Cancún.

27 oktober 2023.

Zaventem.

‘t Is onmiddellijk duidelijk bij het inchecken: Yucatán is een backpackers-bestemming; dit is geen “grijze kopjes” vlucht. Tweede vaststelling: geen zichtbare extra security in de luchthaven ondanks de aanslag in Brussel van vorige week, ondanks de Israel-Gaza situatie.

Tuifly TB351 van 13u40 naar Cancún vertrekt ongeveer op tijd voor een vlucht van iets meer dan 10 uur. Na de lunch dimmen de lichten en verduisteren de vensters automatisch – ‘t is een Boeing 787 Dreamliner – alsof het buiten al schemerduister is.

Cancún.

Paspoortcontrole in Cancún verloopt vlot, ondanks de drukte. Niet zo in de bagagehal: onze twee koffers komen na lange tijd als voorlaatste aanrollen. Iemand van de luchthaven heeft ondertussen al tientallen koffers en zakken van de band gesleurd en plompverloren neer gezet. We schuiven in de chaotische massa met valiezen aan voor de douane. Oei, blijkbaar moet je één of ander papier invullen, dat … hier moeilijk te vinden is! Uiteindelijk toch aan een tijdelijk Tuifly standje gevonden

Verder aanschuiven. Op het douane-formulier verklaren we dat we geen drugs, voeding, alcohol, planten, dieren, biologische culturen, aarde … mee brengen. Drie keer opnieuw het formulier moeten aanvullen: ‘t ziet er ingewikkeld uit. Dan passeren we met onze bagage de eerste controle.

Tweede stap: formulier afgeven aan een volgende douanier. Die gooit ons document op een hoop en nodigt me uit om op een rode knop te duwen?!?!??? Vóór ons floept een rode display aan: we worden uitgenodigd de linkse file te nemen en niet de uitgang! Alle koffers van de ongelukkige “rode knoppers” worden grondig gecontroleerd. De “groene knoppers” zijn vrij!

Van een twintigjarige backpackster worden alle zakjes en pakjes open gemaakt. Net zo bij de twee Sikhs voor ons. Dan wij aan de beurt: sigaretten, drugs of alcohol mee? Nee. Koffers en rugzakken open; vluchtige controle en OK! Oef.

Alamo.

De huurauto: gratis upgrade want de gereserveerde auto is er niet. Willen we niet een extra verzekering? Nee. Benzinetank is vol maar de auto mogen / moeten we leeg terug brengen? Dat was niet de afspraak! Handgeschakelde auto en geen automaat: ook niet de afspraak. Morgen toch een berichtje sturen naar Sunny Cars. Maar extreem vriendelijk en goedgezind zijn ze hier wel. We worden gewaarschuwd: in tankstations nooit credit card afgeven. Als je cash betaalt ook opletten voor fraude: biljetten van 200 peso’s worden vliegensvlug 20 peso biljetten, ze zijn beide dezelfde kleur blauw (achteraf blijkt dit NIET juist te zijn, zie de Yucatán – epiloog blogpost.

We rijden de nacht in … voor de volle 300 meter tot het Hilton Garden Inn Cancún Airport, we zijn nu eenmaal geen backpackers. Een receptioniste in Halloween make-up verwelkomt ons.

Lokale tijd 20u30 – 3u30 in België – tijd voor een lichte maaltijd in het hotel. Met een gedeelde Ceviche caribeño en Ciabatta vegana kunnen we een lange en vermoeiende dag afsluiten. Bienvenido en México!

Yucatán, Mexico.

The soil in Yucatán is black and red, and rests upon a limestone bed. No rivers slice the surface in the north of the peninsula. Caves and sinkholes pucker the ground, and the rainwater forms cenotes and gathers in haltunes. What rivers there are run underground, secretive in their courses. The marshes come and go at their whim during the dry season. Brackish waters are common, giving a habitat to curious, blind fish in the depths of the cave systems, and where limestone meets the ocean, the shore turns jagged.

Uit “Gods of Jade and Shadow”

Silvia Moreno-Garcia

Vrije vertaling: De grond in Yucatán is zwart en rood en rust op een kalksteen bed. In het noorden van het schiereiland zijn er geen rivieren die het landschap doorsnijden. Grotten en zinkgaten markeren het land, en het regenwater vormt cenotes en verzamelt zich in haltunes. De rivieren die er wel zijn, lopen ondergronds, geheimzinnig. Tijdens het droge seizoen komen en gaan de moerassen wanneer ze willen. Brak water komt vaak voor en biedt een leefgebied aan eigenaardige, blinde vissen in de diepten van de grotten, en waar kalksteen de oceaan ontmoet, wordt de kust grillig.

Zo’n 66 miljoen jaar geleden viel ten noorden van Yucatán, net buiten de huidige kustlijn de asteroïde die mede het verdwijnen van de dinosaurussen zou veroorzaakt hebben. Alleen een ring van cenotes op het vasteland getuigt hiervan nog.

Onze reislust voert ons naar het land van de Maya’s1: het schiereiland Yucatán2 in het uiterste zuidoosten van Mexico3. Dat hier één van de zeven moderne wereldwonderen ligt – de Kukulcán piramide in de ruïnes van de Maya-stad Chichén Itzá – is mooi meegenomen. Een rechtstreekse Tuifly-vlucht Brussel – Cancún helpt ook. Hoewel, Cancún … een super-toeristische strand- en party-stad, gebouwd in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, nu met tienduizenden hotelkamers!?! Iets zuidelijker begint de Maya-riviera. Omdat we ‘s avonds toekomen is Cancún voor ons goed voor één nacht hotel: op de luchthaven zelf!

Over de oorsprong van de naam Yucatán bestaan verschillende theorieën. De eenvoudigste is Yucatán = land van Yucca’s; de Maya aten inderdaad sommige yucca-planten. Een meer folkloristische verklaring komt van de conquistadores: toen de Spanjaarden oog in oog stonden met de Maya’s zouden die laatste geroepen hebben “uh yu ka t’ann” – “hoor hoe gek die spreken”.

Reisgidsen en boeken over Yucatán zijn er in overvloed en ook het internet bulkt van de reisblogs en “travel sites” met 101 tips voor “places to visit”, “must-see’s” en “to-do’s”. Geen probleem dus om een reisroute samen te stellen (of juist wel?). We plannen af en toe van de gebaande paden af te wijken, met name in het zuiden van Yucatán. Onze reisroute in een notendop: vijf verblijfplaatsen voor in totaal vijftien overnachtingen (rode “markers” op de kaart). Interessante plaatsen die we willen bezoeken zijn in het geel aangeduid; de ganse route in ‘t blauw. Inzoomen op de kaart toont de namen van onze vijf “uitvalsbasissen” en / of de bezienswaardigheden in de buurt.

Alles samen rijden we naar verwachting een kleine 2.000 km op 15 dagen, minder dan de gemiddelde Belg die voor vakantie naar Zuid-Frankrijk rijdt . “Viaje lento” – slow travel!

De reisperiode: 27 oktober 2023 – 12 november 2023. Daar valt de “Día de Muertos4” in, het twee- of driedaagse Mexicaanse feest ter ere van de doden. Uit een mix van christelijke en Mexicaanse gewoontes groeide de traditie van levenden en doden die samen feesten, bij voorkeur op het kerkhof zelf. Er wordt gegeten en gedronken. Ongetwijfeld zal er ook Yucatán Trova muziek weerklinken. Hopelijk blijft de “wraak van Montezuma” (reizigers-diarree) ons bespaard 😉 (Montezuma was een Azteek uit midden-Mexico, geen Maya).

Benieuwd!

  1. Niemand weet waar de naam “Maya” vandaan komt. Feit is dat “de Maya”s” zichzelf nooit zo genoemd hebben. Maya’s zijn de volkeren die sinds duizenden jaren in het zuiden van Mexico, Guatemala en Belize wonen. Er was ook niet één groot Maya-rijk maar een veelheid aan stadstaatjes, vergelijkbaar met de feodale periode in Europa. ↩︎
  2. Yucatán bestaat uit drie Mexicaanse “staten”: Yucatán zelf, Campeche en Quintana Roo. Het schiereiland Yucatán is dubbel zo groot als de hele Benelux. En wat wij Mexico noemen, heet officieel “Estados Unidos Mexicanos”. ↩︎
  3. Mexico ligt NIET in Centraal-Amerika en al zeker niet in Zuid-Amerika maar is een deel van Noord-Amerika. ↩︎
  4. De “día de muertos” (soms ook “el día de los muertos” genoemd) is sinds 2008 erkend als UNESCO immaterieel cultureel erfgoed. ↩︎

Peru – Epiloog.

8 september, 2013.

De terugkeer. Zeeën van tijd: ons vliegtuig terug naar Madrid vertrekt pas om 19u45. Dus rustig ontbijten. Pakken maken. Uitchecken. ’t Is 9u30 als we de parking van het hotel afrijden richting Lima, minder dan 300 km. Misschien kunnen we nog de ruïnes van Pachamac, op een kleine 40 km van Lima bezoeken?

We rijden nog steeds langs de kust door de woestijn, afgewisseld met oases waar druk aan landbouw wordt gedaan: artisjokken zien we, veel maïs (voor menselijke consumptie) ook. We schieten goed op. Moeten toch een keer “peaje”, tol betalen: 11 soles, wat veel is. Dat hebben we hier wel meer moeten doen maar de prijs lag toen tussen de 3.5 en 7.5 soles. Hoewel, in de richting Lima konden we dikwijls zonder betalen verder rijden want geen controleur in de tol-kiosk.

We missen de afrit naar Pachamac. Stond natuurlijk nergens aangeduid, zoals trouwens niets hier in Peru aangeduid staat. Wegwijzers … het is nog een onontgonnen business in Peru!

Dus rustig verder naar de luchthaven? Het lot en onze GPS beslist er anders over. De agglomeratie van Lima lijkt gigantisch groot, stoffig, vervallen. Huisjes, opnieuw meer “kot” dan “huis”, tegen berghellingen aan geplakt. De éénbaansweg wordt twee, drie, zelfs vier rijstroken. We rijden nu Lima zelf binnen. Geen enkele aanwijzing voor luchthaven! Noch voor iets anders trouwens, behalve afslagen met namen van avenida’s. GPS dan maar volgen … de vierbaansweg wordt opnieuw twee rijstroken en dan … geen stroken meer. We blijken dwars door het centrum van Lima te rijden. Juliaca bis! We komen door achterbuurten, langs markten, tussen schrootbergen, autokerkhoven. Omstuwd dor collectivo’s die voortdurend stoppen en weer vertrekken. Files, opstopping, getoeter, mensenmassa’s op straat!  Stapvoets vooruit!

Lima, Peru

Kijk daar, de klokkentoren van de Parque Universitario. Die herkennen we van onze dag één in Lima. En daar … we rijden over de Plaza San Martin. We zitten dus duidelijk midden in het centrum van Lima. Voort rijden aan slakkegangetje. Plaats opeisen tegenover de vele taxi’s en collectivo’s. En uiteindelijk toch … na lange tijd … een eerste aanwijzing voor de aeropuerto!

Gehaald! Hoewel … de auto afleveren is ook nog een klus: we rijden de Hertz parking blijkbaar langs de verkeerde kant op. Dan blijkt dat ze niet voorzien zijn op een huurauto uit Cusco. Dus moeten we het Hertz kantoor in de luchthaven eerst opzoeken. Auto achter laten. Hertz kantoor blijkt in de aankomsthal te zijn waar we normaal gezien niet in kunnen. Met security spreken: OK, we mogen door. Uiteindelijk raken we dus toch bij het kantoor, waarna alles vlot gaat. ’t Is echter al 14u30 als we met onze valiezen klaar staan in de inkomsthal van het vliegveld. We mogen er niet aan denken dat we eerst nog Pachamac hadden bezocht!

Rental Car, Lima, Peru

Peru – Epiloog.

Bij het nalezen en verbeteren van dit reisverslag komt bij mij de – niet eens zo originele – bedenking op dat we allemaal voortdurend onderweg zijn. Van A naar B. Soms, meestal veel te gehaast zoals de collectivo’s die ons in de Andes voorbij raasden. Maar de kunst is natuurlijk niet om in het ultieme eindpunt B te geraken. Daar komen we allemaal uiteindelijk wel. Noch om zo snel mogelijk in B te arriveren. En ook niet om, als B in zicht komt, de weg nodeloos lang, moeilijk en pijnlijk te maken. De “truc” bestaat er in om te genieten van het onderweg zijn, van de reis zelf. Op weg van A naar B is dat misschien net iets leuker en gemakkelijker als B meereist …

Cusquea Beer, Peru

Tambo Colorado.

7 september, 2013.

Zeven uur: loopje op blote voeten langs het strand. ’t Is er al een grote bedrijvigheid van al wat vliegt en op of rond het water leeft. Opletten voor de tientallen en tientallen kwallen die hier blijkbaar bij hoogtij aanspoelen. ’t Zijn 30 cm diameter grote exemplaren met tentakels van waarschijnlijk een kleine meter. Rode, bruingele of doorschijnende. Een kleine, dooie rog is aangespoeld.

Jelly Fish, Paracas, Peru

Vandaag bezoeken we de ruïnes van Tambo Colorado, zo’n veertig kilometer verder het binnenland in, waar de Pisco rivier uit het gebergte de smalle kuststrook binnen stroomt. Tambo Colorado of Puka Tampu in de quetcha-taal wordt zo genoemd omwille van de rode kleur die de gebouwen oorspronkelijk hadden. Tambo Colorado was een zogenaamd administratief centrum van de Inca’s, gebouwd omstreeks 1470. Het is één van de best bewaarde ruïnes aan de zuidkust van Peru. Het geheel ziet er inderdaad indrukwekkend uit, uitgestrekt langs een bergflank, een honderdtal meter lang. De oorspronkelijk rode kleur is op zo goed als volledig verdwenen. Hier en daar is nog een likje rood overgebleven. Maar het kleine bezoekerscentrum toont op tekening hoe de gebouwen er waarschijnlijk oorspronkelijk hebben uitgezien.

Tambo Colorada, Peru

Verdwalen – dat is bijna letterlijk te nemen – in de smalle steegjes en hoekjes van het complex. Het doet een beetje denken aan een kashba in Marokko. Rondkuieren en bewondering voelen opkomen voor de Inca’s als bouwmeesters. Maar een goed overzicht van de site krijg je pas vanop afstand. Dus een bergpad aan de zijkant even opklauteren om foto’s te nemen. Naast de site staat één huis, een privé “woning”. Zoals de meeste huizen hier: lemen wanden, golfplaten dak of dak van riet, schapen voor de deur, rommel … ook maar – discreet – foto nemen.

Tambo Colorado, Peru

Tambo Colorado, Peru

Tambo Colorado, Peru

Tambo Colorado, Peru

En ongelooflijk maar we zijn hier alleen als toeristen, of toch zo goed als: d’er is nog één iemand, uit een collectivo gestapt toen wij hier ook aankwamen.

Als we, na een bezoek van ruim anderhalf uur willen wegrijden, komt de andere toerist ook net uit de site. Of we de richting van Pisco uitgaan, vraagt hij in het Engels. Ja, inderdaad. Dat stadje dachten we te bezoeken dus … “hop in, man”. De toerist blijkt een Amerikaan uit Californië te zijn, een grote, jonge kerel. Hij heeft twee maanden gratis Engelse les gegeven in Chili. Nu is hij aan het terugkeren via Peru en Colombia waar hij uiteindelijk toch het vliegtuig naar huis zal nemen. Dus wisselen we reiservaringen uit. Hij is een “backpacker” die – met zijn broer – al liftend en met openbaar vervoer zijn weg zoekt. Op mijn vraag of hij Peru nu een gevaarlijk land vindt, antwoordt hij bijna zoals de reisgidsen: ’t is gevaarlijk, je moet goed opletten maar zelf heeft hij nooit iets gevaarlijks gezien of meegemaakt. Met een “SUV” – doelend op onze auto – loopt je natuurlijk minder risico beweert hij. ’t Gevaar is op markten en bij busplaatsen. En natuurlijk als je de prijs vraagt als je de collectivo neemt dan geef je meteen aan dat je die prijs niet kent: iet of wat Peruviaan zal je dan onmiddellijk het dubbele aanrekenen. Maar dat is dan nog altijd een habbekrats voor ons …

We rijden Pisco binnen, een stadje wat zwaar te lijden heeft gehad onder de aardbeving van 2007. Soms is het er aan te zien, soms ook niet: ’t is hier opnieuw de ons nu al bekende verzameling van koten, sloppen, vervallen huizen, rommel, stof.

We zetten onze Amerikaan af op een hoek waar hij de straat van zijn hotel herkent. Rijden door tot de Plaza de Armas waar naast de door de aardbeving zwaar beschadigde kerk een nieuwe, moderne kerk staat. Geen parkeermogelijkheid, de klassieke drukte met driewielertaxi’s, auto’s, collectivo’s waar iemand uit hangt die de bestemming schreeuwt … Kijken mekaar aan en … besluiten door te rijden naar El Chaco, veel leuker en gezelliger, en daar te lunchen.

Pisco, Peru

Pisco Church, Peru

’s Namiddags wat luieren aan het strand in ons hotel. Nog even wandelen langs de vloedlijn tot aan en in het Paracas Parque Nacional. En daar … als kers op de taart: twee flamingo’s, een zeldzaamheid in deze tijd van het jaar. Chileense flamingo’s bevolken de kusten van Paracas in groten getale van juni tot augustus. Zijn de twee die we gespot hebben de laatste vertrekkers?

Flamingo’s, Paracas, Peru

Paracas, Peru

Paracas.

6 september, 2013.

Het schiereiland Paracas is voor het grootste deel één superdroge woestijn. Een nationaal park ook, toegang 8 soles per persoon. Om negen uur ’s morgens rijden we het gebied binnen, amper een paar honderd meter van ons hotel vandaan.

Dit is een zo goed als volledig verlaten streek. Hoge zandduinen wisselen af met steenbergen van allerlei kleur, van roodbruin over grijs tot geel of wit. Auto in 4 x 4 gooien. D’er hangt nu de klassieke mist uit de kuststreek, net zoals bij het begin van onze reis in Lima. Deze woestijn ligt immers langsheen de kust van de Stille Oceaan: hoge rotsklippen omringen in halve maanvorm prachtige verlaten strandjes. Op één daarvan, Playa de la Mina, wandelen we even rond, net als de zon door de mist heen breekt. D’er liggen twee vermoedelijk recente kadavers van zeehonden, nog geen lijkstank. Een paar gieren cirkelen boven de kliffen maar tonen (nog?) geen interesse. Hagedissen schieten voor onze benen over de rotsen. In de verte dobbert een vissersboot, begeleid door tientallen zeevogels.

Paracas, Peru

Red Eye Oyster Catcher, Paracas, Peru

Paracas, Peru

Paracas, Peru

Een eindje verder bereiken we het vissersdorpje Lagunillas. Hoewel … dorpje is veel gezegd voor een kleine aanlegsteiger en een tiental huizen waarvan de helft houten barakken met golfplaten daken en die zichzelf restaurant noemen. Een vissersboot is net aangemeerd en wordt omstuwd door tientallen pelikanen, tuk op wat eventueel van de boot valt.

Paracas, Peru

Paracas, Peru

Paracas, Peru

Iets verder, de Playa Rojas een strand van rood zand wat mooi contrasteert met de okergele kleur van de rotsen en het blauw van de oceaan. Nog mooier met zonneschijn!

Beach, Paracas, Peru

Shoreline, Paracas, Peru

Broodjeslunch in de auto.

We doen zowat alle strandjes en miradors (uitkijkpunten) aan in het deel van het park wat vrij toegankelijk is. Als laatste: la catedral, een uitstekende rots die met een door de zee uitgesleten booggewelf verbonden is met de klif op het vasteland. Of beter “was” verbonden: de aardbeving van 2007 heeft de “kathedraal” gesloopt en het gewelf doen instorten. Er blijft alleen een rots in de zee over. Maar: hier kan je ook via een geasfalteerde weg komen, niet alleen via 4 x 4 weg. En dus zien we hier voor het eerst massa’s toeristen, aangevoerd met collectivo’s of bussen. Ze staren zich blind op op die ene rots. Wij hebben er veel mooiere en spectaculairdere gezien. 

Vele plateaus vertonen ook grote scheuren een paar meter van de rand: resultaat van de aardbeving? In elk geval iets om voorzichtig bij te zijn!

Nog even verder rijden naar de “salinas”, zoutwinning. Niet voor toeristen blijkbaar: de weg loop hier dood op het zoutcomplex. Langs de weg liggen grote grijswitte zoutbergen.

Salinas, Paracas, Peru

Terug naar de ingang van het park waar we het “visitors centre” bekijken. Leuke tentoonstelling over de dieren, het klimaat, archeologische vondsten in Paracas. Buiten is inmiddels de typische “namiddagwind” opgestoken: doordat de woestijn verhit, stijgt daar de lucht en schept zo een vacuüm wat dan weer door de koele lucht van over de oceaan wordt ingevuld.

Nog even tot aan Puerto San Martin1 rijden. De haven mogen we als toeristen echter niet binnen rijden. Opvallend, waar je ook komt, gaat, staat of rijdt in Peru, zelfs op de meest afgelegen plaatsen, zie je langs de kant van de weg iets wat op kleine kapelletjes lijkt. Een halve meter hoog, dikwijls met een kruis er bovenop. Naam van een persoon ook in de rand van het dak. Veelal een foto van de persoon. Soms met twee, drie of meer naast elkaar. Graven? Of alleen maar gedenkschrijnen van overledenen? Blijft een raadsel …

Shrine, Paracas, Peru

Terug naar het hotel. Daar zijn zware verbouwingswerken aan de gang die al hebben geleid tot weinig tot matig ongemak. Vandaag wordt er echter constant geboord, net naast onze kamer. Niet te harden en niet te aanvaarden. Dus vragen we een andere kamer, zover mogelijk weg van al dat “geboor”. En … we krijgen een “upgrade” naar een kamer, helemaal aan de andere kant, aan het strand gelegen en dus uiteraard met zicht op zee. Fantastisch: vanuit onze kamer kunnen we de beweging van de Peruviaanse pelikanen, aalscholvers, witte reigers en andere rare vogels gadeslaan. ’t Is zelfs zo  leuk dat we diner op de kamer bestellen … echter niet zonder eerst een flesje rode wijn te zijn gaan halen in El Chaco EN onze “complimentary” gratis Pisco Sour te hebben genuttigd in de bar. Gezondheid!

Slapen nu. In alle rust. Met gordijnen wijd open en zicht op de oceaan.


1 José Francisco de San Martín was een Argentijnse generaal die een groot deel van Zuid-Amerika wist te bevrijden van de Spaanse overheersing. Zo ook onder andere Peru: hij landde met een leger van 4.000 soldaten en 6 schepen in El Chaco op het schiereiland Paracas in 1820 en begon van daar uit de Peruviaanse bevrijdingsstrijd. Die leidde tot onafhankelijkheid in 1821.