Arenal.

Maandag, 5 maart 2012.

Vandaag “verkassen” we voor het eerst. ’t Wordt een rustige dag, althans dat plannen we. Het ontbijt heeft al een verrassing in petto. Beepje neemt, opnieuw, Huevos Pochados. Ik ga voor panquequès banana, pancakes met banaan. De maple syrup komt eraan, dan mijn panquequès. Ik snijd de eerste aan … en daar verschijnt een geel meelwormpje! Uit mijn pannenkoek of er vanonder. We speculeren over de herkomst … ‘k Heb mijn pannenkoeken verder milimeter bij milimeter onderzocht en open gesneden … geen wormpjes meer te vinden … erg lekker waren ze toch niet. We wandelen nog even rond in het Vista del Valle domein rond de lodge … en ontdekken prompt orchideeën en bloemen die we gisteren niet zagen. Of er niet waren? Na de forse regenval van vannacht is het redelijk zwoel en overtrokken.

Vista del Valle, San José, Costa Rica

Nog een toekan gespot. Deze keer foto kunnen nemen. Uitchecken en op naar Arenal Observatory lodge, dicht bij een nog actieve vulkaan: de Arenal.1 Deze keer gaat onze tocht over steeds kronkelende wegen met de ons nu vertrouwde “kwaliteit” van het wegdek door een nevelwoud. De nevel wordt al snel regen die overgaat in gieten! Zeer afwisselend landschap. Zo komen we ook in een dal met blijkbaar heel wat landbouw en veeteelt. Onder andere met fotogenieke Zeboe’s (koeien met een bult, zoals in India).

Zebu, Costa Rica

Rond het middaguur bereiken we La Fortuna, klein “stadje” dicht bij de vulkaan. Blijkbaar vooral een uitvalsbasis voor toeristen: allerlei restaurants, reisbureautjes en winkeltjes zijn er hier. Heel veel sjieke hotels en lodges langs de weg … tot wij een stijgende en natte grintweg in moeten. Nog 11 km naar de lodge. En dat we door een regenwoud moeten, zullen we geweten hebben. Gieten doet het! En ook als we bij onze eindbestemming uitstappen stortregent het. Al lopend moeten we de laatste 50 meter van de parking naar de receptie afleggen. Een toerist (zal wel een Amerikaan zijn) vraagt hoe het weer morgen zal zijn. “Only God knows” zegt de receptionist. En hij voegt er nog aan toe: “This is a rainforest, sir. What do you expect?”.

La Fortuna, Costa Rica

De lodge en omgeving is in één woord fantastisch. D’er is een hangbrug van zo’n 50 meter naar de overkant van een kloof. Daar is er een ook al fantastisch zwembad met infinity-pool, een vulkanologisch museum en een uitkijktoren op de Arenal. Alleen … de top hangt zwaar in de wolken. Voorlopig dus geen vloeiende lava te zien.

Overigens heeft onze kamer – balzaal is een beter woord: er zijn twee kingsize bedden, aparte badkamer, vestiare, terras met patio – ook uitzicht op de Arenal en op het Arenal-meer.
De tuin rond de lodge is bijna “verwerkt” in het woud rondom. Het lijkt of tuin en woud natuurlijk in elkaar overlopen. En vogelsoorten! Gelukkig hebben we aan de receptie een “Costa Rica Wildlife Guide” kunnen kopen: een geplastifieerde kaart met de meest voorkomende zoogdieren, vogels, insekten, amfibieën en reptielen. Absoluut nodig. Zo hebben we gemakkelijk Montezuma’s Oropendola herkend:een 50 cm grote vogel met gele staart, zwart lijf en kleurrijke kop. Of de Pavon Grande, een loopvogel van een kleine meter, helemaal zwart maar met knalgele bek. Of nog Passerini’s Tanager: klein vogeltje, zwart met rode rug. En terwijl we vanop ons terras vogels spotten met links van ons het meer en vlak voor ons de Arenal, passeert hier plots doodgemoedereerd een Witneus Coati, “Pizote” in het Spaans, zo’n halve meter groot, familie van de wasberen.

Arenal, Costa Rica

Montezumasé Oropendola, Arenal, Costa Rica

Coati, Arenal, Costa Rica

Bird at Arenal, Costa Rica

Straks nog dineren, maar ‘k zal u, beste lezer, niet meer vervelen met menu’s … tenzij er weer niet-bestelde beesten opduiken in ons bord.


1 Na vele eeuwen te hebben “geslapen”, barstte de Arenal opnieuw uit in 1968. Daarbij kwamen 78 mensen om en verdwenen twee dorpen onder de lava. Een tijd was de Arenal één van de meest actieve vulkanen ter wereld met geregeld “kleine” uitbarstingen, de laatste in mei 2010. Wat we nog niet wisten in 2012: Arenal slaapt opnieuw …

Volcàn Poas en koffie.

Zondag 4 maart 2012.

Vandaag ben ik andermaal vroeg te been: om half zes jogging schoenen aan voor een klein loopje. ’t Is ongeveer een kilometer tot aan de ingang van het Vista del Valle domein. Vandaar rechts bergop langs een asfaltweg vol putten en kuilen. Zoals later steeds weer zal blijken, zijn de meeste wegen in Costa Rica wel geasfalteerd maar die asfalt zit vol putten, bobbels en builen. Dat verklaart waarom de auto die komt aangereden uiterst links rijdt, dan plots een scherpe bocht maakt en recht op me toekomt aan de andere kant van de weg: hij vermijdt gewoon de grootste putten. De huisjes lijken rechthoekige dozen, onveranderlijk met plat dak, een afsluiting aan de kant van de straat, kleine venstertjes en … meestal een kruis in de voortuin met daarover een gedrapeerde doek! ’t Lijken eigenlijk echt “koten”. Wij Belgen, toch ook fameuze “kotenbouwers”, kunnen er jaloers op zijn. Alleen … zij hebben niets anders dan hun koten om in te wonen.

Ondanks het vroege uur lijken de meeste Tico’s (familiaire benaming voor de inwoners van Costa Rica) al wakker te zijn … en ’t is dan nog zondag. D’er zit een kleine zwarte “perro”, hond, in het midden van de weg. Als ik er langs loop, begint het kreng te blaffen, achter mij aan te lopen en te happen. Een tweede bruin exemplaar komt meedoen. Dan is mijn tactiek: plots  blijven staan, een steen oprapen (en die liggen er hier genoeg langs de kant van de weg) en gooien …. Dikwijls effectief, ook nu weer.

Squirrel, Vista del Valle, San José, Costa Rica

Terug aan “Mona Lisa”. Een eekhoorn zit een tiental meter van ons huis in een boom een vrucht uit te peuzelen. En plots … ongelooflijk maar waar … daar komt een toekan aangevlogen. ‘k Heb niet genoeg uitroeptekens om mijn opwinding duidelijk te maken. Fantastische vogel, zoals op de foto’s (maar daarvoor zijn we te laat). Drie, vier collega –toekans komen de eerste vervoegen in de takken. Dan duiken ze samen al klepperend de kloof in. Prachtig! Tijd voor stevig ontbijt: Huevos Pochados maar deze keer met krokant gebakken spek d’er bij en de Desayuno Ranchero: spiegeleitjes met onder andere zwarte bonen. Lekker.

Iets na 10 uur wordt onze huurauto – een Daihatsu Bego 4WD – aan de receptie van Vista del Valle gebracht. Michael van verhuurmaatschappij Adobe is heel vriendelijk en behulpzaam en legt alles uit. Wat we krijgen voor de standaard prijs, wat een “zero-deductible” (volledige omnium) kost  – die nemen we  –en wat een GPS-kost. Vooral legt hij uit dat je zonder GPS in Costa Rica met wat geluk, veel stoppen en de weg vragen, ook wel een keer ter plaatse komt, maar zeker is dat niet altijd. Dus nemen we de GPS erbij, 9$ per dag. Je kan hier overigens zowel in Amerikaanse dollar als in colones betalen.  Wisselkoers naar Euro: 1€ = 700 colones!

Volcàn Poas.

Volcàn Poas invoeren in de GPS en daar gaan we … of beter, rijden we … of nog beter laveren we door de straat van links naar rechts om de meeste putten te vermijden. Al gauw blijkt de GPS heel goed te zijn en na een korte tijd zelfs zo goed als onontbeerlijk: geen wegnummers aangeduid, geen plaatsnaamborden, geen wegwijzers of althans toch heel weinig. En voortdurend moeten we nu eens links, dan weer rechts nemen. D’er  wordt nergens  snel  gereden: als we 50 km per uur halen gemiddeld is het al heel wat. De Tico’s rijden heel rustig maar toch niet altijd veilig: twee keer rijdt plots iemand weg als we  er net langs rijden.

Heel gevarieerd landschap. Als we in de buurt van de Poàs-vulkaan komen, begint het landschap zelfs hier en daar alpijnse trekjes te krijgen. Op de lange kronkelende weg naar de top van de vulkaan is het druk. Af en toe komen we door een dorpje waar het wemelt van de verkopers van aardbeien: Fresas de Volcàn, aardbeien van de vulkaan. Nadat we een tiental kraampjes zijn gepasseerd, weerstaan we de verleiding niet langer. We stoppen en spenderen 2.000 colones (= minder dan 3 €) aan een kilo aardbeien. Die we prompt soldaat maken. Heerlijk. Ik maak me wijs dat ik er de lava doorheen smaak!

Volcàn Poas, access road, Costa Rica

Op de top van de vulkaan is het een drukte van jewelste, zelfs een tiental minuten stilstaand verkeer. Allemaal Tico’s die hun zondag hier komen doorbrengen. Langs de weg zie je hier en daar een auto  “scheef  in de gracht  hangen” (er zijn diepe – 1 meter? – schuin aflopende en  gebetoneerde grachten langs de kant van de bergweg naar de top van de vulkaan). Families pick-nicken, vooral op plekken waar er een gat is in de dichte  begroeiing en je een fantastisch panorama krijgt aangeboden. De top van de Volcàn Poas zit wel in de wolken. Vanaf de parking is  het nog een kleine kilometer te voet tot de rand van ??? de wolken ??? D’er is helemaal niets te zien, behalve mist, wolken en veel Tico’s die zich verdringen aan de rand van een houten balustrade om naar de wolken in de diepte te kijken. Tot er dan plots toch gaten in het wolkendek komen en we beneden een krater zien met een rokend meer. We wandelen naar de Laguna de Botos, een ander kratermeertje een beetje verder (Botos = indianenstam die hier lang geleden in de buurt van het meer leefde … uitgemoord). Een uitstekend wandelpad leidt door zeer dichte  begroeiing. Nog een keer naar de  hoofdkrater: misschien is het nu helemaal opgeklaard. Nee: af en toe een gat in de bewolking maar voor de rest identiek als de eerste keer.

Volcàn Poas, Costa Rica

Volcàn Poas, Costa Rica

Volcàn Poas, Costa Rica

Koffie.

’t Is al half drie als we weer aan de parking zijn. We besluiten  – nu we toch een GPS hebben naar Café Britt te rijden. Costa Rica heeft een rijke koffiecultuur en Café Britt is een exponent ervan. Daar kunnen we misschien ook nog iets eten, want voorlopig leven we op een halve kilo aardbeien. Nogmaals: we vragen ons af hoe hier iemand ooit zonder GPS de weg  zou vinden. Geen nood: na ruim anderhalf uur langs een pittoreske weg met koffie-, bananen- en suikerrietplantages bereiken we onze nieuwe bestemming.

In Café Britt leer je alles over koffie. Hoe de plant wordt geteeld en geoogst. Hoe de koffieboon van haar verschillende omhulsels wordt ontdaan en ten slotte wordt gebrand. Bijna had ik van een niet-gebrande boon geproefd maar Betty meent zich nog op tijd te herinneren dat niet gebrande koffie eigenlijk giftig is. Dus drinken we de koffie maar als dubbele espresso. De barman in Café Britt (of moet ik “barista” zeggen?) had er juist voor zichzelf één gebrouwen en brengt ons zo in verleiding. En gezien we zowat de enige bezoekers zijn, komt hij bij ons zitten om een babbeltje te doen over Costa Rica, de Tico’s, pappas (aardappelen) en la Pura Vida.

Café Britt, Costa Rica

Café Britt, Costa Rica

Café Britt, Costa Rica

’t Is al vijf uur als we terug rijden naar Vista del Valle. Aankomst rond 6 uur. Nog inspuiten met Deet  – ’s avonds zijn de muggen superactief  – en dan dineren. A la carte: lomito met rijst en daarbij een tempranillo van Chili! Tot slot nog een douchke. ‘k Begin al wat de standen van warm en koud te kennen zodat de temperatuurschommelingen al beter beheersbaar zijn. Oh ja, gisteren vergeten te noteren. Onder onze dakrand zat een spin met een lijf zo groot als een één euro stuk en poten van 5 cm. Alleen dacht ik toen  dat ze dood was … vandaag is ze echter verdwenen …  Slapen om 9u30 … en in het midden van de nacht wakker worden doordat het: 1. te warm is en de ventilator op volle kracht moet 2. aan het gieten is buiten. Benieuwd wat morgen brengt.

Mona Lisa in Costa Rica?

Plantation Inn, Vista del Valle, San José, Costa Rica – 3 maart 2012.

Costa Rica, de ”rijke kust” van Centraal-Amerika, is onze reisbestemming. Dit is het (korte) verslag van de reisdag en het (langere) verslag van de eerste kennismaking.

Vrijdag 2 maart 2012:

  • thuis vertrekken om 6u45 in Lennik;
  • een 50-tal minuutjes aanschuiven in Zaventem om “in te checken”;
  • met vlucht American Airlines AA171 op naar JFK-luchthaven, New York;aankomst ‘s middags, lokale tijd, dus hebben we d’er dan al 8 vlieguurtjes opzitten;
  • paspoortcontrole, vingerafdrukken, iris-scan, bagage ophalen, door douane, bagage weer op band zetten, weer inchecken voor vlucht naar San José: om 13u30, lokale tijd, hebben we al deze “leuke” formaliteiten achter de rug; 
  • nog 2u30 tijd: daar profiteren we van om een “Toscaanse chicken sandwich” te eten&nbsp(een grote voor mij, een kleine voor B.) in een wijnbar en dat met elk een paar glaasjes Montepulciano: de vakantie is echt begonnen!
Of toch nog niet echt. De vlucht naar San José, hoofdstad van Costa Rica,  duurt nog bijna 5 uur. Als we iets voor 9 uur ’s avonds in San José landen (7 uur tijdsverschil met Belgë), zijn we bijna uitgeteld: gezwollen voeten, kontje murw, rug doet pijn. Uitchecken en bagage ophalen gaat gelukkig vlot. Een taxichauffeur staat ons al op te wachten met een naambordje.  

Costa RicaVista del Valle, San José, Costa Rica
Nog een ritje van een half uur, het laatste stuk over een vreselijke, op en neer gaande weg vol met bulten en kuilen en we zijn er … Vista del Valle …  De chauffeur loodst ons naar bungalow “Mona Lisa” – trenta Amerikaanse dollar betaald – en dan zijn we ter plaatse … wel in het half donker. De verlichting in de “hut” is aan de povere kant.  ’t Is een beetje zoeken en tasten in ons “huisje”. Alleen zijn we niet: d’er loopt een respectabel aantal mieren in de badkamer en hier en daar een kever (allen niet groter dan 0,5 cm).  Nu nog douchen: buiten(!) en met behulp van mijn Petzl als bijverlichting. Het water is wel warm, heet zelfs. En dan met tweetjes in een bed met muggentent erover. Lang duurt het niet vooraleer we slapen.
Vista del Valle, San José, Costa Rica
Zaterdag 3 maart 2012.

5u30 ’s morgens. Zoals het reizigers met jetlag betaamt zijn we helder wakker. Het wordt klaar: de dichte begroeiing rond “Mona Lisa” kleurt langzaam groen, geel en bruin. Ook uit de lucht verdwijnt de grijzigheid geleidelijk. De countouren van de bergen tekenen zich af tegen een licht roze wordende achtergrond. Gevoelstemperatuur is duidelijk minder dan 20°C; 15°C misschien, met een koele bries. Voorlopig doet alleen de plantengroei aan de tropen denken en nog helemaal niet de temperatuur. Maar we zitten hier dan ook op meer dan 1.000 meter hoogte.

Ik loop even rond onze “hut”: “Mona Lisa” als naam ervan is nergens terug te vinden. En gisteravond bij aankomst rond 10u30 lokale tijd was het pikdonker, dus niet echt iets gezien. Niet van San José (alleen veel lichtjes op voor de rest donkere hellingen), niet van de omgeving (weinig verlichting, “veel” verkeer van vrachtwagens) en niet van de lodge (“hotel: no food” had de taxichauffeur ons nog waarschuwend gezegd).
Een wit-rosse poes komt hier net naast mij aan mijn tafeltje, voor onze hut zitten. Even koffie gaan zetten: in Costa Rica moet je naar het schijnt de lokale koffie proeven. De geluiden van de jungle worden heviger en talrijker … we slurpen onze koffie … B. zou al een aap gezien hebben vanuit haar bed ….. 

We maken ons klaar en om 7u15 zitten we al aan het ontbijt: Huevos Pochados, gepocheerde eitjes met toast, en Huevos Villa del Valle: omelet met tomaat, ajuin en bacon. Maar eerst een pas geperst fruitsapje en verse ananas, papaya en watermeloen. De tuin van de lodge is weelderig met allerlei bomen waarvan we de namen niet kennen, behalve dan de bananenbomen en de mangobomen. Er zijn er ook heel wat met tientallen luchtwortels. En bamboe van een dertigtal meter hoog met stengels van 10 cm dik. In Vista del Valle is er een waterval en een wandeling er naartoe zou 20 minuten duren en zeer steil en moeilijk zijn, met laddertjes zelfs. Die informatie van de receptie nemen we met een korrel zout. ’t Is nog geen 9 uur als we al op weg zijn naar de waterval. Maar de aanduidingen zijn niet zo goed: bij een splitsing nemen we rechts … en na 10 minuten staan we weer aan Mona Lisa! De tweede poging is een betere: een klein wegje langs een haag van yucca’s en “vrouwentongen” (ja wat er vroeger bij ons achter de venster stond, wordt hier als haagje gebruikt) duikt steil naar beneden. Inderdaad: al snel gaat het zo steil dat er touwen langs de rotswand zijn bevestigd om je aan vast te houden. Dan komen de ijzeren ladders: nog steiler, eigenlijk loodrecht, naar het ruisen van de waterval toe. De waterval zelf is hoog, zeer hoog,100 meter ongeveer (“We live on the edge of a 500 feet cliff”, zegt de beschrijving van Vista del Valle). Het water is amper meer dan een flinke stortbui wanneer het helemaal beneden is. Overal zijn we nu omringd door dichte, exotische begroeiing … heerlijke schaduw.

Iron ladder, Vista del Valle, San José, Costa Rica


Vista del Valle, San José, Costa Rica
Waterfall, Vista del Valle, San José, Costa Rica
Terug dan de laddertjes weer op … en zweten geblazen. Ondanks het relatief vroege uur brandt de zon. We hebben het gevoel alsof ze al loodrecht boven onze hoofden staat. Eens boven nemen we de “Creek walk” die ons naar de top van de waterval voert. Daarna wandelen we langs een smal paadje, tussen twee muren van groen langs het riviertje stroomopwaarts tot aan een vijver. Hier draait de weg terug langs de top van de helling. De zon lijkt steeds harder te branden. We passeren langs de “tuin” van de lodge: serres met open zijwanden worden hier gebouwd om schaduw te geven, dus eigenlijk tegen de zon. ’t Is 11u30 als we terug in Mona Lisa zijn. 
Nog even wat uitrusten (maar opletten dat we niet in slaap vallen want we willen absoluut onze jetlag bestrijden), dan lunchen (guacamole en tonijn salade of tonijn sandwich). En alweer om te vermijden dat we in slaap vallen, besteden we de namiddag aan het zwembad: af en toe een plonsje, wat lezen, wat “andere mensjes” kijken, o.a. een “kleerkast” van een bodybuilder die duidelijk aan ’t “showen” is. Klaar maken dan om te aperitieven en te dineren. 
Statues, Vista del Valle, San José, Costa Rica

Aan de bar nemen we een flesje Sauvignon uit Chili. D’er hangt een Amerikaan aan de bar, één van Florida maar die al jaren in Costa Rica woont en – naar zijn zeggen – een ecologische “farm” heeft, producten alleen maar voor eigen gebruik. Belangstellend vraagt hij waar we zoal naartoe gaan. Vooral over de vulkaan Arenal, ons volgende verblijf, is hij zeer lovend: d’er zou nog altijd vloeiende lava te zien zijn met ontploffingen en erupties.

Om 9 uur ’s avonds liggen we alweer in Mona Lisa onder ons muskietennet, na andermaal buiten in het donker te hebben gedoucht. ‘k Sta onder de beestenbeten …. D’as allemaal niks … morgen naar Volcàn Poas!