De echte Axarquía.

Dinsdag 15 augustus.

Een schichtige rosse kater loopt geluidloos over ons terras. Wat kan het hier stil zijn. Maar ook lawaaierig, vooral ‘s avonds: de cicaden en krekels, weet je.

Het plan voor vandaag: bezoek aan Sedella, een dorpje aan de voet van de Siërra de Tejeda, met nog geen 600 inwoners. Zoals al een paar keer nemen we de weg van Sayalonga naar Cómpeta maar nu slaan we voor Archez de bergweg naar Sedella in.

Dit is de echte Axarquía: hoge bergen, wild begroeid met oude olijfbomen, steeneiken, pijnbomen; weinig huizen en nog minder verkeer; rotsachtige Siërra op de achtergrond. We rijden Sedella voorbij voor een wandeling naar de nieuwe (2020) hangbrug (El Saltillo) over de kloof tussen Sedella en Canillas de Aceituno. De hangbrug is een van de langste (54 meter) en hoogste (70 meter) van Spanje. Maar de wandeling heeft in het begin meer weg van een klimpartij: steil omhoog, gelukkig in de schaduw van bomen, maar ‘t wordt op handen en voeten naar boven klimmen. Halfweg de klim geven Betty en ik het op en keren terug naar de auto. Niet zo David, Evelien en kleine Lou! We zullen ze later “ergens” oppikken – locatie delen met iPhone.

Betty en ik proberen op een andere, hopelijk gemakkelijkere manier El Saltillo te bereiken. We rijden naar Canillas de Aceituno en … rijden ons hopeloos vast in kleine straatjes waar bovendien alles in gereedheid wordt gebracht voor een fiësta vanavond. Een bereidwillige barman verplaatst zelfs een tafeltje en stoelen om onze doortocht mogelijk te maken. Aan de rand van Canillas vinden we parking. Maar waar begint de Sendero El Saltillo? Aan een oude Spanjaard vragen. Naar de Ayuntamiento (gemeentehuis). Gelukkig schiet nog iemand anders te hulp: een Argentijn die vlot Duits spreekt want gehuwd met een Duitse. Hij gidst ons door Canillas tot het begin van het wandelpad. Muchas, muchas gracias, señor!

Aanvankelijk stijgt de weg in het dorp zeer sterk. Maar dan wordt het pad smal en lichtjes stijgend, langs een “levada”, een open bevloeiingskanaal. Spectaculair zicht op Canillas. Maar ‘t is nog 3,4 km tot de hangbrug en de rest van ons gezelschap is de brug al lang voorbij en daalt af naar de grote weg, richting Sedella. We keren terug en rijden deze keer via een rondweg om Canillas heen. Perfect getimed pikken we drie lifters – David, Evelien en kreeftrode Lou – op. Een pluim voor die drie stappers / klimmers: slechts 4 km maar 320 hoogtemeters.

Dan verder naar Sedella. Maar niet te ver: parkeren bij de toegang tot het dorp en onze dorst laven op het terras van El Chiringuito. Gelijk, want het is toch al ruim na 12 uur, een “plato de queso” en een “plato de jamón ibérico” bestellen. Overheerlijk. Alleen … de zin om nog veel te stappen is weg! Betty en ik gaan op zoek naar brood in het stille, ogenschijnlijk verlaten Sedella. Lijkt zeer pittoresk: een auto kan alleen passeren in een smalle straat als we onszelf tegen de muur “plakken”. Hier moeten we terugkomen want we hebben Sedella (nog) niet goed gezien.

Om 14 uur thuis; om 14u30 lunchen: Spaanser kan niet meer! We horen het gekwinkeleer van de Europese bijeneters. Snel verrekijker nemen … helaas, ik kan de kleurrijke vogeltjes niet vinden.

Vanavond aperitieven we in bar Jocavi in Sayalonga. Sayalonga zou overigens “lange rok” kunnen betekenen: het dorp ligt inderdaad lang gerekt op een rots. Maar rok? Misschien werd de lange kledij van de Arabieren die hier vroeger woonden als een rok beschouwd door de katholieken? Sayalonga is ook het dorp van de “nisperos” ofte loquat of Japanse mispel, maar publiciteit wordt daar niet voor gemaakt.

Morgen toch nog eens Sedella proberen?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.