Bled.

Bled comme un Bled.
Uit “Un coeur de trop” – Brina Svit.

Ondanks de uitspraak van de Sloveense schrijfster Brina Svit is Bled geen “bled”, in de betekenis van godvergeten, achterlijk dorpje. Wel integendeel. Het iconische meer van Bled zorgde sinds begin 20ste eeuw voor een constante toestroom van “the rich and famous”. Vandaar de statige huizen. Nu bezoeken ook de “not so rich and famous” het romantische meer en omgeving.

Onder een staalblauwe hemel met stralende zon starten we onze wandeling rond het meer, 6 km. Het eerste wat ons opvalt – behalve het vanzelfsprekende meer, de omringende bergen en de “vila’s” – zijn de roeiers. Bootjes van 2, 4 of 8 atleten, al dan niet met stuurman of -vrouw, glijden met grote snelheid over het water. In 2020 worden hier al voor de vijfde keer de wereldkampioenschappen roeien gehouden. Er wordt al druk getraind. Slovenië boven in het roeien?

Lake Bled rowing

Een eindje verder vraag ons een Jordaanse toerist om een foto van hem te maken. Met meer, kerkje van Bled en kasteel op de achtergrond. Doen we. Hij was vijf dagen geleden in België en vond Gent de leukste stad. Mee eens! We stappen verder, genietend van de omgeving, elke paar honderd meter halt houdend voor foto’s

Een derde van onze wandeling gedaan. Tijd voor “dva expresso” op een terrasje aan de rand van het meer. Hier zit onze Jordaniër ook. Dus geraken we opnieuw in gesprek: we vertellen hem op onze beurt over onze reis naar Jordanië. “Life is beautiful” zegt hij … “but you have to keep moving”. Waarop ik hem het Sloveense verhaal van de kei en het mos vertel. Waarop hij – deels in het Arabisch – een warrig verhaal brengt over een leeuw die moet rond trekken om prooi te vinden en over water dat zuiver wordt als het stroomt. Hij trekt nu zelf verder … Overigens is het turkooiskleurige water van het meer zeer helder. Hele scholen kleine visjes zien we schaduw zoeken aan de oevers. Hier en daar grotere vissen en … op een geïsoleerde plek hangt een snoek onbeweeglijk op zijn volgende prooi te wachten.

Vila Bled - Tito

Tito, geboren in Ljubljana, Slovenië en dictator van het vroegere Joegoslavië, heeft uiteraard ook een “vila” laten bouwen aan het meer. In typisch communistische stijl. ‘t Is nu een sjiek hotel – Vila Bled – waar we even een kijkje gaan nemen. De ligging is in elk geval uniek met een prachtig uitzicht op het meer.

Lake Bled

Ongeveer half weg de wandeling verlaten we de rondweg en trekken een berg op. Naar een uitkijkpunt wat alleen maar te voet te bereiken is: Mala Ozojnica; langs een smal bospaadje; over omgevallen bomen; steil stijgend – 190 meter met 97 trappen op het einde; bij 30° C … dus puffen, blazen en zweten. Maar de beloning is: spectaculaire panorama’s over het meer. Bovendien zagen we een bosorchis tijdens onze klim!

Lake Bled - Slovenië

Lake Bled - Slovenië

Bosorchis - Bled - Slovenië

Op de terugweg raken we echter het spoor bijster! Midden in een steil aflopend bos, doodse stilte, geen pad of weg of mens meer te bekennen. Toch afdalen, meer struikelend dan stappend, af en toe op het achterwerk naar beneden glijdend. Duidelijk niet voor doetjes. Maar we halen het en bereiken opnieuw de wandelweg rond het meer. We lunchen aan de roeiclub. Vandaar is ‘t nog een kleine 2 km tot Vila Mila. Alles bij elkaar hebben we geen 6 maar 8 km gestapt. Rust met een hapje en een drankje hebben we nu wel verdiend.

Vila Mila is een bed & breadfast met “self-catering” appartementjes. Voor vanavond en morgen willen we zelf eten voorzien. Een honderd meter verder is een kleine supermarkt.  Maar eten vinden is niet zo eenvoudig. Etiketten en verpakking zijn ofwel ééntalig Sloveens ofwel drietalig: Sloveens, Kroatisch en Servisch. Zo schieten we niet op. Gelukkig is er Google translate: “zobene pahuljice” zijn havervlokken, “mleko brez laktoze” is lactosevrije melk, “marelica” is abrikoos, “maslo” is boter en “jogurt” … spreekt voor zichzelf. Groenten of fruit vinden we er niet. Vanavond dus maar een gezellig restaurant zoeken.

Op weg naar Slovenië.

Kamna, ki se obrača, se ne prime mah.

Letterlijk vertaald betekent deze Sloveense uitspraak: op een rollende steen groeit geen mos. Mijn eigenzinnige interpretatie: wie reist, behoudt een open geest, blijft jong … zoals in “Rust, roest”?

12 juni 2019.

We zijn op de klassieke manier – met eigen wagen – op weg naar Slovenië. Het motregent, het giet, het plenst, het miezert, het drasjt. Regen of ‘t scheelt niet veel. Bijna de hele weg door België, Nederland en Duitsland tot in onze stop-/slaapplaats Günzburg waar … de zon net op tijd door de wolken breekt.

Günzburg: waar de Günz in de Donau stroomt. We hebben nog tijd om door kraaknette, verkeersvrije straatjes te kuieren. Om typische huizen – sommige in vakwerk – te bewonderen (geen echte rijwoningen want tussen alle woningen is een ruimte van zo’n 70 cm gelaten). Om de vele standbeelden op mensenmaat en gedenktekens te ontdekken, onder andere dat voor de slachtoffers van de concentratiekamparts Josef Mengele, een helaas sinistere vroegere inwoner van Günzburg. En waar we nog tijd vinden voor “ein großes Bier” en een Frascati op één van de vele terrasjes op het 250 meter lange marktplein. In de zon, alstublieft!

Günzburg Stadtmitte

Günzburg

Achter ons hotel meandert de Günz doorheen een natuurgebiedje. Leuk voor een laatste ommetje.Deze eerste dag afsluiten doen we met een filosofische quote, geschilderd op een decoratieve dakpan in de vitrine van een optieker in Günzburg: “Mit dem Glück ist es wie mit der Brille: man sucht sie … und hat sie auf der Nase

Günzburg Zentrum

Günzburg - river Günz

13 juni 2019.

Vandaag schijnt de zon! Maar we krijgen te maken met “Stau” – file – op de snelweg van München richting Salzburg. Zo maar eventjes 50 minuten aanschuiven langsheen een kilometerslange rechtse muur van vrachtwagens. Richting Kufstein betert het: vrachtwagens moeten gecontroleerd blokrijden op de rechter rijbaan. En net voor Kufstein, Oostenrijk, beslist “Waze” om de snelweg te verlaten en ons verder via secundaire (of kleinere) wegen te sturen. Eerst nog een Oostenrijks vignet voor de snelweg kopen … wat we uiteindelijk niet zullen nodig hebben: de snelweg in Oostenrijk zien we vandaag niet meer terug.

We rijden – nog steeds onder een stralende zon – dwars door de Alpen. Doorheen het landelijke Oostenrijk. Langs Kitzbühel, Mittersill, Matrei (dicht bij Kals am Großglockner waar we nog deze winter op ski-vakantie waren), Lienz (zie kasteel), Villach … en dan een stukje Italië. Tot in Tarvisio: het verschil in omgeving is opvallend! Zo proper en georganiseerd Oostenrijk is, zo vuil, slonzig en chaotisch is dit stukje Italië. Op de koop toe verliest Waze contact met internet (grens!) en stuurt ons hopeloos langs obscure, verloederde buurten rond Tarvisio. Wees met Waze toch op je hoede!

View from Mittersill

Hohe Taueren

Lienz Castle

Maar we vinden de juiste weg terug en rijden eindelijk Slovenië binnen. Onze eerste indruk is zonder voorbehoud positief. Prachtige natuur, bergen, bossen, verzorgde huizen en dorpjes, pittoresk, landelijk. We rijden door een natuurpark langs wegjes en dreven van amper twee auto’s breed. Slow travel … al de hele dag … soms noodgedwongen.

Na 8 uur onderweg voor 500 km arriveren we in Bled (gisteren ook 8 uur gereden maar dan voor 700 km)! Bled is liefde op het eerste gezicht. Turkoois meertje tussen de bergen in zacht wazig avondlicht. Leuke terrasjes met uitzicht op het meer, heerlijk eten met vriendelijke bediening bij voorbeeld in Vila Prešeren … Elk vakantiehuis, elk café, elk restaurant wat zichzelf respecteert is hier een “Vila”. Wij logeren in Vila Mila.

Benieuwd wat Slovenië ons verder te bieden heeft.