Het eiland Pag.

Precies ėėn brug, zo’n 30 kilometer ten noorden van Zadar, verbindt het eiland Pag met het vasteland. En om half tien op deze 31ste augustus staan we reeds aan die brug. Ook in Kroatië heeft de ochtendstond goud in de mond, vooral omdat het is nu nog relatief koel is: 25° C?

Brug van Pag.

Onder de brug een diepblauwe baai met de obligate witte bootjes. En op brugniveau: geelwitte kale rotsen met als achtergrond, op het vasteland, het Velebitgebergte wat als een indrukwekkende muur loodrecht uit de zee lijkt op te rijzen. Naar Pag ga je onder andere – en wij dus nu ook – voor de grote verscheidenheid aan landschappen. Want naast en achter de kale rotslandschappen, in vakken verdeeld door eindeloze rostmuurtjes duiken ook groenere bergen en valeien op. Het eiland zou naar salie ruiken maar rozemarijnstruiken, sommige een meter hoog, lijken ons hier toch te overheersen. Hier wordt dus de Paske Sir, schapenkaas, gemaakt. Schapen zien we echter met mondjesmaat … al te warm voor die beesten om buiten te lopen? Verkiezen ze hun ook met stenen opgebouwde, koelere stallen, open langs ėėn zijde?

Haventje van Pag met boogbrug.

Lun.

Het stadje Pag zelf ligt aan een baai. ’t Is leuk maar kan de vergelijking met Nin (zie gisteren) niet doorstaan. We “cruisen” het hele eiland door met ons sympathiek Toyotaatje Aygo. “To boldly go where no tourist has gone before”, om Star Trek te parafraseren. Tot in Lun, een klein dorpje in het uiterste noordwesten van het eiland, omgeven door olijfgaarden. Met een schilderachtig dorpspleintje en ditto kerkje. En een kilometer verder een klein haventje waar je leuk kan flaneren. Weinig toeristen, een paar restaurantjes maar … ondanks het etensuur hebben we geen interesse.

Wit kerkje van Lun.

We rijden terug naar Novalja, naar restaurant/hotel Boskinac, prachtig afgezonderd gelegen op een berghelling tussen de olijfgaarden. Een lunch van lokale Boskinac tapa’s, overgoten met ėėn, jawel ėėn glas lokale rode wijn per persoon … en ondertussen uitkijken over de groene berghellingen vol olijfbomen, rozemarijnstruiken, riet, oleanders … Lawaai van cicades … Bovendien – ook niet slecht – worden we voor het eerst bediend door een kelner die vriendelijk is en uitleg geeft over de wijn en de hapjes. Een verademing na de meestal norse Kroatische kelners die ons de voorbije dagen espresso of bier voorzetten.

We keren terug langs Pag-stad en bezoeken – deze keer onder een loden hitte – de verlaten ruïnes van de oude stad: Stari Grad Pag, een paar kilometer van de “nieuwe” stad gelegen. Ook weer de moeite. En je kan er uitkijken over de zoutpannen van Pag!

Wit kerkje tussen twee groene bomen.

Muur en kerktoren van Stari Grad Pag.

Nog inkopen doen in de Plodine supermarkt in Zadar. Morgen willen we immers naar het Plitvice natuurpark. Maar … Marino, de jonge eigenaar van ons vakantie–appartement, beslist er anders over. Of we morgen mee willen, met een bootje voor zes personen een paar eilandjes voor de kust van Zadar verkennen. Een hele dag “freewheelen” per boot … Dus schuiven we ons geplande bezoek aan Plitvice maar een dagje op. Morgen dus de Adriatische zee op en de Macedonische kust afschuimen.

Zadar en Nin.

Zaterdag (29/08/2015) = reisdag = vermoeiende dag.

Zaventem is OK want niet te druk. Maar dan is het aanschuiven op de veel te kleine luchthaven van Split: voor de bagage, voor de huurauto … een witte Toyota. Een zogenaamd sympathiek (= piepklein), wit autootje. De A1 autoweg richting Zagreb op. Kilometers lang zijn er geen dorpjes of steden te zien. Alleen maar natuur: zee links, bergen rechts van ons in de verte. Op de niet druk bezette autoweg scheuren Poolse, Duitse, Italiaanse en Tsjechische auto’s ons voorbij.

’t Is al drie uur en we hebben een sanitaire stop en een late lunch nodig. De parkings zonder tankstation beperken zich tot een kale kiezelvlakte met twee Toy-Toys. Die laten we dus links liggen. Halt houden aan het eerstvolgende tankstation met “restaurant”. In de toiletten glijd je best niet uit op de spekgladde en natte vloer. Maar we moeten het er mee doen ….

Het “restaurant” dan: aan een soort koeltoog valt onze blik op twee fris en appetijtelijk uitziende slaatjes. Maar … de drie serveersters hebben geen oog voor ons. Af en toe kijken ze onze richting uit maar ze lijken dwars door ons heen te kijken. Wel bedienen ze iemand aan een tafeltje. Dus nemen we ook maar plaats. Zijn we te ongeduldig? Feit is dat we opnieuw compleet genegeerd worden door al het personeel. Ook door de verantwoordelijke in sjofele T-shirt en short en die er uit ziet als een stereotiepe, donkere Oost-Europese maffia figuur. Hij loopt met een norse blik rond. Het eindigt voor ons dan maar met een sokkig broodje uit het winkeltje van het tankstation …

Gelukkig valt ons vakantie-appartement, even ten noorden van Zadar mee. Gedeeltelijk zicht op de Adriatische zee. De kust is een paar honderd meter verwijderd van ons appartement. Toeristen in badpak liggen nog te zonnen langs de kust-asfaltweg. Nu nog snel boodschappen doen in een dichtbijzijnde supermarkt: de Plodine. Ruim aanbod met dezelfde produkten als bij ons. Alleen … geen bekende merken en geen productinfo in het Engels, Frans of Duits, laat staan Nederlands. Moeilijk! Gelukkig is er geen probleem met de wijn: twee flesjes rode Vina Laguna, Terra Rossa uit Istrië en een flesje rosé van dezelfde producent moeten de volgende dagen bijdragen tot de juiste sfeer.

Zondag = Zadardag.

Zadar.

Onder een stralende zon rijden we richting het oude stadscentrum van Zadar, een schiereilandje van zo’n kilometer lang en een paar honderd meter breed. Langs de kustweg. Stoppen op een parking met zicht op het oude stadscentrum aan de overkant van de baai. We wandelen richting brug naar dat centrum, stappen een pier op in de hoop aan het eind een voetgangersbrugje te vinden maar … vinden er een overzet-roeibootje met “barkajoli”, een roeier-veerman. Vijf honderd lipa per persoon voor de overtocht. Honderd lipa = een kuna en een € = ongeveer 7,5 kuna. Voor wie nog mee is: de overtocht van een paar honderd meter kostte ons tien kuna, minder dan € 1,5 voor twee personen. De overkant is dan ook maar een paar leuke honderden meter ver. Prachtig zicht op de “skyline” van de oude en de nieuwe stad en de honderden aangemeerde jachten en zeilbootjes.

Veerman op voorsteven van bootje.

Er loopt een ringweg rond het schiereiland maar het centrum is verkeersvrij. Langs het noordelijke punt komen we vanzelf bij het zee-orgel: lange trappen afdalend in de zee en met rijen vertikale gaten. Daaruit stijgt inderdaad een harmonische, drietonige melodie op … geproduceerd door de beweging van het zeewater in buizen onder de trappen. Op de trappen: Kroatische meisjes in bikini. In het water: gebruinde Kroatische binken die schijnbaar nonchalant heen en weer zwemmen.

We wandelen langs de kade naar het zuiden; onderbreken onze wandeling voor twee espresso’s en grote glazen water op een terras (= € 2 alles samen) en volgen vanaf de grote “Poort van het vasteland” de wandeling uit de groene Michelin-gids. Zadar doet erg Italiaans aan met ontelbare pleinen en pleintjes, kleine steegjes (aangenaam koel!), pittoreske hoekjes, een Romeins forum, de typische, ronde Donatuskerk, een Venetiaanse stadspoort en … kom en kijk zelf. De moeite waard. Terug naar “huis” via dezelfde Zadarski barkajoli en … per vergissing een ėėnrichting straat inrijden. Maar dat maken de Kroaten ons snel duidelijk met luid getoeter.

Italiaans aandoend plein in Zadar.

Donatus-kerk in Zadar.

Lunch op het terras van ons vakantie-appartement: gerookte zalm, een slaatje, geroosterd brood en ėėn glaasje rosé. Achteraf nog een stukje Zigljen kaas, zopas gekocht in Zadar … zonder verdere woorden.

Nin.

In de late namiddag rijden we naar Nin, een kleine tiental kilometer van ons vakantie-verblijf, langs smalle wegen – gelukkig hebben we een “sympathiek” autootje – door onooglijke dorpjes. Nin is een oud stadje, omringd door waterbekkens voor zoutwinning en compleet met oude stadsomwalling, overblijfselen van een Romeins forum en Romeinse villa, een byzantijnse “Heilige Kruis” kerk, leuke straatjes en pleintjes met ditto bars en restaurantjes. Eigenaardig kerkhof ook met platte, betonnen familie-grafkelders van minstens 3 op 4 meter, al dan niet reeds gedeeltelijk bezet. Wie geld heeft in Kroatië, moet dat laten zien … ook in het hiernamaals. Bezoek aan het kleine Arheoloski Muzej en wandeling rond de stadsmuren. Dit stadje is pittoresk in de vergrotende trap! Een absolute aanrader.

Op de terugweg nog “snel” de Sint-Nicolaas kapel, even buiten het stadje, bezoeken: een fotogeniek kapelletje met kantelen er bovenop en staand op een soort hoge grafheuvel.

Witte kapel met versterkte toren.

Als we terug zijn aan ons appartement, nog even tot aan het strand wandelen voor een biertje op een terras … mijmerend en filosoferend kijken naar de zonsondergang. Een sjofele grijsaard pookt ondertussen in de vuilnisbakken op zoek naar lege flessen: voor statiegeld. Een Porsche Cayenne rijdt voorbij, gevolgd door een Lexus en een paar aftandse en overjaarse Fiatjes. Ook dat is Kroatië, 2015.

Morgen naar Pag?

Eerbetoon aan de Rangers van Zimbabwe.

Bericht op de nieuws-site van “De Standaard” van 25 augustus 2015:

Een Zimbabwaanse toeristische gids is gisteren gedood door een leeuw in Hwange National Park, waar bekende soortgenoot Cecil vorige maand doodgeschoten werd. Quinn Swales, een professionele gids, was met enkele toeristen op safari toen hij door de leeuw aangevallen werd. Swales was volgens de Zimbabwaanse autoriteiten te voet op safari met zes buitenlandse toeristen in het park Hwange toen Nxaha, een mannelijke leeuw met een gps-halsband, hem aanviel. “Hij had een vers leeuwenspoor gevonden en besliste om de groep leeuwen, bestaande uit twee vrouwtjes, twee welpen en een mannelijke leeuw te volgen”.

“Nxaha heeft Swales daarna besprongen” bevestigde de leiding van het park. De politie onderzoekt de zaak maar het is niet duidelijk of Swales gewapend was. Geen van de andere toeristen raakte gewond”.

Nxaha is ongetwijfeld de “Nacha” uit mijn post van 17 november 2014: gemene blik, één testikel, gps-halsband, slecht karakter, olifantendoder en nu ook … helaas … mensendoder.

Op de facebook pagina van Camp Hwange wordt het hele verhaal in detail uit de doeken gedaan.

Tijdens een ochtend safari-wandeling op 24 augustus 2015 is Quinn Swales (40) tragisch en fataal verwond door een volwassen mannelijke leeuw.

Quinn en zijn groep van zes klanten hadden sporen van een groep leeuwen ontdekt bij een wandeling in open savanne. Al snel zagen ze de troep, liggend, op een afstand. Plots stond de mannelijke leeuw recht en begon recht naar de groep te lopen. Zoals hij reeds ontelbare keren had gedaan, vertelde Quinn zijn gasten hoe zich in deze situatie te gedragen en vooral achter hem te blijven en niet te bewegen.

De leeuw viel niet aan maar bleef naar de groep toe wandelen. Quinn en zijn groep begonnen luid te schreeuwen waarop de leeuw halt hield. Quinn liet daarop een “bear banger” , een soort lawaaierige voetzoeker ontploffen. De leeuw leek terug te keren naar zijn troep maar maakte plots rechtsomkeer en viel onmiddellijk Quinn aan. Die had zich trouwens tussen de leeuw en zijn gasten opgesteld.

Quinn had geen tijd om zijn geweer te gebruiken … werd door de aanval op de grond gegooid en in schouder en nek gebeten. … tragisch genoeg overleed hij ter plaatse. De gasten bleven roepen en schreeuwen waardoor de leeuw uiteindelijk toch weg liep … te laat voor spoedhulp voor Quinn.

De gasten gebruikten Quinn’s radio om hulp op te roepen ….

David Carson, General Manager van Camp Hwange eerde Quinn als een professionele gids met meer dan vijventwintig jaar ervaring. “We kunnen alleen bewondering voelen voor en lof toewuiven aan Quinn voor de professionele manier waarop hij zijn klanten beschermde tegenover de aanvallende leeuw. Hij betaalde de ultieme prijs in een job die hij zo graag deed en in een gebied dat hij zo goed kende. Onze gedachten en gebeden gaan uit naar zijn familie, vrienden en collega’s in deze droevige momenten.”

Groot respect dus voor de “Quinns”, de “Spikes”, de “Sams” en “Shepherds” en alle andere rangers van Zimbabwe!

P.S. Beseffen nu pas dat we ook Cecil, de onlangs vermoorde leeuw van Hwange hebben “ontmoet”: zie blogpost gedateerd 17 november 2014. Hierbij foto …

Kroatië: over Dalmatiërs, Marco Polo en kravatten.

Plitvicka jezera … een vreemde, Oost-Europees aandoende naam. Reportage daarover gelezen in het A.S. Adventure Magazine. Voor ons aanleiding voor een weekje Kroatië met dus – hopelijk – bezoek aan zijn grootste nationale park, Plitvicka jezera. (Jezera = Kroatisch voor een “meer”; Plitvicka jezera = het meer van Plitvice). En prompt deze reisblog opnieuw tot leven gewekt!

Kroatië, wat is dat alweer en waar ligt het? Deel van het vroegere Joegoslavië – onafhankelijkheidsoorlog tot amper 20 jaar geleden – etnische zuiveringen – lid van de E.U. sinds 2013 – ligt aan de overkant van de Adriatische zee, tegenover Venetië, dus eigenlijk een Mediterraan land – hoofdstad Zagreb – steden als Split en Dubrovnik – in oppervlakte bijna dubbel zo groot als België, maar met veel minder inwoners: 4,8 miljoen. “Hrvatska” in het Kroatisch, vandaar landcode “Hr” voor auto’s.

Kaart van Kroatië.

Op het eerste zicht veel te veel te zien en te beleven. En op het tweede zicht, met behulp van de Michelin Groene Reisgids Kroatië … ook nog! Een week is (te?) weinig. Dus wordt het kiezen, selecteren en beperken tot … Zadar en het noorden van Dalmatië.

Dalmatië, dalmatiër? Staat hier de wieg van de witte hond met zwarte vlekken, populair gemaakt door een Disney-film. Hmmm … de Kroaten zullen het ons misschien graag doen geloven, maar de naam van het hondenras zou afgeleid zijn van het latijnse “dalmatica”, hermelijnen koningsmantel. En er zijn afbeeldingen van dalmatiërs gevonden in Egyptische piramides. Dus, laat Dalmatië gewoon een langgerekte kuststreek van Kroatië zijn. D’er is ook nog Istrië, Slavonië, Moslavina … Je vraagt je soms af waarom ze Joegoslavië niet nog verder hebben opgedeeld.Op ons “te zien en te doen” lijstje:

  • Zadar, oude versterkte stad met historisch centrum op een schiereiland en met een “zee-orgel”, wat dat dan ook moge zijn of voorstellen.
  • Minstens één of een paar van de ontelbare eilanden, bij voorbeeld Pag (wel te bereiken via een brug). De Žigljen-kaas die er rijpt zou tot de 50 beste kazen ter wereld behoren. Trouwens, op een ander eiland, Korcula, zou Marco Polo geboren zijn. Je kan er zelfs zijn geboortehuis bezoeken. Alleen denken de meeste historici, met inbegrip van alle Venetianen, dat Marco Polo in Venetië is geboren. Korcula ligt tussen Split en Dubrovnik, dus toch te ver voor ons. De Kornati archipel zou dan weer wel kunnen qua afstand, maar blijkbaar kan je er alleen maar naar toe via “ontbijt-en-lunch-en-alles-inbegrepen-bootexcursies”. Misschien is de ferry naar Dugi Otok eiland een goed alternatief. Zullen we ter plaatse moeten uitvissen.
  • Het nationaal park Krka (als Keurka uit te spreken) met de Skradinski Buk watervallen.
  • En natuurlijk ook Plitvicka jezera, de aanleiding of het excuus voor deze reis.

Iemand andere en/of betere tips?

Benieuwd ook of er nog sporen van de oorlog zijn. In het landschap, of in de steden en dorpen … of bij de Kroaten zelf. Als je “April Fool’s Day” van Josip Novakovitch leest, een soort kroniek vol zwarte humor van de laatste 70 jaar Kroatische geschiedenis, dan denk je dat alle mannelijke Kroaten van boven de veertig oorlogsmisdadigers zijn terwijl al hun vrouwen zijn verkracht door Bosniërs of Serviërs.

“The Hired Man” van de Britse schrijfster Aminatta Forna speelt zich dan weer af in het denkbeeldige dorp Gost, dicht bij Zadar en Pag. De dorpelingen zijn nors en gesloten. Het verhaal begint idyllisch, doet denken aan “Een huis in Toscane”, van Frances Mayes, maar algauw doemen ook hier de spoken en nachtmerries uit het recente oorlogsverleden op. In delen van Kroatië liggen nog steeds niet geruimde mijnenvelden, onder andere in het achterland van Zadar. Natuurparken en de kuststreek kregen immers voorrang bij de ontmijning. ’t Zal dus zaak zijn om GEEN wandelingen zelf te improviseren en uit te kijken voor de “Ne Prilazite” (niet betreden) borden.

Kroatische huurlingen bouwden al in de 17de eeuw een serieuze vechtersbaasreputatie op. Lodewijk XIII onderhield een apart Kroatisch regiment in zijn leger. En die Kroaten droegen allemaal een eigenaardig geknoopte lap stof rond hun nek. Volgens romantische overlevering was dat door hun vrouw en/of liefje om hun nek geknoopt zodat ze zich altijd hun Kroatische “thuisfront” zouden herinneren. En de Fransen begonnen prompt op dezelfde manier een lap stof rond hun nek te knopen … en noemden die lap “une cravate”, een verbastering van “Croate”. Maar we laten nu onze dassen thuis en we dromen nog tot het vertrek op 28 augustus van …

Woord Kroatië gevormd met kleurrijke dassen.

P.S. In de lente en herfst nemen kraanvogels (Grus grus) soms de oostelijke migratieroute over de Adriatische zee op hun tocht naar en van de Hongaarse poesta. Met veel geluk zie je ze soms verpozen op de eilanden voor de Dalmatische kust.