Ranomafana.

04/11/2018

Eerste dag van twee in Ranomafana! In het nationaal park kiezen we voor het “gemakkelijke” wandelcircuit van drie tot vier uur. Maar gemakkelijk is met een flinke korrel zout te nemen. Het goed aangelegde pad stijgt en daalt voortdurend. Bovendien is het bewolkt en zwoel. Dat wordt zweten in het tropische woud.

Onze vrouwelijke gids spreekt niet zo vlot Frans en met Latijnse benamingen van planten zijn we niet veel. We begrijpen wat een palissander boom is. We kunnen nu ook de ravenala of “arbre du voyageur” herkennen. Dat is een soort palmboom waarvan de bladeren allemaal in één vlak staan, nationaal symbool van Madagaskar. En we zien wilde koffieplanten.

Hier in Ranomafana zijn er de “guides” en de “pisteurs”. De gidsen stappen met de klanten mee; de pisteurs of spotters staan hier en daar in het woud opgesteld. Er wordt druk tussen guides en pisteurs heen en weer gebeld. Het levert ons wat op. We zien – weliswaar steeds hoog in de bomen, dus moeilijk voor foto’s – vier soorten maki’s:
• een roodbuikmaki;
• twee soorten Sifaka’s, de op één na grootste maki’s (de grootste zijn de Indri die we in Andasibe zagen);
• en de gouden bamboemaki, symbool van het park.

Maar een ander beest komt de show stelen: de ringstaart vontsira! Ziet er uit als een mongoose en wordt dikwijls verkeerdelijk zo genoemd. Deze 35 cm grote kerel loopt ons bedaard op een paar meter afstand voorbij.

Vontsira - Madagaskar

Roosbuikmaki - Madagaskar

‘s Namiddags verkennen we de omgeving van het hotel en het dorpje Ranomafana zelf. Een metalen voetgangersbrug over de Namorona rivier is jaren geleden ingestort en half weggespoeld. Het lijkt er op alsof de lokale bevolking zelf de handen uit de mouwen heeft gestoken: met boomstammen en planken is een wankele houten brug gemaakt. Die leidt ons naar – zowaar – een buitenzwembad, druk bezocht door de “locals”. Het zwembad wordt gevoed door warmwaterbronnen. De omgeving ademt vergane en vervallen Franse koloniale glorie uit.

Ranomafana bridge - Madagaskar

Ook het centrum van het dorpje moeten we gezien hebben. Dat is opnieuw ogen uitkijken op het straattoneel. Luidruchtige muziek als verkiezingspropaganda; slapende zatlappen in de gracht of langs de kant van de weg (te veel Malagassische rum?); verkoopsters van peper, vanille en kaneel; scheef gezakte koten aan de huizen; wassen en plassen (letterlijk) in de Namorona; taxi- brousse sjokkend door de mensenmassa; een rondscharrelende haan pikt rijst uit een zak aan het kraampje van een verkoper die met glazig-dronken ogen niets in de gaten heeft … En kinderen op straat: massa’s, van alle maten en formaten.

Madagaskar, het blijft ongemeen boeiend.

Ranomafana village - Madagaskar

05/11/2018

Onze tweede dag in Ranomafana: deze keer staan we om 8 uur reeds aan de ingang van het nationaal park. Het is druk op de kleine parking: een twintigtal auto’s? Deze keer kiezen we voor een wandeling van 5 tot 6 uur. Met dezelfde gids als gisteren. Maar deze keer krijgen we er een eigen pisteur bij, Joseph. 

Het heeft vannacht geregend. De paadjes zijn nog altijd even steil maar wel veel gladder. Deze keer zien we opnieuw de gouden bamboe maki maar ook de grote bamboe maki, de roodbuik maki, sifaka’s … Af en toe, vooral in het begin van de wandeling, lijkt het een beetje op Kruger-park toestanden. Je loopt alleen op een paadje. Je ziet maki’s en plots ben je omringd door een twintigtal toeristen die uit het niets lijken op te duiken. Opgelet ook voor nekkramp van het vele omhoog turen in het bladerdak. 

Bamboo Lemur Ranomafana

Greater bamboo lemur - Ranomafana

B-ken heeft ook oog voor de kleine beestjes. Ze spot een 2 cm grote bloedzuiger … op mijn arm! Onze gids peutert die voorzichtig los. We trappen bijna op een reuzenslak, geschat 7 cm. En natuurlijk zien we een 15 cm lange duizendpoot of millipede. We volgen eventjes een coua, een soort koekoek met een fluo-groene plek op zijn kop. 

Coua inRanomafana

Mooie wandeling maar zwaar … af en toe uitrusten … bij een waterval bij voorbeeld. 

Zes uur later staan we terug aan ons vertrekpunt. Iemand toont ons een giraf kever en nog een millipede en een 3 cm grote soort “meikever” (dat is ten minste hoe Justin het beestje noemt) en in ruil voor zijn diensten vraagt hij 2.000 Ar (=0,5 €). Tja, ze zijn hier arm.

Tot veel meer dan een late lunch op het terras van hotel-restaurant Manja, met zicht op de vallei van de Namorona zijn we niet meer in staat. Rustig genieten van het zicht … Iemand wandelt voorbij met een varken aan een touw … Madagaskar!

Morgen verlaten we het regenwoud en zakken verder af naar het zuiden. Vermoedelijk 4 dagen lang afgesloten van elke communicatie.

Mora mora.

03/11/2018

Afstand en reistijd: de relatie tussen de twee is moeilijk in te schatten in Madagaskar. We rijden van Antsirabe naar Ranomafana, 230 km, 4u30 zegt Google Maps. We vertrekken om 8 uur en we zien wel. “Mora mora”, rustig, kalmpjes aan.

Eerst nog geld tanken in Antsirabe: 600.000 Ar in twee keer. Dan door de drukte van een zaterdagmorgen laveren: mensen, pousse-pousse, taxi-brousse (minibusjes die niet vertrekken vooraleer ze veel te veel passagiers hebben ingeladen), karretjes allerhande. De eerste 10 km van de Route Nationale 7 zijn ons bekend: dezelfde als gisteren. Daarna kronkelt de weg voortdurend. In de verte, rechts van ons ligt Mount Ibity, 2.250 meter hoog, met wolken rond de top.

De weg zal door een berglandschap blijven kronkelen voor de volgende 90 km. In de valleien werken mens en zebu in eindeloze rijstvelden: ploegen en/of omspitten, aardkluiten breken, rijstplantjes uitplanten … ‘t Is een lappendeken van vele tinten groen. Tot drie oogsten per jaar produceren ze hier, “handmatig” of met zebu-hulp.

Ambositra to Ranomafana

Ambositra.

Ambositra is een centrum van houtbewerking. Allerlei nuttige en minder nuttige, mooie en minder mooie dingen en kitsch in hout zie je hier. Zelfs de houten balkons van de huizen zijn af en toe kunstig gesculpteerd. Alhoewel dat is niet altijd gemakkelijk te zien want … we rijden ons vast in de drukte van de zaterdagse markt. Mora mora. We hebben toch ogen te kort om alle bedrijvigheid gade te slaan.

Voorbij Ambositra sluiten hoge granietrotsen de valleien in. Hier is een endemisch bos van tapia-bomen. Op deze bomen leeft dan weer een soort zijdeworm. Vandaar dat hier ook een zijde-industrie is, gespecialiseerd in de productie van fijne lijkwades. Langs de kant van de weg verkopen kinderen de vruchten van de tapia’s. Die hebben ze ongetwijfeld opgeraapt, niet afgetrokken want dat is “fady”, verboden, brengt ongeluk. Het vruchtje lijkt een beetje op een heel klein pruimpje en smaakt … licht zoet, vooral pitten en schil, een beetje smaakloos. Of waren ze nog niet rijp genoeg?

Ambositra to Ranomafana

Ambohimahasoa.

Nog verder verkopen kinderen (opnieuw kinderen!) pocpocs. Justin wil absoluut stoppen en ons tonen wat dat is. Het zijn “lampionkersjes” of goudbes, wat kleiner dan wat in Belgïe in de rekken ligt, want deze zijn “in ‘t wild” geplukt.

Lunchen doen we in Hotely “Le Point” in Ambohimahasoa. Chique naam maar niemand spreekt er Frans of Engels. De zaak is absoluut “basic”: zelf ineen getimmerde stoelen en tafels, toile cirée op de tafels. En vreemd: ze brengen ons onmiddellijk een kruik heet water. Achteraf blijkt dat dit het aangelengde kookvocht van rijst is. Standaard gratis drank in een hotely. We spelen op veilig en bestellen Chinese soep: noedels met ei in een bouillon. Voedzaam, punt, meer niet. Een biertje? Zoals gewoonlijk gechambreerd. Toilet? Deur en duister gangetje door en op een erf belanden. Dan de weg zoeken tussen eenden en kalkoenen; opgepast voor een slapende hond! Franse WC, een plastic fles met water om te “spoelen”. Ervaring rijker. Voor onze twee Chinese soepen + een biertje + een water betalen we de royale som van 7.000 Ar, dat is 1,75 €!

Ambositra to Ranomafana.

Ranomafana.

Onze rit gaat verder. De bebossing neemt toe. Het landschap blijft bergachtig. We strekken even de benen langsheen de verlaten afslag naar het nationaal park van Ranomafana. In de verte komen twee jongens – één met een zak op het hoofd – en een meisje aangesjokt. Typisch, dus … foto nemen. Als ze op onze hoogte zijn, willen ze de foto zien. Dat wordt verbaasd lachen. Mogen we een foto van dichtbij nemen? Dat mag. Als ze deze nieuwe foto zien is het opnieuw lachen, gieren, brullen. En als ze dan nog twee vodjes van bankbiljetten krijgen ter waarde van 3.000 Ar zijn ze helemaal in de wolken. Dan realiseren we ons … ze hebben geen spiegel en hebben zichzelf nu voor één van de eerste en weinige keren gezien.

Locals in Ranomafana

We zijn er bijna. Een zwaar geladen taxi-brousse staat met een lekke band langs de kant van de weg. Een tweede taxi-bé biedt hulp. Een twintigtal passagiers staat er op te kijken. Wanneer zijn zij op hun bestemming?

Nu nog even de Andriamamovoka waterval bewonderen. Daarna rijden we Ranomafana-dorp binnen. Het is 16 uur. Dat is in totaal 8 uur onderweg voor iets meer dan 200 km afstand. We logeren in Hotel Thermal Ranomafana, een vroeger kuuroord.

Andriamamovoka

Vanavond dineren! Zebu-steak met een flesje “dure” Malagasy wijn: Antsirabe Grand Cru, 25.000 Ar, zo maar eventjes 6,5 €! Op je verjaardag mag je je iets extra’s permitteren! Mora mora!

Toermalijn.

02/11/2018

“Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde …”
Bram Vermeulen

Voor onze tweede dag in Antsirabe heeft “Just in Madagascar” een bezoek aan de Ibity-mijn gepland. Ik weet niet goed wat ik daarbij mag verwachten. Het is in elk geval een mijn waar edelstenen en half-edelstenen worden gedolven, vooral Toermalijn. We zien wel.

Justin pikt een “mandataire” van de mijn op, een vriend van zijn schoonbroer. Die zal ons begeleiden bij ons “mijn-bezoek”. Het dorpje Ibity ligt op 28 km van Antsirabe maar met de toestand van de wegen hier, is dat 1u15 rijden. Het landschap fascineert: bergen, grotendeels kaal, deels in terrassen bewerkt; grote scheuren in de hellingen leggen de rode aarde bloot: erosie! Bij het binnenrijden van Ibity stoppen we voor een slagboom: gemeentebelasting (10.000 Ar) te betalen. De “mandataire” eist een factuur. Oh, dat waren ze vergeten … als we aandringen … waar is de pen? de mandataire geeft ze zijn eigen pen en met enige moeite wordt een groezelig officieel document ingevuld. We kunnen verder.

De weg is nu zelfs voor een 4×4 te moeilijk geworden. Betty en ik stappen samen met de mandataire verder. Justin zal hier op ons wachten. We moeten dalen, vermoedelijk zo een 300 meter. Het weer is aangenaam: 25 tot 30° en ‘t is voortdurend bergaf. Eens beneden loopt de weg verschillende keren door de rivier die voortdurend kronkelt en meandert. Dat wordt over stenen laveren al dan niet met behulp van de “mandataire” die op teenslippers door het water stapt. Soms moeten we stenen in de rivier verleggen en een artificiële oversteekplaats bouwen. We passeren een gehuchtje met een nooit afgewerkte kerk, annex school.

Dan plots, na 5 km stappen zijn we er: de mijn! Niets speciaals te zien, geen machines, geen bedrijfsgebouwen, alleen bergjes rode en witte aarde. Wat had ik mij voorgesteld? Hier zijn putten in de grond, 1meter breed en tot 20 meter diep. Met een katrol wordt daaruit grond naar boven gehaald. Daar beneden is zowaar iemand in de smalle schacht aan het graven. De opgehaalde aarde wordt door vrouwen en kinderen met de hand nauwkeurig onderzocht. Ze zoeken toermalijn of andere edelstenen! Beneden worden in alle richtingen horizontale tunnels gegraven (met een schopje!) in de hoop ooit DE ader te vinden.

Ibity mine

Ibity mine

De “mandataire” wordt een zakje stenen aangeboden. Onbewogen keurt hij de stenen, nauwlettend in de ogen gehouden door de delvers. De meeste stenen zijn toermalijn. Nee, niet goed genoeg, niet geïnteresseerd. Hij koopt alleen maar de “haut de gamme” stenen. Nu snap ik zijn titel: hij is gemandateerd om voor de mijn stenen te kopen. Alle delvers weten hier dat de “mandataire” de eerste keus moet hebben. Wat gebeurt er dan met de vele mindere stenen, degene die hij niet koopt? Die kunnen op de wekelijkse maandagmarkt van Ibity verkocht worden aan Indiërs, Indonesiërs, Sri Lankanen of simpelweg toeristen. Of op de zaterdagse edelstenenmarkt in Antsirabe. 

Haveloze delvers klampen ook ons aan met toermalijn-stenen, kwartskristallen of andere edel(?)stenen. Wat een toestanden … De “speciale” stenen kan je hier zo oprapen: mijn vondst bekijkt de “mandataire” met ingehouden minachting: een steen van zwarte toermalijn en een kwartskristal. Niets waard, maar ik vind ze toch leuk.

De terugtocht is zwaar: 5 km terug en 300 meter stijgen. Maar de zon schijnt, het landschap blijft boeien en … we zijn jong … van geest.

Ibity mine Madagaskar

Walk to Ibitsy

Walk to Ibitsy

Bij het terugrijden staat de slagboom van Ibity open. De twee mannen van daarnet zijn nergens te bekennen. Lunchtijd? 

Terug in Antsirabe en na de lunch staat de schoonbroer van Justin er op om ons nog even wat uitleg te geven over de edelstenen die je allemaal kunt vinden in deze streek. Hij doet dat “live” aan één van de permanente kraampjes van de edelstenenmarkt. Interessant .. maar je moet kunnen weerstaan aan de lichte druk tot kopen.

In het stadscentrum is een grote mensenmassa op de been. Marc Ravalomanana, één van de belangrijkste presidentskandidaten houdt hier een verkiezingsmeeting. We hadden nog een tochtje met pousse-pousse in gedachten maar gezien de hectische drukte … beter niet!

Van op ons terras op de eerste  verdieping van het Plumeria hotel bekijken we dan maar het straatleven. En schrijf ik dit verslag …

Antsirabe.

01/11/2018

Schorpioen – deel 2.

“Avez-vous bien dormi?” vraagt Justin, onze gids-chauffeur? Helaas niet. Amper vier uur geslapen in drie stukjes en met behulp van twee pijnstillers. Mijn voet tintelde; de pijn bleef. Op een bepaald moment dacht ik de pijn te verzachten door een koude voet-douche. Grote vergissing: ik trek ogenblikkelijk mijn voet terug! Later zal Justin zeggen: “Piqure de scorpion? Ne jamais toucher l’eau!”.

Hoewel de pijn in mijn rechtervoet deze morgen veel beter is, was het vannacht “hel”: voortdurend die tintelende steken, alsof ze elke keer met een naald in je voet prikken. Deze morgen heeft B-ken heel omzichtig op het terras van onze kamer, de zak met de schoen leeg gemaakt. De schuldige zit nu achter een bloempot!

Justin is geschokt over het schorpioen-incident. De hotelreceptie is geschokt. Er komt gratis advies. Geen water drinken! Maar dat heb ik vannacht al gedaan? Rode pepertjes pletten en het sap drinken! Bwoark! Rum of andere alcohol drinken. Hmm, dat lijkt me wat. Justin wil de schorpioen zien. Iemand van het hotel wil de schorpioen “verwijderen”. Beiden trekken met een fles 80° alcohol naar boven, naar onze kamer. Ze komen terug met een dode schorpioen in een fles alcohol. Ah, nog een remedie: een slokje van de alcohol met de dode schorpioen drinken. Nee, dank u. Bedankt voor al de goede raad maar de pijn is nu draaglijk geworden.

Antsirabe.

Justin voert ons door Antsirabe. Van het verlaten treinstation in koloniale stijl – er komt nooit meer een trein – langsheen de Grande Avenue, voorbij het monument voor de 18 etnische groepen van Madagaskar tot aan het oude Hotel des Thermes, ook in koloniale stijl. Antsirabe is zowel een kuuroord als de stad van de “pousse-pousse” (riksja) als de stad van edelstenen. Het is een voor Madagaskar redelijk rustig stadje, althans het centrum toch, met zijn brede boulevards afgelijnd door grote bomen, waaronder bloeiende jacaranda’s.

Pousse-pousse Antsirabe

Tritriva.

We rijden vandaag naar een kratermeer: Tritriva, een kleine 18 km van Antsirabe. Maar het is wel een tocht van één uur, alleen met 4×4 mogelijk. De aardeweg is in heel slechte staat en het allerlaatste stuk loopt redelijk steil omhoog. Hier wordt gerst verbouwd want … Antsirabe is ook het hoofdkwartier van de STAR-brouwerij, die van Three Horses Beer. Onder de weg worden we opgehouden door een Zebu-kar met pech: één van de twee zebu’s heeft er de brui aan gegeven en heeft zich los gerukt. Het duurt een tijdje voor de zebu terug in het dubbelspan is ingespannen.

Tritriva

Tritriva -Madagaskar

Even voor Tritriva betalen we aan een slagboom voor bezoek met gids (25.000 Ar – twee personen). Een eindje verder stappen we uit. Onmiddellijk worden we “overvallen” door een twintigtal kinderen die allen dezelfde stenen verkopen. Maar onze gids – Dominique – staat ons al op te wachten. Een tiental meter klimmen, met de hele meute kinderen achter ons aan en we zien het meer. Het water glinstert blauwgroen in de diepte van de krater. Prachtige natuur. We wandelen rond, dalen een keer af tot op niveau van het water en stijgen dan weer. Tritriva heeft een beetje de vorm van Madagaskar. Het is 164 meter diep. Deze heilige plaats is omgeven door legenden. Maar behalve de verhaaltjes, legt Dominique ons ook in zeer goed Frans uit dat er geen vissen in het meer kunnen leven: te koud (15°) en te hoge solferconcentratie. Overigens heeft hij ook een oplossing voor mijn schorpioenprik. De grigri, een soort sjamaan of lokale tovenaar, zou mijn voet wassen en dan zelf het water drinken. Op slag zou de pijn weg zijn. Als we dat later aan Justin vertellen, stelt hij onmiddellijk en beslist voor om ons naar de grigri te voeren. Vriendelijk, maar nee, dank u. Na een uurtje hebben we Tritriva rond gewandeld. Nu nog even de stenen-verkopende-kinderen trotseren en we kunnen terugkeren naar Antsirabe.

Allerheiligen vandaag. Maar hier zijn geen kerkhoven. De Merina, dat is de etnische groep die hier leeft, begraaft zijn doden “thuis” in een familiegraf op privé-terrein. Om de 5 tot 7 jaar worden de graven weer open gemaakt, de doden in nieuwe kleren gestoken en volgt er een groot feest voor familie, vrienden en de buurt: de Famadihana!

Merina tomb - Madagaskar

Sabotsky Market.

‘s Namiddags bezoeken we de “Sabotsy Market”, de zaterdagmarkt die overigens elke dag van de week wordt gehouden. Het is een gigantische overdekte markt waar alles te koop is: groenten, vlees, vis, zaden, granen, prullaria … alles. Natuurlijk liggen er ook bergen “brèdes mafana”’. Dat ziet er een beetje uit als waterkers en is – naast zebu-vlees – het basis-bestanddeel van Romazava, de typische stoofschotel van Madagaskar.

Honderden mensen, baby’s, kinderen, jongeren en minder jongeren bewegen zich in de smalle paadjes tussen de tientallen en tientallen kraampjes! Als enige vazaha’s op deze markt vallen we op. Verschillende verkopers en verkoopsters roepen ons onbegrijpelijke maar vriendelijke woorden toe. Foto’s nemen mag, wordt zelfs aangemoedigd; maar de geportretteerden moeten wel zelf het resultaat zien. Twee mannen spelen fanorona, een soort dam- of schaakspel. Hier op de markt zijn De “zwarte” pionnen schijfjes wortel, de “witte” zijn stukjes raap. Wit wint!

Justin wil nog een paar flessen bronwater gaan vullen. Antsirabe wordt niet voor niets het Vichy van Madagaskar genoemd. We wachten op hem terwijl een verkiezingsauto (weer van die Rajoelina, volgens Justin de rijkste van de 36 presidentskandidaten) kabaal komt maken. Kinderen dansen rond de auto, volwassenen kijken amper op …

Terug nu naar ons hotel. Bekomen van vandaag … en van de commotie rond de schorpioenenbeet.

Sabaotsky Market - Madagascar

Sabotsky Market - Madagascar

Sabotsky Market

Sabotsky Market

Schorpioen.

31/10/2018

5u30 ‘s ochtends. De zon is al op. Fijne nevel hangt over de heuvels rond Eulophiella. Ver, maar indringend klinkt de territorium-roep van de Indri. Die zijn ook vroeg wakker! 
Een uurtje later is de nevel opgeklaard en schijnt de zon.

Andasibe->Antsirabe.

We hebben vandaag een lange tocht voor de boeg: naar Antsirabe. Dat wil zeggen: de route die we eergisteren hebben gedaan bijna helemaal terug rijden; dan voor Tananarivo afslaan naar het zuiden. In totaal een kleine 300 km maar wel vermoedelijk meer dan 7 uur rijden. De wegen, zowel de RN2 als de RN7 zijn wel geasfalteerd maar in slechte staat. Om de haverklap moet Justin uitwijken voor diepe putten of stoppen voor hoge verkeersdrempels bij het doorrijden van een dorpje. Bovendien moeten we opnieuw het hoogplateau op. Als je dan achter een reeks vrachtwagens belandt die aan 10 per uur de berg op sukkelen, duurt het wel een tijdje. Volgens de tekst op de opleggers, komen die trouwens meestal tweedehands uit Frankrijk (“Messagerie banlieu de Paris”) of België (“Verhuizingen Deurne”). Via de haven van Antwerpen?>

Niet dat ze echt nodig zijn, maar er zijn ook amper verkeersborden of wegwijzers in Madagaskar. En als ze er zijn, zijn ze uit beton. Elk metalen verkeersbord zou binnen de kortste keren verdwijnen en bij een schroothandelaar belanden.  

Op het traject Andasibe – Tana vertelt Justin over verschillende soorten exotisch fruit die in Madagaskar worden geteeld. Lychees, mango, jackfruit, papaya, avocado, kaneelappel, en nog meer vruchten waarvan we de naam helaas al vergeten …. Daarna krijgen we een lesje Malagassisch: dank u is misaotra, uit te spreken als “misowtr”; veloma, uit te spreken als “veloem” is tot ziens en soave dia is goede reis.

South of TanaSouth of Tananarive

Voorbij Tana is het landschap nieuw voor ons. Dit is nog altijd “les hauts plateaux” maar de heuvels zijn ronder en niet meer bebost. De rode kleur van de aarde is overal zichtbaar. De huizen zijn okerkleurig: gebouwd van baksteen, daarna met rode aarde gepleisterd. Armtierig misschien, maar toch mooi. Vele verlaten en vervallen ruïnes: in Madagaskar geloven velen dat een huis van een gestorven ouder of grootouder of voorvader nooit mag worden afgebroken, zelfs niet als het niet meer wordt bewoond. 

 

Ambatolampy.

We passeren het dorpje Behenjy, het centrum van de “booming” foie gras industrie van Madagaskar. En het is middaguur. Maar we hebben onze principes en het is hier zeer druk. Dus … verder rijden, tot Ambatolampy wat dan weer het centrum is van de aluminium industrie. Maar eerst lunchen: gepaneerde vis in ”Au rendez-vous du pêcheur”. Daarna stelt Justin voor om een ateliertje van aluminium-smelters te bezoeken. Hier maken ze van gerecupereerd aluminium nieuwe kookpotten, bekers, pannetjes, kommetjes, siervoorwerpen, enz. Het lijkt 19de eeuws werken. In een donker hok werken drie jongens in een mengsel van fijn zand en gemalen houtskool. Ze begraven een mal in het goedje, stampen alles goed aan en verwijderen dan de mal van onderen uit. Alles op blote voeten! Daarna wordt de lege vorm vol gegoten met gloeiende aluminium, 600 ° C, uit een bekertje, met een tang vastgehouden, zonder handschoenen of beschermende kledij! Mengsel van zand en houtskool verwijderen en een nieuw pannetje verschijnt. Moeten we deze kerels nu bewonderden of beklagen of beide? Een fooi verdienen ze dubbel en dik. 

AmbatolampyAmbatolampy

Op de binnenkoer zien we gelijkaardige 19de eeuwse taferelen. Een oven rookt. Iemand klieft met een voorhamer een groot stuk aluminium. Zwarte figuren lopen heen en weer.

Indrukwekkende ervaring, met dank aan onze chauffeur Justin van Just in Madagascar. Zonder hem waren we hier nooit binnnen geweest.

17:00 uur is het wanneer we Antsirabe, onze eindbestmming voor vandaag, binnen rijden. Grote troepen zebu’s en zebu-karren hebben ons nog af en toe opgehouden. We zijn in totaal 9 uur onderweg geweest voor, och arme, 300 km. Maar gelukkig is dit de langste rit van deze vakantie.

Antsirabe area

Schorpioen.

Einde van deze blogpost, niet? 

Helaas niet … We dineren vanavond in ons hotel, Plumeria  Dus frissen we ons wat op, trekken we wat propere kleren aan en verwisselen we onze solide stapschoenen voor wat “deftigere” schoenen. En daar loopt het voor mij mis! Bij het aantrekken van mijn rechterschoen voel ik plots een soort kramp in mijn tweede teen. Hmmm, dat is eigenaardig. Even rechtop staan, druk uitoefenen op de voet … stekende pijn in mijn teen! Niet normaal: ik moet op bed gaan liggen. De stekende pijn komt terug. Het is net alsof ik elke 20 seconden een bijen- of wespensteek in mijn voet krijg. Betty is nu echt ongerust maar ijzig kalm. Ze inspecteert de schoen en … ontdekt een 3 tot 4 cm grote schorpioen! Vreselijk. Zij kiepert schoen en schorpioen in een zakje en zwiert die op het balkonnetje. Dat zien we morgen wel weer.

Wij – of beter gezegd ik, met de hulp van Betty – sukkel naar beneden, naar de receptie. Ik plof neer op een bankstel, amper nog in staat om recht te staan. Stekende pijn, tinteling, spierspasmen in mijn voet. Betty vraagt hulp aan de receptie. Ik strompel tot daar. “You will not die, sir”, zegt de receptionist. Nee, maar het doet verd… wel pijn. Wat zalf aan de teen strijken. Dat helpt niets en elke 20 seconden weer die steek. Een paar glazen witte wijn en een pijnstiller lijken wel te helpen, gelukkig. Na een uurtje neemt de pijn af, nog niet de tinteling. ‘t Is nu alsof ik met mijn voet elke keer in een veld van netels stap!

Gelukkig is mijn eetlust niet aangetast: we kunnen redelijk rustig eten met mijn voet op een stoel.

Hoe kan dat nu? Met schorpioen als sterrenbeeld gestoken worden door een schorpioen van Madagaskar, drie dagen voor mijn verjaardag? Deze schorpioen moet op één of andere manier in Eulophiela in mijn schoen zijn geraakt en in de bagage tot hier meegereisd.

Benieuwd of ik kan slapen vanavond. Betty in elk geval al wel.😀