Contrasten in Jaipur.

Net zoals wij, is India geschokt door de terreuraanslagen van gisteren 13 november in Parijs. Raju had het nieuws deze ochtend nog niet gehoord maar was zwaar onder de indruk toen we het hem vertelden. Het deed hem denken aan de aanslagen in Mumbai van een aantal jaren geleden. En als we deze namiddag kort een plek bezoeken waar handmatig textiel wordt bedrukt, vertelt de eigenaar dat hij en zijn personeel niet hebben gegeten deze middag. Uit solidariteit. Zo gaat dat in India! Eerste minister Narendra Modi die toevallig in Londen is, noemt deze terreur een aanval op de mensheid …

New Gate roze stadspoort in Jaipur

Raju voert ons langs een brede laan met nieuwe, moderne bedrijfsgebouwen (New Jaipur?) tot aan de “New Gate” stadspoort, roze geverfd net zoals de stadsmuren en alle gebouwen in het centrum. Verplicht sinds Maharadja Ram Singh in 1876 de hele stad roze liet schilderen – welkomstkleur in India – ter gelegenheid van het bezoek van de Prins van Wales, de latere koning Edward VII van Engeland. Van daar trekken we te voet verder, binnen de stadsmuren langs de Bapu Bazaar. Het is nog wat vroeg, 10 uur. Niet alle winkeltjes zijn open en het is nog relatief rustig. Grote en kleine vuilhopen liggen her en der samen geveegd. Koeien (heilige?) plukken hier en daar een nog groen blaadje uit de afvalbergen. Op het voetpad moet je niet alleen uitkijken voor hondendrollen maar ook voor verse koeienvlaaien!

Bapu Bazaar: straat met kraampjes.

Aan Chandpol bazaar nemen we links. Hier is het dan weer superdruk en super lawaaierig. Wat er ook gebeurt in het verkeer, de eerste reactie van een Indiër is altijd claxonneren. Veel verkeersregels lijken er niet te zijn behalve misschien dat iedereen ongeveer akkoord is van meestal in dezelfde richting te rijden. Plots komen we aan het Paleis der Winden, één van de meest merkwaardige EN mooie gebouwen die we ooit al gezien hebben. De voorgevel ziet er uit als een soort van grote bijenkorf.

Roze voor gevel van het Paleis der Winden in Jaipur

Hier zaten vroeger de dames uit de harem van de Maharadja, verborgen achter de mazen van de gevel, het leven op de straat te bespieden. Achter de gevel is het gebouw amper één kamer breed. Je kan er op de verschillende verdiepingen nog steeds zoals vroeger de straatdrukte beneden beloeren en – voor de vrouwen dan – je even Maharina, vrouw van de Maharadja wanen. Of je kan op de binnenkoer op de eerste verdieping ook “mensje kijken”. Er staat een leuk tempeltje. Hele Indische families schuiven er aan: de vrouwen in hun kleurrijke sari’s poseren graag onder de verschillende bogen van de tempel. Vanop de hoogste verdieping van het Paleis der Winden krijg je nog een prachtig panorama over de stad. Bovendien is de lucht helderder dan gisteren en zeker klaarder dan in Delhi. Maar nu terug afdalen uit deze schoonheid en terug de wanorde en het vuil in ….

Poserende vrouwen in tempeltje.

Langs Tripolia Bazaar naar Jantar Mantar. Een mooie, eigenaardige tuin met allerlei vreemde sculpturen. Die zijn eigenlijk reusachtige astronomische instrumenten. Een buiten-proportionele zonnewijzer bij voorbeeld. Of een al even reusachtige sextant. Maharadja Jai Singh was een sterrenfanaat. Naar hem is trouwens ook de stad genoemd: Jai – pur, de stad gebouwd door Jai. Overigens volgens een symmetrisch stramien met negen vierkanten, elk beroep in zijn eigen vierkant.

Grote zonnewijzer.

Nog steeds woont er een Maharadja in het stadspaleis. Maar die heeft gelukkig een groot deel van zijn paleis open gezet voor toeristen. “Gelukkig” want het is opnieuw een fabelachtige plek met zoveel interessante en/of merkwaardige dingen.

Witte marmeren olifant.Twee gesculpteerde olifanten uit witte marmer houden een lotus-bloem in hun slurf en flankeren de gouden toegangspoort tot een grote binnenplaats. In het midden een open zuilengalerij in witte en rode zandsteen. Hier consulteerde de Maharadja zijn ministers over staatszaken. Er staan twee reusachtige zilveren urnen: de grootste ter wereld! Elke urne kan 4.000 liter water bevatten en is 1m60 hoog. De Maharadja liet deze speciaal vervaardigen en vullen met water van de Ganges voor zijn reis naar Londen. Daar zou hij de kroning van Edward VII bijwonen. Maar hij moest zich toch kunnen blijven ritueel baden in Ganges-water. Vandaar …

Kleurrijke en gedetailleerde afbeelding van een pauw.

En er is nog de troonzaal, een wapenzaal, een tweede binnenplein met vier prachtig bewerkte ingangen die elk een seizoen voorstellen. Wel even Raju bellen, want we raken niet op tijd – dat wil zeggen drie uur na het begin van onze wandeling – terug aan de “New Gate”. Nieuwe afspraak op de parking van het “city palace”. Eerst nog wat uitrusten op een bankje op het centrale binnenplein. Naast ons een groepje Indische twintigers. Ze spreken ons aan en willen weten waar we vandaan komen. En welke talen we in België spreken. En … hoe oud Betty is! Waarop ze bij het horen van haar leeftijd uitroepen dat ze er toch oh zo goed uit ziet! Mijn verdienste ook natuurlijk … Lachen geblazen!

Even zoeken naar Raju op de parking. Daarna lunch in restaurant “Namaste”, aanbeveling van Raju. Uitdrukkelijk specifieren we “not spicey” en hoewel de kelner ons verbaasd aanstaart wordt onze wens gerespecteerd. Lunch valt dus best mee maar vraag me niet wat we precies gegeten hebben: iets met veel groenten en rijst en naan (soort brood). Er is “live music”: een sitar-speler in traditionele klederdracht met een jongetje wat een derwisch-dansje opvoert voor een fooi.

Paleis in het midden van een meer in Jaipur.

Volgende stop: het waterpaleis (privé) van de Maharadja. In principe een prachtige en idyllische plek. Er is een soort promenade langs de oever van het kunstmatige meer gemaakt. En die wordt ingenomen door allerlei eet- en prullaria-kraampjes. Veel Indische toeristen. En tussen de promenade en de oever … afval, vuilnis en … ratten! Ongegeneerd lopen een vijftal van die knaagdieren op, over en tussen het vuil. Jaipur is een stad van voortdurende contrasten tussen mooi en lelijk. Kan het één niet zonder het ander?

Rat.Zwijn tussen vuilnis aan de rand van een meer.Nu wordt het stilaan tijd om terug te keren naar het hotel, na het eerder vermelde bezoek aan een atelier van bedrukken van textiel. Voor Franse bedrijven en de Europese markt, nota bene. We sukkelen opnieuw in onvoorstelbare verkeerschaos in de binnenstad van Jaipur. Kleine botsing tussen gemotoriseerde riksha en een auto. Alleen maar een beetje blikschade. Een politie-agent neemt poolshoogte en beveelt beide voertuigen om even achteruit te rijden en dan gewoon verder te rijden. Probleem opgelost!

Nu nog een snelle stop aan het Centraal Museum (Albert Hall), een eigenaardig gebouw, combinatie van Engelse en Hindu architectuur. Binnenin overigens een allegaartje van voorwerpen. En terug naar het hotel waar naar aanleiding van de trieste gebeurtenissen in Parijs de veiligheidsmaatregelen verscherpt zijn.

Morgen Pushkar, zo’n 150 km verder naar het westen.

Jaipur is Delhi niet.

Dit is India. Dus, vanmorgen ontbijt met Uttapam (soort pannenkoek van rijst en zwarte urad bonen = ben er niet wild van) en Idli (opnieuw pannenkoek van rijst met zwarte linzen = te spicey voor mijn westerse smaak). De krant “Hindustan Times” bloklettert dat het Diwali-feest dit jaar wat minder smog heeft veroorzaakt maar dat de brandweer 493 keer is moeten uitrukken, meer dan dubbel dan vorig jaar … En dat er helaas weer de onvermijdelijke vuurwerkdoden te betreuren zijn.

Op naar Jaipur vandaag, een rit van zo’n vijf uur. Maar vervelen doe je je niet onder de weg. De uitvalswegen van Delhi zijn groot en breed. Veel verkeer maar al bij al valt het nogal mee. ’t Is dan ook een vakantieweek volgens Raju. Toch kijken we verbaasd op wanneer mensen te voet viervaksbanen oversteken. Of wanneer er plots als tegenligger een tractor met aanhangkar, volgeladen met werkmannen – daar achter hangt dan nog een betonmolen – op het uiterst linkse rijvak opduikt (in India wordt wel links gereden, maar toch). Sommige auto’s, busjes en riksha’s zijn zo volgestouwd dat drie of vier passagiers gewoon buiten hangen. Talrijke motorfietsen en scooters met één of twee passagiers of zelfs met, naast vader-chauffer, nog moeder en twee peuters, laveren overal doorheen. En zelfs als regelmatig spookrijders opduiken schrikt Raju niet. Onvoorstelbaar! En toch … slechts twee ongelukken – telkens omgekantelde vrachtwagens – zien we onderweg.

Motorrijders op de weg naar Jaipur.

Kar getrokken door kameel op weg naar Jaipur.

Lange tijd rijden we door industriële voorsteden. Dan wordt het landelijker. Twintig meter hoge schoorstenen liggen her en der verspreid tussen velden: artisanale steenbakkerijen. De eerste koeien duiken op, langs, op en over de weg. En later een troep apen, en hier en daar een kameel met kar. Of geiten met een herder. De weg doorsnijdt verschillende dorpjes, soms zelfs letterlijk een paar huizen die half afgebroken langs de kant overblijven. Hier en daar is een markt aan de gang. Hoe dan ook is het in de dorpjes altijd en overal een ongelooflijke drukte.

Maar Raju rijdt rustig en onverstoorbaar verder. Hij stelt voor om nog deze middag Amber Fort te bezoeken want eigenlijk rijden we daar toch bijna voorbij. Klinkt goed! Raju zet ons af waar normaal gezien de olifanten staan die je voor 1.100 roepies voor twee personen naar het fort bovenop de rots brengen. De teleurstelling van Raju is groot als er geen olifanten staan. Voor ons niet gelaten: we trekken te voet naar boven. Amber fort is indrukwekkend: een absolute aanrader. Meer een paleis dan een fort, met zijn vier binnenplaatsen en prachtige gebouwen rondom in een originele soort Moors-Indische stijl. D’er is de zuilenhal waar de publieke audienties van de Maharadja plaats vonden. En een nog specialer gebouw met stukjes glas in de muren verwerkt voor privé-audienties, de vertrekken van de harem-dames met rechtstreekse toegang vanuit de slaapkamer van de Maharadja, het sanitair …

Zuilengalerij van het Amber Fort in Jaipur

Paleismuren met ingewerkte stukjes glas.

Veel, vooral Indische, bezoekers maar door de uitgestrektheid van het complex is dit geen probleem. We worden andemaal “overvallen” door vriendelijke Indiërs die met ons op de foto willen. Ik heb nog nooit zoveel sukses gehad bij (jonge) meisjes! Leuk! Een eindje verder speelt iemand in traditionele klederdracht op een soort sitar. Prachtige snor heeft de kerel.

Sitar speler met snor

Drie uur wandelen we door het Amber fort complex. Ook de omgeving is spectaculair: op letterlijk alle bergen rondom strekt zich één lange soort “Chinese muur” uit. Als verdediging kon dat tellen. Beneden in de vallei ligt een meertje met daarnaast de saffraan-tuin van het fort. En overal op de berghellingen zie je ruïnes en overblijfselen van tempels.

Heuvels met versterkingen op top

Maar nu verder naar Jaipur (spreek uit “Djeepoer”). En dat is duidelijk New Delhi niet! Weg de brede lanen en weelderige parken van New Delhi. Hier lijkt de complete chaos te regeren. Het verkeer loopt in de stad volledig vast. Opnieuw een helse kakafonie van claxongeluiden. Hier rijdt geen zinnige westerling zelf! De straat oversteken lijkt levensgevaarlijk maar toch gebeurt het … talrijk … maar ja, de Hindoes geloven dan ook in reïncarnatie! De hele stad moeten we door. We kijken onze ogen uit. Wat een bedrijvigheid. Volk, volk, volk!!!

Het Mariott hotel Jaipur ligt buiten de stad. Samen met nog een paar andere westerse hotels en wat bedrijfsgebouwen, geïsoleerd op een kaalgeslagen stuk terrein. Alleen een troep graatmagere koeien en evenveel schurftige honden lopen er rond een paar krotten. Extreme en trieste tegenstellingen kenmerken India!

En tot slot de dag afsluiten zoals we begonnen zijn: uitstekend buffet, avondmaal met als dessert – we zijn ten slotte in India – Doodh ke ladoo, Guiya en Rasmalai. Hmmm…

Diwali in Delhi, en nog zoveel meer.

11 november ’s avonds: onder ons ligt Delhi, in een vreemde, mistig oranje gloed. Naarmate het vliegtuig daalt, zien we daar beneden steeds meer en meer lichtflitsen. Wit, rood, blauw …. vuurwerk op tientallen, nee honderden plaatsen tegelijk. Diwali in India: feest van het licht!

Alles loopt gesmeerd op de Indira Gandhi International luchthaven: paspoortformaliteiten (niemand bekijkt onze e-visa), vingerafdrukken (wel nooit zonder probleempjes bij Betty), bagage zoeken die reeds in massa van de transportband is gehaald. Dan, spannend, de uitgang en zoeken naar iemand met een bordje met onze namen. Niet zo dadelijk gezien maar – na een telefoontje – vindt Betty “onze man” toch: kennismaking met Raju. Auto in en rijden, maar … al na 100 meter stoppen we weer. Raju is ons “welkomstpakket” vergeten: bloemenkrans om de nek, een rode stip op het voorhoofd en mierenzoete snoepjes. Opnieuw valt de mistige, rokerige smog op. Radju beweert dat de Diwali-vuurwerkpijlen de rook veroorzaken …

We rijden langs brede lanen, viervaks banen, langs de ambassade-wijk, tot in “Lutyens Delhi”, de nieuwe stad die hier zo’n honderd jaar geleden door de Engelsen is gebouwd. ’t Is middernacht, lokale tijd als we in ons hotel, The Claridges, arriveren. Inchecken en proberen te slapen want we hebben een 4,5 uur tijdsverschil te verwerken. Nog steeds zijn luide knallen te horen … Diwali in Delhi. Morgen is het vroeg dag.

… En ’s morgens hangt de wazige mist/rook er nog. We starten – na ontbijt – om 9u30. Raju voert ons naar de voet van “The Red Fort”. Ons plan is om te voet doorheen Chandni Chowk, de oude stad, te wandelen tot aan de Jama Mashid Moskee en dan terug. Raju zal ons 2u30 later terug op dezelfde plek oppikken. Maar Chandni Chowk is één groot gekkenhuis waar riksha’s, gemotoriseerd of met mankracht aangedreven, auto’s, bussen en een kleurrijke mensenmassa in alle richtingen bewegen tussen kramen, stalletjes, verkopers, bedelaars … En lawaai: alles één grote kakafonie. Bovendien lijkt het alsof de fietsriksha’s besloten hebben dat toeristen hier NIET wandelen: we worden honderden meters ver gevolgd door eerst één en uiteindelijk vijf riksha’s die aandringen om ons naar de Jama Mashid moskee te mogen voeren. Eerst voor 20 roepies (30 Eurocent?), dan zakt de prijs naar 10 roepies. Maar we blijven wandelen ondanks de vijf riksha’s en inmiddels ook drie bedelaars, en uiteindelijk druipen ze af … Net zoals de verkopers van alles en nog wat …

Drukke straat in Chandni Chowk.

Marktkraam met massa’ schoenen.

De Jama Mashid dan: grootste moskee van India. Tijd om de schoenen uit te trekken. Betty krijgt een groot soort doek of sjaal aan de ingang: moet ze zich zedig mee bedekken. Prachtig gebouw: vertikale stroken rode zandstenen wisselen af met wit marmer. Vier hoektorens, twee ajuinvormige koepels en twee minaretten. De zuidelijke minaret kan je in en op, wat we dan ook doen. De wenteltrap binnenin is steil en smal. Af en toe moet je jezelf tegen de muur plakken om een andere zweterige toerist te laten passeren. Het uitzicht over de krioelende oude stad is spectaculair maar de smog belet een nog grootser panorama. We rusten uit op het reusachtige binnenplein van de moskee … en worden plots op de foto gevraagd! Een Saoedisch gezin – vader, moeder en twee kleine kinderen – wil een foto van ons met hun twee kleuters. En dan nog één met de moeder bij … dan nog afwisselend één met de vader bij. Eigenaardig, maar wel leuk!

Jama Mashid moskee, vooraanzicht.

Terug door oud-Delhi, langs exotische eetkraampjes, schoenenverkopers, klerenkramen, groentenverkopers, velgenbazaars … langs iemand die tegen betaling oren kuist … langs bergen afval en slapende Indiërs, langs nog zoveel andere voor ons onwereldse dingen … terug naar de afspraak met Raju. Die brengt ons uit de drukte en de chaos naar New Delhi, via het gedenkteken voor Mahatma Ghandi, voor een westerse lunch (bruschetta en pizza) in een rustig restaurant.

Bovenaanzicht van drukke straat.

Slapende man op stootkar.

Mahatma Ghandi gedenkplaats.

’s Namiddags bezoeken we Humayun’s tomb, een UNESCO World Heritage site. Er is een aparte ticket-rij voor Indiërs – die betalen 10 roepies (zo’n 15 eurocent) – en een rij voor andere toeristen, die 250 roepies betalen! Maar die laatste rij is dan ook veel korter. Het graf van Humayun zelf, de tweede zogenaamde Mogol (=moslim) keizer van India uit de 16de eeuw is een gigantisch gebouw met een rechthoekige onderbouw – opnieuw rode zandsteen afgewisseld met witte marmer – boogingangen en bovenop het geheel een reusachtige koepel. Lijkt al zeer sterk op de Taj Mahal maar die is dan wel volledig in wit mamer. Rond het gebouw liggen nog vele andere grafmonumenten en/of grafpaleizen in een prachtig exotisch park van 12 hectaren. Betty wordt opnieuw op de foto gevraagd! Deze keer door een groepje jonge Indisch uitziende toeristen. Raar! We zijn toe aan uitrusten op het gazon met zicht op Humayun’s tomb …

Humayun's tomb hoofdgebouw.

India Gate triomfboog.

Onze laatse exploten dan voor vandaag: bezoek aan India gate, een triomfboog opgericht voor de Indiase soldaten die sneuvelden in “… France, Flanders, Mesopotamia …”. Ontzettend veel volk hier. Maar vandaag, 12 november blijkt een vrije dag te zijn. Opnieuw één of ander feest waarvan ik de naam helaas vergeten ben. Een nep-fakir met slangenmandje spreekt Betty aan … “Picture, picture” en prompt opent hij een mandje, speelt een deuntje op een eigenaardige fluit en daar verschijnt een brilslang, een cobra.

Man in het wit met fluit en cobra.

Ik wordt uitgenodigd om het mandje zelf vast te pakken en … de nep-fakir zet mandje en slang op mijn schouder en mijn hoofd. Kost ons 100 roepies voor de foto’s. Nog even met een kleurrijke familie Indiërs op de foto – dat wordt stilaan routine – en tot slot voert Raju ons nog langs de kaarsrechte boulevard, geïnspireerd op de Champs Elysées, tot aan President’s house voor een laatste foto-op.

Napraten doen we bij een Kingfisher biertje op de “lawn” van ons hotel. Fantastische dag. Delhi heeft ons bekoord! Morgen naar Jaipur.

Delhi, Rajasthan en Agra: reisroute.

Filmaffiche van “Der Tiger von Eschnapur”.

Begin van de jaren zestig uit de vorige eeuw. Een godvergeten dorpje in Vlaanderen. Maar wel een cinema-zaal: projectie alleen op zaterdag- en zondagavond. Op het programma: voor één keer geen western maar “Der Tiger von Eschnapur” van Fritz Lang. Kinderen toegelaten … mijn allereerste sterk geromantiseerde “kennismaking” met India. En d’er was nog een vervolgfilm, een week later … ook gezien.

Een aantal films (A Passage to India, Gandhi, Slumdog Millionaire, The Best Exotic Marigold Hotel – allemaal ideaal om wat “in de sfeer te komen”) en een halve eeuw verder: op naar India!

Zelf uitgestippeld en georganiseerd (door Betty vooral) want we reizen zoals steeds individueel. En dat uitstippelen heeft deze keer wat meer voeten in de aarde. “Wanneer” naar India reizen is gemakkelijk: niet tijdens de moesson (juni, juli, augustus) en niet tijdens de snikhete zomer (april tot oktober, met temperaturen tot ver boven de 30° tot 40° C) en niet tijdens de blijkbaar sombere wintermaanden (december tot februari). November dus of “Kartika” in Hindoe.

Auto huren en zelf rijden? Dat raadt zowat iedereen af. Dus wordt het een “auto met chauffeur”, gereserveerd via “India Individueel”. Benieuwd wat dat wordt … Hotels/verblijf reserveren levert weinig problemen op. Uiterst zelden wordt bij reservering een voorschot gevraagd. Reispas OK maar we hebben ook een visum nodig. Gelukkig kan dat sinds midden dit jaar via internet. Wel worden je “de pieren uit de neus gevraagd”: geloofsovertuiging (“geen” is niet één van de opties)? beroep? naam van vader? naam van moeder? militaire dienst? ooit in Pakistan geweest? … En je dokt nog altijd € 55 af … per persoon.

Op twee en een halve week kan je natuurlijk maar een deel(tje) van het gigantische continent bezoeken dat India in werkelijkheid is. Het land zelf is drie maal groter dan Europa en met 1,2 miljard Indiërs moet het alleen China laten voorgaan in de rangschikking per bevolkingsaantal. We vliegen rechtstreeks vanuit Brussel naar Delhi. Dus beginnen we onze rondrit van daaruit. ’t Wordt Rajasthan, het “land der koningen” en tevens de grootste deelstaat van India. En natuurlijk moeten we ook de Taj Mahal in Agra zien.

De reisroute.

Kaart met reisroute.Kaart van India met reisroute.

A. Delhi.

11 november: vlucht Brussel (10u20) – Delhi (22u50) met het Indische Jet Airways.

12 november: bezoek aan Delhi – veel te groot en veel te veel te zien voor één dag, dus misschien beperken tot “The Red Fort”, de Jama Masjid moskee en oud Delhi?

B. Jaipur.

13 november: op naar het zuidwesten, de deelstaat Rajasthan met hoofdstad Jaipur, roze stad, gesticht door radja Jai Singh II in 1727.

14 november: bezoek aan Jaipur met het Amber fort, het Paleis der Winden, de Jantar Mantar (observatorium uit de 18de eeuw), en zoveel meer.

C. Pushkar.

15 november: naar Pushkar (bij Ajmer), heilige stad van de Hindoes, die zich in deze periode opmaakt voor de jaarlijkse reusachtige kamelenmarkt.

D. Jodhpur.

16 november: vandaag nog verder naar het westen. Naar de woestijnstad Jodhpur, de blauwe stad (blauw= de kleur van de huizen van de Brahmanen).

17 november: een volledige dag tijd om het majestueuze Mehrangarh Fort, 120 meter boven de stad te bezoeken. Of de bazaars van de oude middeleeuwse stad…

E. Udaipur.

18 november: naar het zuiden: Udaipur, de stad waar mijn “Tiger von Echnapur” is opgenomen. Maar ook de James Bond film “Octopussy”.

19 en 20 november: twee volle dagen om de meest romantische plaats van India te bezoeken: Udaipur, de roze- en crème-kleurige stad. Het Pichola meer, het “City Palace”, het “Lake Palace”, de Jagdish tempel, haveli’s (herenhuizen), parken, oude straatjes …

F. Shahpura Bag.

21 november: we beginnen de terugtocht, richting Delhi, dus naar het oosten. Tevens laten we de steden voorlopig achter ons. Overnachting op het platteland, in Shahpura Bagh: volgens beschrijving, een authentieke Indische ervaring. Benieuwd!

G. Ranthambore.

22 november: op naar Ranthambore, het vroegere jachtgebied van de Maharadjas van Jaipur en nu nationaal park.

23 en 24 november: tijd om op tijger safari-jacht te gaan in Ranthambore. Maar geen nood als de tijger zich niet laat zien: d’er is een oud fort, er zijn pittoreske ruïnes en … neusberen, hyena’s, antilopes, wilde zwijnen, Indische mongoos, makaken, langoeren (ook een apensoort), krokodillen, cobra’s, python’s …

G. Agra.

25 november: we verlaten Rajasthan en het platteland: naar Agra.

26 november: zou één dag genoeg zijn om de Taj Mahal en het fort van Agra te bezoeken?

H. Terug naar Delhi.

27 november: terugreis naar Delhi. Misschien deze ochtend nog even de Taj Mahal bekijken? En deze middag nog een bezienswaardigheid in Delhi meepikken? Of is dat te ambitieus?

28 november: vlucht Delhi (03:00) – Brussel (7u50).

Kraanvogels in India!

Wat we waarschijnlijk en helaas niet zullen zien … Demoiselle kraanvogels kennen zowat de zwaarste jaarlijkse migratietocht van alle trekvogels ter wereld! Vanaf de vlaktes van Mongolië en China trekken ze in augustus-september in groep over de Himalaya, meer dan 8 km hoog, naar het zuiden om de winter in India door te brengen. In Kichan, een dorpje zo’n 150 km ten noordwesten van Jodhpur begonnen dorpelingen in de jaren zeventig van de vorige eeuw, eten te strooien voor de doortrekkende kraanvogels. Dat zijn ze tot op heden blijven doen. Resultaat: er overwinteren nu tienduizenden kraanvogels in de onmiddellijke omgeving van het dorpje.

De Demoiselle kraanvogel, Koonj in het Hindoe, komt prominent voor in literatuur, mythologie, muziek en afbeeldingen in Noord-India. Een elegante vrouw wordt eveneens een Koonj genoemd. En ook reizigers die een moeilijke of lange tocht maken zijn Koonj.

India, twee Koonj uit België komen er aan!

Vlag van India.