond en een klein deel van de nacht (terugvlucht naar Brussel om drie uur ’s morgens): Qutb Minar. Ten zuiden van Delhi ligt een mooi geheel van wat eens – nog voor de Mogols – het moslim-centrum van Delhi was. Hier staat de eerste moskee ooit opgericht in India, op funderingen van en gebouwd met materiaal van een hindu-tempel. En de Qutb Minar zelf: een ronde, eigenaardige maar fotogenieke toren van 73 meter hoog. Aan de basis 15 meter in doorsnede, bovenaan nog 2,5 meter. Vijf verschillend versierde verdiepingen, elk met een uitspringend balkon. Een “toren van de overwinning” die gebruikt werd als minaret. Plan was om er nog een tweede te bouwen, dubbel zo breed en hoog. Maar dat plan ging niet door: verder dan een deel van het grondstuk is deze tweede toren nooit geraakt.

De selfie-stick heeft ook in India zijn intrede gedaan. Tientallen toeristen nemen voortdurend foto’s en/of filmpjes van hun oh zo belangrijke IK, met de Qutb Minar als bijkomstig decor.

Sanskriet paal - Qutb Minar, IndiaHet geheel ligt in een park, samen met ruïnes en overblijfselen van een paleis, moslim-graven en verschillende ornamentale toegangspoorten. En er is nog een eigenaardigheid: een massief ijzeren paal van 7 meter hoog met nog een meter die in de grond steekt. Uit de vijf lijnen tekst in Sanskriet op de paal is op te maken dat hij dateert uit de vierde of vijfde eeuw. Vervaardigd ter ere van een zekere Chandragupta II. Nog altijd heeft de wetenschap niet kunnen uitvissen hoe het komt dat deze paal niet roest. De techniek om roestvrij staal te gieten is pas in de 19de eeuw ontwikkeld en deze ijzeren paal dateert van minstens 1.400 jaar eerder.

En hier eindigt onze reis door een deel van India. Blijft nu nog de hele poespas van luchthaven en vlucht. Maar eerst nog onze eindafrekening betalen aan Raju en royaal tippen. Hij stond altijd op elke plek op het afgesproken uur klaar, drong nooit iets op, kwam af en toe met uitstekende suggesties en heeft ons een paar dingen laten zien waar we zonder hem waren voorbij gereden. Een pluim voor hem en “India individueel“.

Nabeschouwing.

India is een aanslag op alle zintuigen:

  • Ogen: je kijkt hier je ogen uit, zowel naar de vele prachtige tempels en paleizen als naar de kleurrijke sari’s als naar de lelijkheid, de “koterijen” en het vuil in de steden en dorpen.
  • Oren: overal lijkt er lawaai te zijn. Van het chaotische verkeer, van bleirende hindoe-muziek, van de roep van de muezzin, van Indische toeristen, van alles … De zeldzame plekken van relatieve stilte en geluiden van de natuur zijn dubbel te apprecieren.
  • Neus: van de alom aanwezige rozengeur in hotels, lodges en in Raju’s auto … over de geur van brandende wierookstokjes in en rond de tempels … tot de stank van uitlaatgassen, rook, verrotting, bergen vuil en open riolen.
  • Smaak: zelfs in “non-spicey” gerechten proef je een boel nieuwe smaken … niet altijd even geapprecieerd door onze westerse smaakpapillen.
  • Tastzin: het woestijnzand van Rajasthan elke dag weer voelen plakken aan huid en haar.

India … ’t is een belevenis, een uitdaging, een confrontatie … een afrader als eerste ervaring voor wie nog nooit buiten Europa is geweest … een aanrader voor wie avontuur zoekt … heftig!

India, veel goed karma toegewenst!

Taj Mahal.

Niet beseffend dat ons hotel, Radisson Blu, maar op een paar honderden meter van het ticket office van de oostelijke ingang van de Taj Mahal ligt, hebben we Raju gevraagd om ons er heen te voeren. Niet dat een wandeling leuk of aangewezen zou zijn. Agra lijkt met de gewone India-chaos en -vuiligheid geen al te mooie stad te zijn.

Taj Mahalj Aan het ticket office, geen files! Iemand wijst ons vriendelijk de weg naar de loketten, dan naar een plek waar je je gratis waterflesje kan ophalen, dan naar een loket waar je schoenovertrekken krijgt. De man blijkt een gids te zijn die ons zijn diensten wil verkopen. Maar we hebben zelf onze boeken bij, dus nee, dank u.

Met een elektrische bus – stel je voor, in India! – naar de oostelijke ingang van de Taj. Omwille van de luchtvervuiling mogen auto’s, brommers, bussen en gemotoriseerde riksha’s sinds de grote restauratie van 2002 niet meer in de buurt van de Taj Mahal komen. Ook geen file aan de ingang maar wel strenge security. Alle tassen worden doorzocht. Geen eten toegelaten, ook geen sigaretten, aanstekers, computers, camera-driepikkels, laders voor mobiele telefoons, enz. Wij hebben alleen onze cameratas met camera bij. Maar … waarin ons kleine (15 cm) driepikkeltje steekt! Niet toegelaten! Dus ik terug buiten met het driepikkeltje: je zou dat hier gratis ergens kunnen achterlaten? Iemand spreekt me onmiddellijk aan en stelt voor om het ding bij hen gratis te deponneren, in een “offciële” vestiaire … die een winkel blijkt te zijn. En een tweede persoon stelt me net hetzelfde voor, en een derde, en vierde en …. Ik ben omringd door luid schreeuwende Indiërs die met mekaar beginnen ruzie maken! Dan maar verder stappen, voorbij de groezelige shops tot aan een open plek met bouwafval. Driepikkeltje onder een steen langs de kant van de weg gelegd … we zien wel. Terug dan door security en eindelijk binnen.

Taj Mahal close-up, IndiaIndia en de Taj Mahal, de romantische kant van het verhaal: de Mogol-keizer Shah Jehan liet de TaJ Mahal bouwen als eerbetoon aan zijn overleden vrouw, Mumtaz Mahal, die hij toch zo lief had. De Taj is dan ook uitgegroeid tot het wereldwijde symbool van de eeuwige liefde. Maar wat andere feiten: Mumtaz Mahal was zijn derde vrouw die stierf bij de bevalling van hun veertiende kind. Bovendien hield Shah Jehan, zoals gebruikelijk in die tijd, er een uitgebreide harem op na. ’t Liep trouwens slecht af met de keizer: Aurangzeb, één van zijn jongere zoons kwam in opstand, greep de macht en sloot zijn vader op in het rode fort van Agra. Vandaar kon Shah Jehan alleen nog maar uitkijken over de Yamuna rivier en zijn Taj Mahal in de verte. Overigens heeft Aurangzeb later het mogol-rijk in India om zeep geholpen door zijn vele oorlogen en expansie-drang.

Taj Mahal sanitaire servicesMaar natuurlijk is het gebouw een meestwerk van architectuur en perfecte symmetrie. Alle vier zijden zijn precies gelijk. De decoratieve minaretten op de hoeken buigen lichtjes naar buiten zodat ze bij een eventuele aardbeving niet op de Taj Mahal zouden vallen. De muren zijn van wit marmer, prachtig bewerkt, bijna doorschijnend en ingelegd met half-edelstenen. Door het felle licht doet het bijna pijn aan de ogen om naar het gebouw te kijken. Binnenin dezelfde graad van perfectie en gedetailleerde afwerking. Indrukwekkend geheel, maar … ontroerd zijn we nu ook weer niet. Nog wat rondwandelen in de tuinen en rond de waterpartijtjes. Taj museum bezoeken. Toilet bezoek: gratis voor niet-Indiërs! Maar wij betaalden dan ook 750 roepies (12 EUR) per persoon inkom, de Indiërs maar 20 roepies. Nu eerst driepikkeltje ophalen van onder mijn steen op het braakliggend terrein (het ligt er nog!) en dan: tijd voor de lunch. Indisch, maar het valt redelijk mee (=niet gekruid).

Taj Mahal from Red FortHet rode fort moeten we natuurlijk ook zien. Gebouwd als versterkte burcht door Akbar, dat is die van Fatehpur Sikri (zie blogpost van gisteren) en omgevormd tot paleis door Shah Jehan. Van hieruit heb je een prachtig zicht op de Yamuna-rivier en net daarnaast de Taj Mahal. Voor de rest: opnieuw een prachtig paleis. Maar we raken een beetje de tel kwijt en kunnen ons niet goed meer herinneren in welk paleis we welke details hebben gezien. Maar daarvoor dient ook deze blog … als documentatie voor onze ervaringen in India.

Terug naar het hotel om wat uit te rusten bij het zwembad en een Kingfisher biertje. Morgen vatten we de terugkeer aan.

Op weg naar Agra.

Vandaag overgangsdag: van het relatief rustige platteland en de natuur, opnieuw naar de stad. Dus op weg naar Agra en wat het laatste hoogtepunt van deze reis door India moet worden: de Taj Mahal. Maar eerst een 250 km lange rit voor de boeg, zo’n 6 tot 7 uur rijden! In India schiet je niet op.

Chand Baori -AbhaneriRaju’s Engels is niet altijd goed te verstaan. “You want to see bell”? vraagt hij na een paar uurtjes rijden. “Bell”? Waarschijnlijk een soort klok of klokketoren. Laten we dat maar doen, al was het maar om de benen te strekken. Tot onze verbazing brengt Raju ons in Abhaneri om een zogenaamde baori of step-well of – vrij vertaald – trappen-waterput te bekijken. Niet Bell maar Well! Deze, de Chand Baori van Abhaneri is 19,5 meter diep en een indrukwekkende vierkante constructie. Alsof je een tempel niet naar boven maar naar beneden in de grond zou bouwen. Drie wanden vertonen een geometrische trappenstructuur gebaseerd op het getal 32. De vierde zijde is in detail versierd en heeft pilaren, platformpjes, kamertjes en gangen. Een baori werd altijd gebruikt voor de voorziening van drinkwater. Hier staat er helemaal beneden nog smaragdgroen water in.

Gezien het belang van water in Rajasthan, werd het bouwen van een baori beloond met een zeer goed karma. Meestal was er een hindoe-tempel aan verbonden. In Abhaneri staan de overblijfselen van de tempel – slachtoffer van de vele oorlogen tussen de Mogols en de Maharadja’s – naast de baori.

Wat een leuke onderbreking van onze rit!

Na de lunch schieten we zo goed op dat we ook nog tijd hebben voor een bezoek aan Fatehpur Sikri, zo’n veertig kilometer voor Agra. Raju dropt ons op de parking. Vandaar een eindje te voet waar we aangeklampt worden door gidsen en verkopers van alles en nog wat. Tot bij aftandse bussen (geen andere dan aftandse gezien, hier in India) met doorlopende ijzeren staven langs de vensters. Vijf minuten rijden de berg op en we zijn er.

Fatehpur Sikri

Een absolute aanrader! Fatehpur Sikri is de samenvoeging van Fatehpur en Sikri tot één versterkt stadje dat in de 16de eeuw korte tijd de hoofdstad van het mogol-rijk was. Akbar, de toenmalige mogol-heerser liet hier in Fatehpur een paleizencomplex bouwen met een apart paleis voor elk van zijn drie vrouwen. Hij had namelijk zowel een moslim-vrouw, een christen vrouw als een hindoe-vrouw, zijn lievelinge. Van tolerantie gesproken. Mogol architectuur: alle gebouwen dus perfect geometrisch en symmetrisch. Het geheel ademt rust en sereniteit uit … ondanks de toeristen. Alle gebouwen zijn in rode zandsteen opgetrokken. De muren en pilaren ervan zijn tot in het kleinste detail bewerkt en versierd. Naast de drie vrouwenpaleizen zien we op de grote binnenplaats een vijver met een platform in het midden. Van hierop vermaakten kunstenaars en musici Akbar de Mogol-vorst die vanop zijn terras toekeek. Maar we zien ook de audiëntie-hal van waar hij toekeek op publieke executies: vertrappeling door zijn lievelingsolifant. Absoluut prachtige plek voor foto-shoots.

Moskee Fatehpur SikriNaast en buiten dit paleizencomplex, in Sikri, ligt een moskee, een Jama Masjid, een grote en mooie moskee. Maar tussen het paleis en de moskee moeten we tientallen en tientallen verkopers trotseren en – zeer eigenaardig – kopen of niet, ze vragen ons gebruikte en afgescheurde toegangsticket van het paleis! Geen idee waarom. Voor de moskee moeten de schoenen uit. We komen binnen langs de (kleinere maar nog altijd indrukwekkende) toegangspoort van de mogol op een groot binnenplein, ommuurd door zuilengalerijen. Aan de overkant van de vierhoek de eigenlijke moskee. Een opdringerige jonge Indiër, volgens eigen zeggen geen gids, blijft ons voortdurend volgen en wil ons vanalles tonen. Vervelend! Naast vele “gewone” moslim graven langs de zijkanten van het binnenplein prijkt een wit-marmeren gebouw: grafmonument van een heilige uit de tijd van Akbar. Tot hier mocht je de schoenen meenemen in de hand maar nu mag dat zelfs niet. Betty gaat alleen het gebouw binnen … nou ja “alleen”: begeleid door de zeurende en aandringende student. Ik blijf bij de schoenen. En ten slotte de moskee zelf met daarna nog de majestueuze, 54 meter hoge publieke toegangspoort tot het complex. Je kan er bijna over de koppen van de verkopers en de bedelaars lopen. Heel wat minder sereen dan Fatehpur!

Terug dan naar de parking van de bussen. Onze ongewilde student-gids die oorspronkelijk en volgens eigen zeggen geen geld, geen chocolates, geen chiapati (brood) wou, wil dat nu plots wel. Zelfs en liefst “Belgian coins”. Hij haalt er zelfs een vriend bij. Maar hij heeft dit bezoek zelf voor een deel verpest voor ons … dus … geen money, nothing, zelfs niet onze afgescheurde tickets van Fatehpur, wat hij opnieuw vraagt. Met de bus terug – 10 roepies enkel per persoon. Dan nog een eindje spitsroeden lopen tussen de verkopers tot de parking waar we Raju terug vinden.

Op dan naar Agra, bij valavond en avond. Hallucinant rijden op niet verlichte wegen met auto’s en brommers langs alle kanten en in alle richtingen. Met niet verlichte fietsers en voetgangers langs de kant van de weg. Maar we arriveren om 19 uur veilig in het Radisson Blu hotel. Wat een verademing: het voelt alsof we plots terug in de “beschaafde” wereld, of misschien beter gezegd “in onze wereld” zijn beland. Proper en met alle komfort … Mogelijkheid tot westers eten, niet noodgedwongen vegetarisch en niet meer op een “Thalis”, zoals de laatste drie dagen maar op een gewoon bord (een thalis is een rond metalen dienbord met opstaande rand waarop je je verschillende porties eten moet neerkwakken).

Daarop moeten we vanavond klinken.

Tijgers in Ranthambore?

Khem villa'sDe rijke Indische familie Singh Rathore is sinds lang bezig met ecologie en natuurbeheer. Grootvader Fateh Singh Rathore lag al aan de basis van de bescherming van de tijgers in Ranthambore National Park. Zijn zoon en schoondochter Usha kochten 25 jaar geleden een braakliggend terrein, naast het park, en beplantten dat opnieuw met riet, en inheemse struiken en bomen. Ze legden waterpoelen aan, grasland en akkers. Vandaag voorziet het 22 acres, ongeveer 9 hectare grote domein Khem villas in eigen groenten voor al zijn gasten en is het tevens een natuurparadijs. Dat exploreren we deze ochtend te voet!

Woman, Khem villas, IndiaIn deze periode van het jaar is de zon altijd van de partij, zij het voortdurend omfloerst en wazig. Tussen de tenten – overal heb je de nodige privacy – fladderen tientallen exotische vlinders rond al even prachtige bloemen. Veel “marigolds” waarmee ze hier in India hun bloemenkransen maken. Iets verderop beginnen de manshoge rietvelden (doet denken aan een beklemmende scene uit “Passage to India”) afgewisseld door bos en velden. We passeren verschillende ijzeren draaipoortjes en beseffen na een tijdje dat we eigenlijk buiten het domein zijn beland. Aan een “huis” staan drie mannen een afsluiting van een akker te repareren. Ze kijken raar op van ons. Uit de woning komt een vrouw in blauwe sari. Ze spreekt Betty aan. In het Hindi natuurlijk. Uit een gebarentaal-discussie blijkt dat ze ons voorstelt om van haar een foto te nemen. En misschien wil ze nog veel meer andere dingen … die we niet verstaan. Van de mannen is er één gebiologeerd door mijn verrekijker. Ik toon hem hoe dat werkt en laat hem door de verrekijker naar de bergen kijken. Gefascineerd is hij en dat laat hij luid en duidelijk merken aan zijn makkers. Uit dankbaarheid biedt hij mij een soort vuilbruine sigaret aan … maar ik rook niet, gelukkig. Nog even verder. Dan maar best terugkeren naar het Khem villas domein en wat luieren aan het meertje en/of de eigen tent.

White-rumped vulture, India

’s Namiddags opnieuw met de open jeep – en veel hoop – naar het nationaal park. Onderweg passeren we een moslim-lijkstoet: alleen maar mannen volgen een simpele open lijkkist. We hoorden gisteren van andere toeristen die een tijger zagen of een neusbeer. Maar helaas: geen geluk! We zien alleen dezelfde soorten dieren als gisteren: spotted dear, blue bull, een Indische gazelle en een prachtige kingfisher. En ook, op een eilandje in een grote poel: twee Indische gieren (white-rumped vultures), ook redelijk zeldzaam geworden diertjes. We zien wel het lievelingskostje van de tijger: sambars, fors-grote hertachtigen, in het Nederlands ook wel paardehert genoemd. De mannetjes hebben op dit moment al een donzig gewei.

Helaas is het Engels van onze gids deze keer moeilijk verstaanbaar … Veel van zijn uitleg gaat verloren.

’s Avonds bij het kampvuur en een glaasje wijn discussiëren we met Usha, eigenares van Khem villas, en met een koppeltje Schotse toeristen over India, het verkeer, de natuur, de mensen … godsdienst, terrorisme …

Volle maan, geen sterren te zien.

P.S. Ranthambore fort is geen 900 meter hoog zoals een gids twee dagen geleden beweerde maar een nog altijd respectabele 250 meter.

Ranthambore safari.

Vannacht lange tijd in de verte gehuil gehoord. Als van één van de vele schurftige straathonden die in de dorpen rond hangen? Of van een jakhals?

Ranthambore National Park entrance’t Is nog donker als we vanmorgen om 6 uur opstaan voor onze eerste tijger-safari. Met 6 personen, een chauffeur en een gids in een open jeep. Door de schemering naar de ingang van Ranthambore National Park. Op de weg en in de dorpjes is de gewone bedrijvigheid al flink op gang aan het komen. Dan de nodige formaliteiten en papierwerk – altijd veel bureaucratie in India – aan de ingang van het park en … de natuur in. Eerste objectief is een tijger spotten. Dat is niet zo gemakkelijk want een tijger is een nachtdier dat zich voortdurend verplaatst en een sluiper. Tijger zoeken gebeurt dan ook op basis van voetsporen – tijgers verkiezen de zandpaden van het park om zich te verplaatsen – en van alarmkreten van de wilde pauwen of de nilgai (“blue bull” in het Engels – een grote antilopensoort en het lievelingsdieet van de tijger).

Indian Spotted Deer

Maar laat ik al onmiddellijk met de deur in huis vallen: de tijger zien we niet, zelfs geen spoor. Wel de zopas vermelde blue bull, de “spotted deer” = een hert met witte vlekken (herten: mannetjes krijgen en verliezen elk jaar een gewei; antilopen: mannetjes hebben horens voor hun hele leven), everzwijnen. En we krijgen vluchtig een zeldzame Indische gazelle of chinkara te zien. En natuurlijk troepen langoer-apen, fotogeniek met hun zwarte gezicht en lange wimpers. Bovendien is het landschap op zich al de moeite waard met valleien tussen de bruine, half-begroeide bergen, open savanne-achtige plekken, kleine waterpoelen met veel vogels en dicht begroeide jungle.

Ranthambore NP rest camp

Op zich zijn de Indische toeristen in het park een niet-zo-positieve vermelding waard. Behalve jeeps rijden er ook zogenaamde “canters” in het park rond: grote open safari-karren met zo’n 20 plaatsen. Deze canters zitten afgeladen vol met – meestal – luidruchtige Indische toeristen die maar in één ding zijn geïnteresseerd: een tijger. Op een stopplaats met toiletten, rijden vijf, zes canters aan. D’er zit ook een grote troep langoeren te wachten op precies die canters … De Indiërs stappen uit. De apen komen aan hun broek trekken. Snacks en stukken brood worden uitgedeeld aan de apen … Van mensenhand to apenhand! In geen tijd is de plek herschapen tot een luidruchtige warboel. Absoluut FOUTIEF menselijk gedrag met als resultaat: steeds driestere apen die op den duur gevaarlijk worden.

Crocodile in Chambal river

Na de lunch staat een boot-safari op de Chambal rivier op ons programma. Helaas duurt de rit er naar toe meer dan een uur, niet alleen door de afstand maar in één van de dorpjes heeft – in de kleine straatjes – een autobus een electriciteitsdraad afgereden. Opstopping en nog meer chaos dan gewoonlijk. Maar de boottocht op het meer valt mee. We zien krokodillen langs de oever liggen, gigantische voorhistorische kolossen zijn het. En veel watervogels, onder andere de “painted stork”, een soort ooievaar. En reigers, en ibissen .. Aan de andere oever zijn dorpelingen kleren aan het wassen, uiteraard met de hand en in de rivier. Misschien hebben we ook de zeldzame en bedreigde gharial gezien, een krokodil-achtig dier met lange, dunne kaken om vis te vangen en te eten. Maar onze begeleider – zijn Engels is al moeilijk te verstaan – noemt het een kaaiman!?

Rond het avond kampvuur maken we kennis met een oudere Engelse mevrouw, alleen op reis, die zo uit de India-films (Best Marigold Hotel) zou kunnen geplukt zijn. Ze komt al 25 jaar naar India en heeft het zien veranderen, ten goede, zegt ze. Maar ja de ongelijkheid blijft groot. Nog vandaag zagen we families die gewoon, zonder huis in de open lucht (moeten) leven. Leuke discussie en … Ze kent ook Rohet Garh …Ze heeft vandaag in het park een neusbeer (sloth bear) gezien! Ipad foto als bewijs. Om jaloers op te zijn …