Eerbetoon aan de Rangers van Zimbabwe.

Bericht op de nieuws-site van “De Standaard” van 25 augustus 2015:

Een Zimbabwaanse toeristische gids is gisteren gedood door een leeuw in Hwange National Park, waar bekende soortgenoot Cecil vorige maand doodgeschoten werd. Quinn Swales, een professionele gids, was met enkele toeristen op safari toen hij door de leeuw aangevallen werd. Swales was volgens de Zimbabwaanse autoriteiten te voet op safari met zes buitenlandse toeristen in het park Hwange toen Nxaha, een mannelijke leeuw met een gps-halsband, hem aanviel. “Hij had een vers leeuwenspoor gevonden en besliste om de groep leeuwen, bestaande uit twee vrouwtjes, twee welpen en een mannelijke leeuw te volgen”.

“Nxaha heeft Swales daarna besprongen” bevestigde de leiding van het park. De politie onderzoekt de zaak maar het is niet duidelijk of Swales gewapend was. Geen van de andere toeristen raakte gewond”.

 

Nxaha is ongetwijfeld de “Nacha” uit mijn post van 17 november 2014: gemene blik, één testikel, gps-halsband, slecht karakter, olifantendoder en nu ook … helaas … mensendoder.

Op de facebook pagina van Camp Hwange wordt het hele verhaal in detail uit de doeken gedaan. Als eerbetoon aan alle dappere, bescheiden en toegewijde “rangers” van Zimbabwe, volgt hierbij de vrije en summiere vertaling.

 

Tijdens een ochtend safari-wandeling op 24 augustus 2015 is Quinn Swales (40) tragisch en fataal verwond door een volwassen mannelijke leeuw.

Quinn en zijn groep van zes klanten hadden sporen van een groep leeuwen ontdekt bij een wandeling in open savanne. Al snel zagen ze de troep, liggend, op een afstand. Plots stond de mannelijke leeuw recht en begon recht naar de groep te lopen. Zoals hij reeds ontelbare keren had gedaan, vertelde Quinn zijn gasten hoe zich in deze situatie te gedragen en vooral achter hem te blijven en niet te bewegen.

De leeuw viel niet aan maar bleef naar de groep toe wandelen. Quinn en zijn groep begonnen luid te schreeuwen waarop de leeuw halt hield. Quinn liet daarop een “bear banger” , een soort lawaaierige voetzoeker ontploffen. De leeuw leek terug te keren naar zijn troep maar maakte plots rechtsomkeer en viel onmiddellijk Quinn aan. Die had zich trouwens tussen de leeuw en zijn gasten opgesteld.

Quinn had geen tijd om zijn geweer te gebruiken … werd door de aanval op de grond gegooid en in schouder en nek gebeten. … tragisch genoeg overleed hij ter plaatse. De gasten bleven roepen en schreeuwen waardoor de leeuw uiteindelijk toch weg liep … te laat voor spoedhulp voor Quinn.

De gasten gebruikten Quinn’s radio om hulp op te roepen ….

David Carson, General Manager van Camp Hwange eerde Quinn als een professionele gids met meer dan vijventwintig jaar ervaring. “We kunnen alleen bewondering voelen voor en lof toewuiven aan Quinn voor de professionele manier waarop hij zijn klanten beschermde tegenover de aanvallende leeuw. Hij betaalde de ultieme prijs in een job die hij zo graag deed en in een gebied dat hij zo goed kende. Onze gedachten en gebeden gaan uit naar zijn familie, vrienden en collega’s in deze droevige momenten.”

Groot respect dus voor de “Quinns”, de “Spikes”, de “Sams” en “Shepherds” en alle andere rangers van Zimbabwe!


P.S. Beseffen nu pas dat we ook Cecil, de onlangs vermoorde leeuw van Hwange hebben “ontmoet”: zie blogpost gedateerd 17 november 2014. Hierbij foto …

 

 

 

Zimbabwe – Epiloog.

Eén grijze week lang zijn we reeds terug thuis. Tijd voor een nabeschouwing. Maar niet zonder nog een kort relaas van de laatste dag van deze reis in Zuid-Afrika.
Heerlijk ontbijt opnieuw in Madi a Thavha. Maar net een tikkeltje minder stijlvol gepresenteerd: Percy heeft een dag vrijaf, vóór de december-drukte, en is vanmorgen komen afscheid nemen. Nog wat souvenirs kopen en dan terug naar het zuiden, naar Johannesburg. Met bewuste achterlating van mijn stapschoenen en regenjas: hopelijk kan iemand ze verder gebruiken.

Vlotte terugtocht. Wat ongerustheid als we in files terecht komen. Maar toch om 3u15 terug bij de Bushtrackers. Vandaar helse taxi-rit naar de luchthaven. Files vermijden, voorbij steken, ontwijken …  en ondertussen vertelt Lynn de blanke taxi-chauffeur, over corruptie bij de Zuid-Afrikaanse politie en over zwarten in townships die niet betalen voor electriciteit of water.
Veel te vroeg op de luchthaven, dus relax inchecken en door security. Achteraf stel ik vast dat mijn zakmes nog in mijn rugzak zit… en toch controles gepasseerd zonder problemen! Voorspoedige nachtvlucht naar Frankfurt. Opnieuw controles en opnieuw wordt mijn zakmes niet gevonden. Eigenaardig! En keurig op tijd staan we op zaterdagochtend terug in Zaventem.

Zimbabwe … tientallen en tientallen indrukken zullen voortaan telkens opnieuw opduiken bij het horen van “Zimbabwe”. De politiecontroles en -corruptie: daar hebben we het mentaal moeilijk mee gehad (en nog steeds). Misschien goed dat we tijdig weg waren want achteraf stellen we vast dat we zelf steeds aggressiever werden tegenover de politie. Nog een aantal klachten-emails gestuurd na onze terugkeer. Aan de Zimbabwe Tourist Authority (nooit antwoord gekregen). Gepost op de  “Zimbabwe against police corruption” internet-site. Klacht gestuurd aan de Zuid-Afrikaanse politie: onleesbare virus email terug gekregen.


De dictatuur: geprobeerd te vermijden om over Mugabe te spreken, vooral nadat we een zwarte gids hoorden zeggen “Our very honorable President Doctor Robert Mugabe”. Toch tussen de regels door veel ongenoegen en bedekte kritiek gehoord.

De ongelooflijke bureaucratie! Beitbridge!

Maar de reis zal ons onder andere bij blijven omwille van de vele interessante en super-vriendelijke “Zimbo’s” die we hebben ontmoet: Shepard, Spike, Sam, Prudence en Rod, alias “Mr. Sondela”, Percy … En vele anderen – steeds vriendelijk – die niet met naam en toenaam 
in deze blog zijn geraakt. Doet me trouwens ook denken aan de vele anecdotes en merkwaardige bezienswaardigheden die wegens tijdsgebrek ook nooit zijn gepubliceerd. Bij voorbeeld: het wrak van een bus van De Lijn in Beitbridge, jawel van de Vlaamse “De Lijn”, met logo en in de geel-witte kleuren … hoe in ’s hemelsnaam is die daar geraakt? Of de rots binnen in het lodge gebouw in “Big Cave, Matobo”, getekend door lange verticale gekleurde strepen van … de pis van dassies. Of …

Maar bovenal zal Zimbabwe blijven “hangen” omwille van zijn prachtige, wilde en ongerepte landschappen, ditto natuur en boeiende werelderfgoed-sites: Khami, Great Zimbabwe, Matobo …
Zimbabwe, een aanrader voor de ietwat ervaren Afrika-reiziger!
Eerste reis naar Zuidelijk Afrika? Kies een makkelijker land … Zuid-Afrika bij voorbeeld? En steek geen grenzen over!

Je kan een mens uit Afrika nemen, maar je kan Afrika niet uit een mens nemen. Dus: wij moeten terug naar Zuidelijk Afrika!

Deze blog gaat nu vermoedelijk een tijdje in waakstand en wordt pas opnieuw “wakker” bij een volgende trip. 

Wie nooit gereisd heeft, heeft niet echt geleefd!

Water uit de bergen.

Donderdag 27 november 2014.

Madi a Thavha ligt in de Soutpansberge – bergen met zoutpannen – in het noorden van de Limpopo provincie en betekent “water uit de bergen”. Het is een heerlijke plek. Ligt in een soort grote kom – rondom allemaal bergen – met één opening naar het zuidoosten, waarlangs we het domein zijn binnen gereden.

We wandelen van ons huisje naar de centrale lodge voor ontbijt. Vervet aapjes stoeien op en rond het pad. Fantastisch ontbijt, klaar gemaakt door Percy. Fruitsapje, kunstig gepresenteerd fruitslaatje met muesli en yoghurt, wentelteefjes, gebakken ei met spek, tomaat en bacon, muffins … Een betere start van de dag is moeilijk te bedenken.


We splisten in twee “groepen”. David, Stijn en Evelien trekken naar Medike, zo’n dertig kilometer verderop: een domein/verblijf waar we in juli 2005 drie dagen hebben overnacht. Betty en ik kiezen voor een rustige dag in Madi a Thavha zelf. Het is warm – afwisselend bewolkt en zon – maar niet zo warm als in Zimbabwe. We beginnen met een wandeling van zo een 45 minuten naar een grote, oude baobab. Stijging: 110 meter. Beloning: prachtig zicht over het hele gebied met in de verte het stadje Louis Trichardt. Dan een eindje terugkeren en een stevige en moeilijke klim naar een watervalletje … diep, maar weinig water. Terug in ons Limpopo-huis om 12u30. Lichte lunch met een glaasje wijn, zon en een prachtig uitzicht. Wat wil je nog meer?

De namiddag spenderen we deels aan het zwembad, deels aan de kunstgalerij en de curio-shop (hoewel dat woord afbreuk doet aan de vele aardige kunstobjecten die te koop worden aangeboden) en deels aan het lezen over de lodge en de vele interessante projecten die de lokale bevolking ten goede komen en hier worden “uitgebroed”. We kunnen hier niet weg gaan zonder een smaakvol souvenir …

Iets na vieren keren David, Stijn en Evelien terug van hun tocht naar Medike. Daar heeft de tijd blijkbaar stil gestaan en is niets veranderd. Behalve dan dat Hannes, de eigenaar, ouder is geworden en zich van ons 2005-bezoek niets meer herinnert. Hoe zou het ook … negen jaar geleden. Wel vinden zij de commentaar terug die we in 2005 in het gastenboek schreven! Leuk. Met hun drieën doen ze de wandeling over die ook negen jaar geleden is gedaan: uiterst moelijk en zwaar. En uiteraard moeten ze net zoals toen de zelf gemaakte limonade van Hannes drinken. Spijtig dat zijn vrouw, Marietjie, niet thuis is.

Nog even een duik in het zwembad en ’t is tijd om het vuur aan te steken. Kippebilletjes, boerewors, wijn en babbelen over de voorbije, turbulente drie weken sluiten de dag af.

Morgen keren we via Johannesburg en Frankfurt terug naar huis …

Mahenye.

Vandaag 25 november beginnen we de dag rustig, tegen onze gewoonte van de laatste paar weken in. 

 
Onze uitstap naar Mahenye, traditioneel Shangaan-dorp, start pas om 14u30. Tijd dus om wat te luieren in en rond het zwembad. Of om de direkte omgeving te verkennen. Eerst met Betty en David naar de “hide” van Chilo Gorge: een soort schuilhut halverwege de rotsen tussen de lodge boven op de kliffen en de rivier onder ons. Twee vleermuizen vliegen verschrikt op uit de “hide”. Opnieuw prachtig zicht over de Save, compleet met allerlei soorten reigers en ooievaars.

Even later vertrekken Stijn, David en ikzelf op een meer avontuurlijke zij het korte tocht te voet. We dalen tussen de rotsen en de Mopane-bomen vanaf ons huisje, af naar de rivieroever. Niemand van ons drieën is er echt gerust op. Slangen in het struikgewas? Krokodillen onder de waterlijn? Nijlpaarden? De oever is modderig – Stijn zakt tot over zijn enkels in de zwarte modder. Dus op de begroeide oever blijven: een paar 100 meter verder begint het zandstrand. Een kudde koeien komt plots uit de struiken en trekt het strand over naar de waterlijn waar ze drinken. We wandelen even over het Save-strand en keren dan terug de steile oever op, tussen het struikgewas. Toch een beetje ongerust wanneer we af en toe ritselende geluiden horen. Varanen? Hagedissen? Of groter? Vermoedelijk speelt onze verbeelding ons parten want zonder verdere kleerscheuren – en zonder wilde dieren te zien – bereiken we ons huisje bij de lodge.

Met praatvaar Sam dan naar Mahenye. Om te beginnen en niet gerelateerd aan ons bezoek aan Mahenye, komen we te weten dat de zogenaamde witte nonnen (zie blogposts van 23 en 25 november) eigenlijk gewoon leden zijn van de Nederlands Gereformeerde Kerk van Zimbabwe.
Mahenye is een langgerekt, traditioneel dorp van de Shangaan, een volksstam die in 1975 door het toenmalige apartheidsregime gedeporteerd werd uit het gebied waar nu het nationaal park Gonarezhou is. Na jarenlange conflicten – al dan niet met de wapens – tussen de Shangaan, die manu-militari verplicht werden hun traditionele levensstijl gericht op de jacht, op te geven, en de overheid werd begin de jaren tachtig van de vorige eeuw een compromis gevonden met het zogenaamde CAMPFIRE  programma (CAMPFIRE=
Communal Areas Management Program For Indigenous Resources). Beperkte commerciële jacht werd toegelaten in het gebied wat de Shangaan was toegewezen. De opbrengst ervan, net als een deel van de opbrengst van Chilo Gorge Safari Lodge gaat naar de lokale gemeenschap.

De tocht met Sam in de safari-kar doorheen het langgerekte dorp, rondavels verscholen in het 
woud, is boeiend. Tientallen kinderen komen bij het zien van onze auto aangelopen en wuiven en/of zingen enthousiast. Volwassenen wuiven en staren de auto na. We kijken onze ogen uit en voelen ons stereotype blanke toeristen ook. Maar je vraagt je af wie nu precies wie begaapt. Olifantenvlees (van de beperkt toegelaten jacht) hangt te drogen op houten rekken in de zon. Koeien staan in een traditionele kraal tussen de rondavels. Overal kippen en geiten. Er is een soort markt, of primitief “winkelcentrum” in open lucht en een plek waar met behulp van een diesel-machine graan en maïs worden vermalen tot grondstof voor de traditionele Sadza ofte mielie-pap.

We ontmoeten één van de dorpsoudsten, een meneer die erbij was toen in 1982 het Campfire programma werd opgestart. We discussiëren over corruptie in Zimbabwe (meer dan 50 % van de opbrengsten van het Campfire-programma verdwijnt in de zakken van corrupte ambtenaren), over de verschillen tussen zwart en blank (blanken zijn veel intelligenter volgens onze gesprekspartner – vooroordelen? Zie blogpost van 15 oktober 2014), over familie (bij de Shangaan mag een man 2 vrouwen hebben), over het ontstaan van de mens … We realiseren ons wat een immens cultureel verschil er is tussen hem en ons.

Rond 5 uur verlaten we het dorp. Niet zonder eerst nog met een paar leraars van de plaatselijke school te hebben gesproken. Bezoek aan het lokale hospitaaltje slaan we over want te laat. Sam heeft immers nog een andere activiteit in petto: “sundowner”! We rijden op 
een plek doorheen het bos waar Stijn, David en ikzelf deze morgen hebben gewandeld en… zien er prompt een paar olifanten. Onze wandeling deze morgen was dus toch niet zonder gevaar?  Sundowner op een immens strand aan de oever van de Save. John en uitgebreide familie is er ook, net als Ben. Andermaal een magische plek. Fantastische, feeërieke omgeving met spectaculaire zonsondergang. Dat alles overgoten met een paar gin-tonics, veel wilde safari-verhalen en af en toe bedekte kritiek op het regime en de politieke situatie. Wat een dag vol emoties en sensaties is dit opnieuw! 

Helaas … morgen verlaten we Zimbabwe …

Hel in "Beitbridge" – deel 2.

Als alles goed gaat verlaten we vandaag, 26 november 2014, Zimbabwe.


Zeven uur ’s ochtends: uitchecken uit Chilo Gorge Safari Lodge.Daarna vatten we de terugweg aan, te beginnen met de 40 km lange pittoreske aardeweg ( zie blogpost van 25 november).
Nog maar pas hebben we de asfalt hoofdweg bereikt of we passeren – vlotjes – een eerste politiecontrole. Brug over de Save over en … tweede controle. En die gaat niet zo vlot: ze willen onze gevaarsdriehoek zien. Die kunnen we opdiepen. Er moet een tweede zijn. Ook die vinden we. En een brandblusser. Duurt wat langer maar ook die kunnen we tonen. Overleg bij de polite. Je hoort ze denken: “Hoe gaan we deze toeristen geld afpersen?” Beslist: het bruto- en netto-gewicht van onze auto moet in grote letters op de zijkant staan want het is een pick-up truck. Op de voorruit kleeft een registratie-sticker met bruto- en netto-gewicht. Is dat dan niet OK? Nee … we hebben hoe dan ook een ernstige overtreding begaan. Prijs: 20 $ of 200 ZAR! Verontwaardiging alom in ons gezelschap. Vooral bij Evelien die heftig verbaal in de clinch gaat met de agenten. Wij ook trouwens … maar in deze macho-cultuur is het misschien niet aangewezen dat zij discussieert. De standaard-prijs voor een overtreding in Zimbabwe is 10 $, schreeuwt Evelien de agenten toe. Waarop er één prompt zijn boek met vroegere overtredingen toont met voorbeelden van 15 $, 25 $ met naam en toenaam van de geverbaliseerde. Tot zover dus “privacy” in Zimbabwe. We willen eigenlijk niet toegeven, maar we staan hier al ruim 15 minuten. Kunnen we over de prijs onderhandelen, want het is duidelijk dat ze toch geld moeten hebben? Moeilijk … maar uiteindelijk met het argument dat we overal gaan vertellen dat je niet naar Zimbabwe op vakantie moet gaan en dat zij dus in de toekomst ook minder geld gaan krijgen, geven ze toe: 10 $! “Admission of guilt” ondertekend en weg zijn we.
Als afscheid van Zimbabwe laat dit een bittere nasmaak na! 
 
Ondanks de vriendelijkheid van vele agenten is het voor ons duidelijk dat de politie gewoon corrupt is en alles probeert om geld uit de zakken van toeristen te halen … Hopelijk behandelen ze hun eigen bevolking beter maar ik betwijfel het sterk …

Gelukkig verloopt de rest van onze lange rit tot Beitbridge zonder verdere verwikkelingen. Grensformaliteiten aan de Zim-kant: “Gate pass” halen en betalen (9 $); dan uitreisstempel in reispas krijgen (uiteraard aan ander loket) en niet vergeten de blauwe gate pass daar ook te laten stempelen. Dan gate pass opnieuw laten stempelen aan een bureautje zonder enige verdere aanduiding waar twee verveelde ambtenaren zitten te doen alsof de hele zaak hun niet interesseert, wat waarschijnlijk ook zo is. Eens dat geflikt is, naar een verder lokaaltje rijden om opnieuw de blauwe gate pass te laten stempelen. Als we daar aankomen, doet een persoon in fluo-hesje en met één of andere badge rond de nek, druk teken waar we moeten parkeren. Dan moet ik uitstappen – één persoon, niet de anderen. TIPS-document, paspoort en de blauwe gate pass moet ik hebben. Hij gaat met mij een lokaal binnen, naar een loket waar hij de documenten uit mijn handen neemt en aan een vrouwelijke bediende achter het loket geeft. Die houdt het TIPS-document in, geeft mij mijn pas terug en de gate pass. De man in fluo-hesje neemt mijn gate pass uit mijn handen en wijst een parkeerplaats een beetje verder aan. Maar … godv… met al die documenten heb ik hem opnieuw mijn gate pass laten ontfutselen. Op dat eigenste moment opent de mevrouw die daarnet aan het loket zat een venster en roept me toe: “Never give your gate pass to another person!” We springen met drieën uit de auto maar het is al niet meer nodig: de kerel in fluo-jasje keert op zijn stappen terug en geeft me mijn gate pass zomaar terug. Oef… dat was op het nippertje. “Bribe-bridge” doet zijn naam weer alle eer aan. Maar het gaat nu vlot: met auto naar de laatste controle rijden. Daar gate pass inleveren en we zijn Zimbabwe uit, de brug over de Limpopo op, niemandsland in. Al bij al heeft het maar 20 minuten geduurd!

Nu de Zuid-Afrika kant nog. Geen of erg onduidelijke aanduidingen. Een persoon controleert onze passen op Zimbabwe uitreisstempel. Dan eerst Ebola-controle: je moet voor een camera gaan staan en na een hoofdknik van een ambtenaar, neem je een papiertje. Daarna naar “Immigration”. Maar dat is een container met vier loketten en vier files er voor …  in de brandende middagzon. Aanschuiven dan maar tussen de inkomende Zimbo’s. Bavianen lopen als rovers rond, spiedend naar alles wat eetbaars is en uit je handen kan getrokken worden. Eén ervan is zelf een hoogspanningspost in gesukkeld en wordt er door iemand met een rubberen tuinslang en veel kabaal uit gejaagd.  We hebben ons verdeeld over twee aanschuif-rijen. Betty en ik hebben de slechtste keuze gemaakt: als we na een half uur zwetend aanschuiven op nr. 2 zijn beland gaat het loket dicht! Ik protesteer en vraag of we dan maar een andere file moeten nemen. Nee, er komt “dadelijk” een andere ambtenaar. Dat “dadelijk” is uiteindelijk ruim een kwartier later. Gelukkig staan we inmiddels in een streepje schaduw. We zijn de enige blanken. Aan het eind van de files worden, mits betaling, plaatsen vooraan aangeboden. Blijkbaar zijn er professionele aanschuivers die van toeristen en Zimbo’s willen profiteren en een graantje proberen mee te pikken.

Uiteindelijk is het onze beurt en krijgen we onze inreis-stempel, na ons Ebola- papiertje te hebben ingeleverd. We hebben inmiddels ook een geel papiertje voor de auto ingevuld en laten dat hier afstempelen. Zijn we klaar? Nee … nu naar “Customs” waar het gele papiertje nogmaals wordt gestempeld, waarschijnlijk om te bevestigen dat de eerste stempel een correcte stempel is. Dan naar “vehicle inspection” waar vijf luie Zuid-Afrikaanse agenten zitten te niksen. Ze kijken niet eens op. Uitstappen en gele papiertje laten bekijken. Doorrijden tot aan een laatste gate. Gele papiertje, inmiddels gans overstempeld en vuil, afgeven en … we zijn opnieuw legaal in Zuid-Afrika. Totale tijd: op de kop af twee uur. Alvast beter dan toen we hier twee weken geleden in de andere richting passeerden (zie blogpost van 12 november 2014). Maar één ding is zeker: zowel Zimbabwe als Zuid-Afrika zouden deze grenspost moeten “opkuisen” en komaf maken met corruptie. Begrijpen ze dan niet dat hierdoor toeristen wegblijven?

Nog een kleine 100 km tot Madi a Thavha Mountain Lodge, ons verblijf voor de laatste twee dagen van deze vakantie. Eerst inkopen doen in de Checkers supermarkt. Wereld van verschil met de “supermarkten” in Zimbabwe: enorme keuze, luxe-produkten, vers, kortom: we zijn terug in de beschaving!
Madi a Thavha is een verademing na Zimbabwe. Vriendelijke ontvangst met een drankje aangeboden door Percy, de zwarte “food and beverage” manager en door Marcelle en Aart, eigenaars en Nederlanders. We logeren in het ruime en luchtige Limpopo huis, met alle voor ons normale comfort. Prachtig zicht op bergen en vallei. Tijd voor braai … zoals gewoonlijk een klus voor Stijn.
Zware dag gehad vandaag maar eind goed, al goed.