Cómpeta.

Zondag 13 augustus 2023.

Cómpeta.

Op 600+ meter hoogte plakken de witte huizen van Cómpeta tegen de berghelling. Meer dan dit dorpje (stadje?) doen we niet op een uitgerekte zondagvoormiddag: het is groter dan Archez of Canillas de Abeida van gisteren. Er is zelfs een “kathedraal”; zo noemen de Cómpetanen zelf hun Iglesia de Nuestra Señora de la Asunción.

In de toeristische dienst, bij de ingang van de stad, vertelt een uiterst vriendelijke juffrouw over Cómpeta, alleen maar in ‘t Spaans, en geeft ons een stadsplan, een boekje over de witte dorpjes van Axarquía, een kaartje van de Ruta de los Mosaicos – op een vijftiental plaatsen beelden mozaïeken de geschiedenis van Cómpeta uit, maar wel pas vanaf na het tijdperk van de Moren. De eerste mozaïek hangt in de toeristische dienst zelf: begin van de katholieke Spaanse geschiedenis hier: 1569.

Mozaïek van Arabische sjeiks en krijgers in de toeristische dienst​ van Competa.
Mozaïek toeristische dienst

We volgen de aangewezen route, klimmend door de inmiddels vertrouwde smalle straatjes, af en toe opgeschrikt door slippende kale banden op gladde stenen wanneer een auto in een bocht omhoog klimt. Zo belanden we op de Plaza de la Almijara aan de “kathedraal”. Naast de kerk ligt de pittoreske Paseo de las Tradiciones, een “promenade” met mozaïeken, die zoals de naam al laat vermoeden, oude tradities uitbeelden. Tijd voor koffie en churros op een van de terrasjes. Aan de overkant van het plein een bank met oude mannetjes die met een onpeilbare blik de terras-bedrijvigheid gadeslaan.

We wandelen verder door stille steegjes. Hier kabbelt het leven rustig voort. Een mevrouw roept vanaf haar balkon een buurvrouw vijf huizen verderop en begint een discussie. Een hond blaft ons vanaf een dakrand toe … Vanaf de Plaza Vendimia zien we de Casas Colgantes – hangende huizen – die lang geleden, toen de aarde nog niet opwarmde, over het water van de nu al lang opgedroogde rivier leken te zweven. Mozaïeken over de druivenoogst. Cómpeta is bekend voor zijn Muscatel-wijn en … overmorgen is de Noche del Vino – nacht van de wijn – gratis wijn voor het hele dorp en Flamenco dansen! De charmante juffrouw van de toeristische dienst heeft er ons warm voor gemaakt.

Maar onder leiding van “freewheeling” David “moeten” we verder – willen we nu echt het hele dorp zien? Aan de Ermita de San Antón zitten dan weer oude vrouwtjes en één man ons aan te staren. In het kerkje staat een reusachtig Jesus-beeld klaar om in processie door de stad te worden gedragen. Even verderop: panorama vanaf de Balcón de Cómpeta.

Dan hebben we het wel gehad: bijna 5 km gestapt (proficiat Lou!). Nog een flesje lokale wijn inslaan en we kunnen terug voor almuerzo, siësta en piscina.

Sayalonga.

Vanavond dalen we de 170 meter af van ons “arendsnest” in de bergen naar het centrum van Sayalonga, wel met auto! Hier ook weer de vertrouwde smalle straten en één voetganger brede steegjes. Het kerkhof is speciaal: rond! Alle bovengrondse graven verblindend wit. Een tweede toeristische bezienswaardigheid van dit dorpje is de “Fuente del Cid”, een bron genoemd naar een in Spanje beroemde ridder die tegen de Moren vocht (zie de film “El Cid” met Charlton Heston en Sophia Loren). Helaas, de “Fuente” is verworden tot een druppelend bronnetje.

Nog later op de avond – ons ritme is flink aan ‘t “verspaansen”- proeven we de witte wijn van Cómpeta: een droge Muskatel-wijn die … niemand bevalt! Gelukkig maar één fles gekocht! De zoete “pousse-café” dessertwijn daarentegen loopt vlotjes binnen: een aanrader!

Hasta luego!

Ruta Mudéjar de la Axarquía.

Vrijdag 11 augustus 2023.

Dolce far niente. Dat is wat we vandaag doen: niets. Want we wachten op David, die vanaf vandaag een weekje komt logeren. Om 11u30 staat hij er al. Van dan af is het zwembad, aperitief (Victoria-biertje) , eten, zweten, zwembad … en zo verder. Niet vergeten van de panorama’s te genieten. Ook omhoogkijken: daar zweven roofvogels; vale gieren of havikarenden, we zijn er nog niet uit: beide soorten gelijken wat op elkaar.

Oh ja, nog inkopen doen in de goed voorziene Mercadona Algarrobo. Vrijdag = visdag, ‘t Wordt espada met mosselen en pasta … met Rioja Blanco. Morgen opnieuw op stap want van al dat niets doen worden we moe!

Zaterdag 12 augustus.

De mudéjar route van Axarquía (Moren-route?) is een auto rondrit langs dorpjes die grotendeels hun karakter van 500 jaar geleden – hun “Moors” karakter – behielden. Het eerste van zo’n dorpje dat we aandoen is Archez. Dat geeft onmiddellijk een goed beeld: witte huizen in Arabische stijl, smalle straten, amper groot genoeg voor één auto en soms ook niet, flink bergop en bergaf, bloemen en planten aan de huizen. Op een straathoek is in een oude muur een eigenaardig gezicht gekerfd.

Mensen springen hier zuinig om met water: de afloop van een airco wordt opgevangen in een plastic bidon; op publieke kraantjes staat een slot: geen sleutel geen water; iemand giet water over een balkon op een tweede verdieping, het water plenst naar beneden op de planten van de eerste verdieping en van daar onverwachts op straat! Als je er juist onderloopt …

De klokkentoren van de Nuestra Señora de la Encarnación kerk is de verbouwde minaret van de vroegere moskee. De Arabische tekens zijn nog duidelijk zichtbaar.

Bakstenen klokkentoren met Arabische tekens.

Van hieruit kan je langs een berghelling naar Canillas de Albaida wandelen, bergop natuurlijk. David, Evelien en Lou zijn al weg! Wij verkiezen nog wat in de straatjes te verdwalen en met de auto to Canillas te rijden. We vinden elkaar opnieuw in restaurant / bar Cerezo voor koffie (of cola) met churros en een tropicana waterijsje (raad voor wie!).

Cerezo is enorm druk op deze zaterdagochtend, zeker een vijftigtal klanten, allemaal bediend door de baas zelf, die ook nog zelf afrekent en de bar bedient. Er zit een groep van luidruchtige Spanjaarden wielertoeristen die we daarnet op de berghelling voorbij reden. Ze toosten luidruchtig op hun geslaagde beklimming. Aan de bar: alleen maar “locals”, senioren (mannen). Hier geen toeristen, behalve wij dan.

Canillas lijkt op Archez (waarschijnlijk lijken alle “Moorse” dorpjes hier op elkaar) met soortgelijke smalle straten en steegjes en witte huizen. Speciaal: de Ermita de Santa Ana – een 16de eeuws kerkje bovenaan het dorp; een pittoreske maar niet langer gebruikte Lavadero Publico (centrale wasplaats), compleet met betonnen wasborden; een publiek kraantje met slot.

Ons initieel plan was om nog een dorpje te doen, maar dat zal voor een andere keer zijn: ‘t Is al Spaans etensuur en de zon brandt … terug naar “huis” om te lunchen en af te koelen.

Veel voeren we daarna niet meer uit: de zon, de warmte, de wijn weet je wel. Nog even een kleine wandeling in de directe omgeving van Casa Soleada; foto nemen van de overdekte avocado- en mango plantages, de “zee van plastic”; beslissen dat door de warmte en de grote hoogteverschillen op korte afstand hier niet te joggen valt.

‘s Avonds nog even mijmeren met zicht op de pieken van de Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama en dan bedje in.

Sayalonga.

Donderdag 10 augustus.

Gisteren in Antequerra, op het terras van Meson Casa Carlos: aan het tafeltje naast ons zit een trendy paar dertigers met een schoothondje, ze vragen een bakje om hun hond te laten uit drinken. De kelner brengt hun inderdaad een bakje water. Nee, nee, verkeerd begrepen: ze gieten het water onmiddellijk uit en vullen het bakje met een flesje mineraalwater. Hun hondje krijgt diarree van kraantjes water! Oei, en wij drinken dat hier al vijf dagen!?

Vandaag verhuis van vakantiehuis La Era, in Villanueva de la Concepción naar Casa Soleada in Sayalonga. Afscheid nemen van Ana, de mamá van José, en de papá en kleindochter Ana. Heel vriendelijke mensen … We hebben een ritje van nog geen anderhalf uur, 60 km, voor de boeg; kunnen pas om 15 uur in ons nieuwe verblijf; rijden dus nog even naar Torcal om daar van het uitzicht en espresso te genieten. De gieren zijn weer op post. Een Nederlandse toeriste vraagt ons waar de wandelingen beginnen; zijn wij in Torcal al geen “anciens”? Ook een paar andere bezoekers kunnen we op die manier helpen.

Op naar Casa Soleada, Evelien aan het stuur, Betty als copiloot en Lou en ik de wagenziek achterin. Eerst de bochtige afdaling van Torcal naar Villanueva de la Concepción, dan de bergweg naar Villanueva de la Cauche, dan wordt de weg wat vlakker en minder bochtig. Een landschap met veel recent aangelegde en strak afgelijnde olijfgaarden. We rijden de Axarquia-streek in: de omgeving wordt woester, de bergen hoger, de wegen bochtiger en de wagenziekte erger. Tevergeefs speuren we naar een leuke bar of restaurant of stopplaats. Veel te vroeg rijden we langs de rand van Sayalonga en een spectaculaire, smalle bergweg naar Campo Agave B&B Glamping om de sleutel op te halen. ‘t Wordt collega wagenzieke Lou te veel: zij kotst in mijn nieuwe pet (beter dat, dan de auto onderkotsen) en voelt zich al onmiddellijk beter. Ik niet, kieper de inhoud van mijn pet in het ravijn … Maar we geraken er wel.

De in het begin niet al te vriendelijke Nederlandse eigenaar van Campo Agave legt ons uit dat we te vroeg zijn (weten we) – we kunnen/mogen ook niet naar toilet, laat staan iets eten of drinken – maar dan draait hij toch bij. Hij toont ons Casa Soleada (1 km verderop) waar zijn vrouw nog aan ‘t poetsen is, legt uit hoe we snel in het centrum van Sayalonga komen en wat en waar de restaurantjes zijn. Terug met de auto naar beneden: 170 meter dalen op 2 kilometer.

Lunch in restaurant Mesón Morisco op een leuk, verkeersvrij pleintje in het centrum van Sayalongo. Andere “vibe” hier: in bar Oasis in Villanueva was het eten typisch Spaans, hier is het typisch toeristisch-Spaans: calamares con patatas fritas, espada con patatas fritas … Ik neem een soort fruitsla-toren met geitenkaas om mijn arme maagje te sparen; Lou kinderpizzaatjes met … patatas fritas.

Casa Soleada ligt spectaculair op de rand van een hoge klif. Zicht op de Middellandse Zee met zijn muur van flatgebouwen, daarachter de plastic zeilen van overdekte plantages, daarachter de bergen. Supermodern huis, leuk zwembad en terras. Dat wordt genieten. Diep beneden ons in de vallei: de obligate geitenhoeder met zijn kudde. Wel een moderne geitenhoeder: al stappend tokkelt hij op zijn smartphone.

La Cena – avondeten – op terras, een vijftal meter van het huis af, met zicht op bergen en zee. Maar als we terug naar binnen gaan blijkt er een invasie van grote mieren aan de gang. Ze hebben het op de vuilnisbak gemunt! Ik ontpop mij noodgedwongen tot mieren-killer: vanuit de keuken, langs de voordeur, langs de voorgevel, hoekje om langs de zijgevel, op de grond en op de muren: overal mier! Badend in het zweet overwin ik na een 15 minuten-durende veldslag het mierenleger. Nu nog de lijken opvegen en we kunnen slapen … À mañana!

Dólmenes.

Woensdag 9 augustus 2023.

Op “ons” terras buiten, aan de ijzeren staven voor een venster, hangt een doorzichtige plastic zak met water aan een touwtje geknoopt. De mamá van José legt uit dat dit tegen de “mosca’s” is – de vliegen!? Die zien zichzelf weerspiegeld in dat ene waterzakje, schrikken van zichzelf en vliegen weg!? 😳Werkt het? We hebben geen vliegen op het terras, wel overal minuscule miertjes. 

Aan de rand van Antequera liggen twee dolmen, grafheuvels, 6.000 jaar geleden door onze verre voorouders gebouwd. Die bezoeken we. Aan de lege parking – er is er nog één, een niveau lager met een tiental auto’s – wijst een bewaker ons naar een super-modern gebouw, een beetje verzonken in het terrein. Daar moeten we tickets halen, niet betalen want toegang tot museum en dolmen is gratis! Maar zonder gratis tickets kan je de dolmen niet in. Langs een spiraal-wandelpad lopen we naar boven. Tickets tonen en we kunnen de lege grafkamers zien. In de tweede dolmen is een diepe waterput. Hoe kan dat in een grafkamer? Mysterie: de put is pas in 2005 ontdekt; het water is drinkbaar!

Na de dolmen, het museum gratis bezoeken: een film – ook in het Nederlands – vertelt aanschouwelijk het verhaal van de bouw. De “Peña de los Enamorados”, rots van de verliefden, speelt een centrale rol. De rots lijkt op een naar omhoog kijkend gezicht. De doden in de dolmen lagen in lijn met de rots, gezicht omhoog. Als je de ingang van de dolmen denkbeeldig doortrekt, kom je uit in … het centrum van de “Peña de los Enamorados”. Dolménes van Antequera = waar voor je geld!

Dolmen van Antequerra: verharde witte toegangsweg met “Rots der verliefden” in verre achtergrond.

Museum Dolmen Antequerra: modern wit gebouw.

Dolmen van Antequerra: wit pad over droge weide en grafheuvel in de verte.

In de dolmen van Antequerra: toeriste in ondergrondse toegangsweg.

‘t Wordt heet: 36° C+. We rijden nog naar het centrum van Antequerra om – na espresso en broodje met jamón en tomato’s – nog de fotogenieke Plaza Coso Viejo en de Parroquia San Sebastián te bezoeken (ontelbare kerken in Antequerra). Maar de auto-drukte in de smalle straatjes en de hitte verhinderen elke verdere exploratie. Broodjes inslaan en “thuis” lunchen is de boodschap. Dan siësta voor sommigen, zwembad voor anderen (waaronder altijd Lou). 

Plaza Coso Viejo in Antequera: ruiterstandbeeld voor kerk. Parroquia San Sebastián: rozerood gebouw.

Deze keer besluiten we te aperitieven in Villanueva de Cauche, het volgende dorpje, 8 km verder, langs een bergweg met mooie vista’s over El Torcal. Het dorpje zelf is niet groot: drie evenwijdige straten met huisjes  van minstens 100 jaar oud – sommige lijken zelfs nog uit leem en modder opgetrokken. Pittoresk dat wel. Als ik in mijn beste Spaans aan een stokoud meneerke vraag waar we kunnen drinken, wijst hij naar de dorpsfontein. Nee, nee, geen agua willen we, wel cerveza’s. Maar de enige bar van het dorpje is gesloten; noodgewongen opni naar Villanueva de la Concepción, naar onze  vertrouwde bar Oasis. 

Villanueva de Cauche: straat met witte huizen.

Villanueva de Cauche

Daarna self-made avondeten (Evelien en Betty): als voorgerecht: calamares-ringen – diepvries in de “Dia” gekocht – met looksaus en als hoofdgerecht: brood met omelet (verse eitjes zelf uit “ons” kippenhok gehaald) met spinazie. Dat alles overgoten met een Rioja El Coto. Hmm … dat smaakt!  

Een verborgen parel: Antequera.

Dinsdag 8 augustus 2023.


We sippen espresso en eten gebakjes op het terras van bar “La Socorrilla” op de Plaza Portichuelo in Antequera. ‘t Is het uur van de ochtendlijke bevoorrading: een bestelwagen van een bakker levert brood aan huis; een stadsbus wacht op het plein; een kruidenierszaak wordt bevoorraad; en in twee smalle straatjes toeteren auto’s ongeduldig. Voertuigen worden meerdere keren verplaatst op het kleine plein om de ene doorgang vrij te maken en de andere te versperren. 
Antequerra - Plaza Portichuelo:: wit-bruin hoekhuis (bar).
Antequerra straatje
Antequerra Alcazaba
Antequera ligt 16 km rijden van ons vakantiehuis, aan de andere kant van de El Torcal bergketen. ‘t Blijkt een verborgen parel van Andalusië te zijn. We parkeerden dicht bij de Alcazaba (versterkte vesting) en dat is ook het eerste wat we bezoeken (na “onze” bar en wat flaneren door smalle straatjes met witte huizen en smeedijzeren balkonnetjes). Senioren halve prijs, guapa Lou charmeert de ticket-mevrouw en mag gratis binnen, Evelien normale prijs = in totaal 12 € combiticket met de “Real Colegiata de Santa María la Mayor” basiliek. Vanop het grote en indrukwekkende kasteel krijgen we een 360° panorama over Antequera en wijde omgeving. In de verte “La Peña de los Enamorados”, de rots van de verliefden, Spaanse versie van Romeo en Julia verhaal. De geschiedenis van deze plek en Antequera wordt zelfs verteld in het Nederlands – via smartphone en QR-code op ons ticket. 

Real Colegiata de Santa María la Mayor basiliek
La Peña de los Enamorados
Antequerra Alcazaba

Naast de Alcazaba ligt dus die basiliek met de lange naam waarvoor we ook betaalden. ‘t Is een grote, open kerk met weinig versiering binnenin. Op groot scherm wordt een film over de geschiedenis van deze basiliek getoond … waardoor het kerkgevoel helemaal verdwijnt. Maar we zijn wel  goed geïnformeerd!

Antequerra - Romeinse MozaïekStandbeeld voor kerkgevel.
Op de terugweg wandelen we langs een oude toegangspoort tot de stad: de Arco de los Gigantes, boog der reuzen. En dan terug naar “huis” want na de bewolkte voormiddag is de zon doorgebroken en stijgt de temperatuur snel. 

Arco de los Gigantes: hoge boog in stadsmuur.
De gieren van Torcal zweven hoog boven “ons” zwembad. Zwaluwen scheren rakelings op enkele centimeter van het wateroppervlak en “pikken” water. Waar er geen olijfbomen staan, zien de berghellingen bruin: graangewassen zijn al weken (maanden?) geleden geoogst. Een tractor verzamelt nog de overgebleven korte strohalmen: niets gaat verloren, de povere rest is voor de geiten. De dynamiek van zo’n geitenkudde heb ik overigens nog steeds niet kunnen achterhalen, ondanks langdurige verrekijker-observatie. Leidt de geitenhoeder? Soms loopt hij voorop, soms achterop, soms zelfs in ‘t midden van de troep. Is er een geit-chef? Plots draaft een individu naar rechts, waarop de kudde massaal volgt en naar rechts stormt. Of leiden de twee honden die voortdurend aan de randen patrouilleren? Voer voor filosofische overpeinzingen … dat komt er van met dat “traag reizen”!😃
“Dos cervezas, por favor y un gin tonic, agua y dos cervezas más.” Daarbij een portie calamares met groentjes op ceviche-manier … we aperitieven in restaurante / bar Oasis in Villanueva de la Concepción. Vandaag niet “alles” gezien in Antequera? Maar ‘t zou tot 36° C worden, “mucho calor”,  zei iemand ons. We zien wel …