Home

  • Cómpeta.

    Zondag 13 augustus 2023.

    Cómpeta.

    Op 600+ meter hoogte plakken de witte huizen van Cómpeta tegen de berghelling. Meer dan dit dorpje (stadje?) doen we niet op een uitgerekte zondagvoormiddag: het is groter dan Archez of Canillas de Abeida van gisteren. Er is zelfs een “kathedraal”; zo noemen de Cómpetanen zelf hun Iglesia de Nuestra Señora de la Asunción.

    In de toeristische dienst, bij de ingang van de stad, vertelt een uiterst vriendelijke juffrouw over Cómpeta, alleen maar in ‘t Spaans, en geeft ons een stadsplan, een boekje over de witte dorpjes van Axarquía, een kaartje van de Ruta de los Mosaicos – op een vijftiental plaatsen beelden mozaïeken de geschiedenis van Cómpeta uit, maar wel pas vanaf na het tijdperk van de Moren. De eerste mozaïek hangt in de toeristische dienst zelf: begin van de katholieke Spaanse geschiedenis hier: 1569.

    Mozaïek van Arabische sjeiks en krijgers in de toeristische dienst​ van Competa.
    Mozaïek toeristische dienst

    We volgen de aangewezen route, klimmend door de inmiddels vertrouwde smalle straatjes, af en toe opgeschrikt door slippende kale banden op gladde stenen wanneer een auto in een bocht omhoog klimt. Zo belanden we op de Plaza de la Almijara aan de “kathedraal”. Naast de kerk ligt de pittoreske Paseo de las Tradiciones, een “promenade” met mozaïeken, die zoals de naam al laat vermoeden, oude tradities uitbeelden. Tijd voor koffie en churros op een van de terrasjes. Aan de overkant van het plein een bank met oude mannetjes die met een onpeilbare blik de terras-bedrijvigheid gadeslaan.

    We wandelen verder door stille steegjes. Hier kabbelt het leven rustig voort. Een mevrouw roept vanaf haar balkon een buurvrouw vijf huizen verderop en begint een discussie. Een hond blaft ons vanaf een dakrand toe … Vanaf de Plaza Vendimia zien we de Casas Colgantes – hangende huizen – die lang geleden, toen de aarde nog niet opwarmde, over het water van de nu al lang opgedroogde rivier leken te zweven. Mozaïeken over de druivenoogst. Cómpeta is bekend voor zijn Muscatel-wijn en … overmorgen is de Noche del Vino – nacht van de wijn – gratis wijn voor het hele dorp en Flamenco dansen! De charmante juffrouw van de toeristische dienst heeft er ons warm voor gemaakt.

    Maar onder leiding van “freewheeling” David “moeten” we verder – willen we nu echt het hele dorp zien? Aan de Ermita de San Antón zitten dan weer oude vrouwtjes en één man ons aan te staren. In het kerkje staat een reusachtig Jesus-beeld klaar om in processie door de stad te worden gedragen. Even verderop: panorama vanaf de Balcón de Cómpeta.

    Dan hebben we het wel gehad: bijna 5 km gestapt (proficiat Lou!). Nog een flesje lokale wijn inslaan en we kunnen terug voor almuerzo, siësta en piscina.

    Sayalonga.

    Vanavond dalen we de 170 meter af van ons “arendsnest” in de bergen naar het centrum van Sayalonga, wel met auto! Hier ook weer de vertrouwde smalle straten en één voetganger brede steegjes. Het kerkhof is speciaal: rond! Alle bovengrondse graven verblindend wit. Een tweede toeristische bezienswaardigheid van dit dorpje is de “Fuente del Cid”, een bron genoemd naar een in Spanje beroemde ridder die tegen de Moren vocht (zie de film “El Cid” met Charlton Heston en Sophia Loren). Helaas, de “Fuente” is verworden tot een druppelend bronnetje.

    Nog later op de avond – ons ritme is flink aan ‘t “verspaansen”- proeven we de witte wijn van Cómpeta: een droge Muskatel-wijn die … niemand bevalt! Gelukkig maar één fles gekocht! De zoete “pousse-café” dessertwijn daarentegen loopt vlotjes binnen: een aanrader!

    Hasta luego!

  • Ruta Mudéjar de la Axarquía.

    Vrijdag 11 augustus 2023.

    Dolce far niente. Dat is wat we vandaag doen: niets. Want we wachten op David, die vanaf vandaag een weekje komt logeren. Om 11u30 staat hij er al. Van dan af is het zwembad, aperitief (Victoria-biertje) , eten, zweten, zwembad … en zo verder. Niet vergeten van de panorama’s te genieten. Ook omhoogkijken: daar zweven roofvogels; vale gieren of havikarenden, we zijn er nog niet uit: beide soorten gelijken wat op elkaar.

    Oh ja, nog inkopen doen in de goed voorziene Mercadona Algarrobo. Vrijdag = visdag, ‘t Wordt espada met mosselen en pasta … met Rioja Blanco. Morgen opnieuw op stap want van al dat niets doen worden we moe!

    Zaterdag 12 augustus.

    De mudéjar route van Axarquía (Moren-route?) is een auto rondrit langs dorpjes die grotendeels hun karakter van 500 jaar geleden – hun “Moors” karakter – behielden. Het eerste van zo’n dorpje dat we aandoen is Archez. Dat geeft onmiddellijk een goed beeld: witte huizen in Arabische stijl, smalle straten, amper groot genoeg voor één auto en soms ook niet, flink bergop en bergaf, bloemen en planten aan de huizen. Op een straathoek is in een oude muur een eigenaardig gezicht gekerfd.

    Mensen springen hier zuinig om met water: de afloop van een airco wordt opgevangen in een plastic bidon; op publieke kraantjes staat een slot: geen sleutel geen water; iemand giet water over een balkon op een tweede verdieping, het water plenst naar beneden op de planten van de eerste verdieping en van daar onverwachts op straat! Als je er juist onderloopt …

    De klokkentoren van de Nuestra Señora de la Encarnación kerk is de verbouwde minaret van de vroegere moskee. De Arabische tekens zijn nog duidelijk zichtbaar.

    Bakstenen klokkentoren met Arabische tekens.

    Van hieruit kan je langs een berghelling naar Canillas de Albaida wandelen, bergop natuurlijk. David, Evelien en Lou zijn al weg! Wij verkiezen nog wat in de straatjes te verdwalen en met de auto to Canillas te rijden. We vinden elkaar opnieuw in restaurant / bar Cerezo voor koffie (of cola) met churros en een tropicana waterijsje (raad voor wie!).

    Cerezo is enorm druk op deze zaterdagochtend, zeker een vijftigtal klanten, allemaal bediend door de baas zelf, die ook nog zelf afrekent en de bar bedient. Er zit een groep van luidruchtige Spanjaarden wielertoeristen die we daarnet op de berghelling voorbij reden. Ze toosten luidruchtig op hun geslaagde beklimming. Aan de bar: alleen maar “locals”, senioren (mannen). Hier geen toeristen, behalve wij dan.

    Canillas lijkt op Archez (waarschijnlijk lijken alle “Moorse” dorpjes hier op elkaar) met soortgelijke smalle straten en steegjes en witte huizen. Speciaal: de Ermita de Santa Ana – een 16de eeuws kerkje bovenaan het dorp; een pittoreske maar niet langer gebruikte Lavadero Publico (centrale wasplaats), compleet met betonnen wasborden; een publiek kraantje met slot.

    Ons initieel plan was om nog een dorpje te doen, maar dat zal voor een andere keer zijn: ‘t Is al Spaans etensuur en de zon brandt … terug naar “huis” om te lunchen en af te koelen.

    Veel voeren we daarna niet meer uit: de zon, de warmte, de wijn weet je wel. Nog even een kleine wandeling in de directe omgeving van Casa Soleada; foto nemen van de overdekte avocado- en mango plantages, de “zee van plastic”; beslissen dat door de warmte en de grote hoogteverschillen op korte afstand hier niet te joggen valt.

    ‘s Avonds nog even mijmeren met zicht op de pieken van de Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama en dan bedje in.

  • Sayalonga.

    Donderdag 10 augustus.

    Gisteren in Antequerra, op het terras van Meson Casa Carlos: aan het tafeltje naast ons zit een trendy paar dertigers met een schoothondje, ze vragen een bakje om hun hond te laten uit drinken. De kelner brengt hun inderdaad een bakje water. Nee, nee, verkeerd begrepen: ze gieten het water onmiddellijk uit en vullen het bakje met een flesje mineraalwater. Hun hondje krijgt diarree van kraantjes water! Oei, en wij drinken dat hier al vijf dagen!?

    Vandaag verhuis van vakantiehuis La Era, in Villanueva de la Concepción naar Casa Soleada in Sayalonga. Afscheid nemen van Ana, de mamá van José, en de papá en kleindochter Ana. Heel vriendelijke mensen … We hebben een ritje van nog geen anderhalf uur, 60 km, voor de boeg; kunnen pas om 15 uur in ons nieuwe verblijf; rijden dus nog even naar Torcal om daar van het uitzicht en espresso te genieten. De gieren zijn weer op post. Een Nederlandse toeriste vraagt ons waar de wandelingen beginnen; zijn wij in Torcal al geen “anciens”? Ook een paar andere bezoekers kunnen we op die manier helpen.

    Op naar Casa Soleada, Evelien aan het stuur, Betty als copiloot en Lou en ik de wagenziek achterin. Eerst de bochtige afdaling van Torcal naar Villanueva de la Concepción, dan de bergweg naar Villanueva de la Cauche, dan wordt de weg wat vlakker en minder bochtig. Een landschap met veel recent aangelegde en strak afgelijnde olijfgaarden. We rijden de Axarquia-streek in: de omgeving wordt woester, de bergen hoger, de wegen bochtiger en de wagenziekte erger. Tevergeefs speuren we naar een leuke bar of restaurant of stopplaats. Veel te vroeg rijden we langs de rand van Sayalonga en een spectaculaire, smalle bergweg naar Campo Agave B&B Glamping om de sleutel op te halen. ‘t Wordt collega wagenzieke Lou te veel: zij kotst in mijn nieuwe pet (beter dat, dan de auto onderkotsen) en voelt zich al onmiddellijk beter. Ik niet, kieper de inhoud van mijn pet in het ravijn … Maar we geraken er wel.

    De in het begin niet al te vriendelijke Nederlandse eigenaar van Campo Agave legt ons uit dat we te vroeg zijn (weten we) – we kunnen/mogen ook niet naar toilet, laat staan iets eten of drinken – maar dan draait hij toch bij. Hij toont ons Casa Soleada (1 km verderop) waar zijn vrouw nog aan ‘t poetsen is, legt uit hoe we snel in het centrum van Sayalonga komen en wat en waar de restaurantjes zijn. Terug met de auto naar beneden: 170 meter dalen op 2 kilometer.

    Lunch in restaurant Mesón Morisco op een leuk, verkeersvrij pleintje in het centrum van Sayalongo. Andere “vibe” hier: in bar Oasis in Villanueva was het eten typisch Spaans, hier is het typisch toeristisch-Spaans: calamares con patatas fritas, espada con patatas fritas … Ik neem een soort fruitsla-toren met geitenkaas om mijn arme maagje te sparen; Lou kinderpizzaatjes met … patatas fritas.

    Casa Soleada ligt spectaculair op de rand van een hoge klif. Zicht op de Middellandse Zee met zijn muur van flatgebouwen, daarachter de plastic zeilen van overdekte plantages, daarachter de bergen. Supermodern huis, leuk zwembad en terras. Dat wordt genieten. Diep beneden ons in de vallei: de obligate geitenhoeder met zijn kudde. Wel een moderne geitenhoeder: al stappend tokkelt hij op zijn smartphone.

    La Cena – avondeten – op terras, een vijftal meter van het huis af, met zicht op bergen en zee. Maar als we terug naar binnen gaan blijkt er een invasie van grote mieren aan de gang. Ze hebben het op de vuilnisbak gemunt! Ik ontpop mij noodgedwongen tot mieren-killer: vanuit de keuken, langs de voordeur, langs de voorgevel, hoekje om langs de zijgevel, op de grond en op de muren: overal mier! Badend in het zweet overwin ik na een 15 minuten-durende veldslag het mierenleger. Nu nog de lijken opvegen en we kunnen slapen … À mañana!

  • Dólmenes.

    Woensdag 9 augustus 2023.

    Op “ons” terras buiten, aan de ijzeren staven voor een venster, hangt een doorzichtige plastic zak met water aan een touwtje geknoopt. De mamá van José legt uit dat dit tegen de “mosca’s” is – de vliegen!? Die zien zichzelf weerspiegeld in dat ene waterzakje, schrikken van zichzelf en vliegen weg!? 😳Werkt het? We hebben geen vliegen op het terras, wel overal minuscule miertjes. 

    Aan de rand van Antequera liggen twee dolmen, grafheuvels, 6.000 jaar geleden door onze verre voorouders gebouwd. Die bezoeken we. Aan de lege parking – er is er nog één, een niveau lager met een tiental auto’s – wijst een bewaker ons naar een super-modern gebouw, een beetje verzonken in het terrein. Daar moeten we tickets halen, niet betalen want toegang tot museum en dolmen is gratis! Maar zonder gratis tickets kan je de dolmen niet in. Langs een spiraal-wandelpad lopen we naar boven. Tickets tonen en we kunnen de lege grafkamers zien. In de tweede dolmen is een diepe waterput. Hoe kan dat in een grafkamer? Mysterie: de put is pas in 2005 ontdekt; het water is drinkbaar!

    Na de dolmen, het museum gratis bezoeken: een film – ook in het Nederlands – vertelt aanschouwelijk het verhaal van de bouw. De “Peña de los Enamorados”, rots van de verliefden, speelt een centrale rol. De rots lijkt op een naar omhoog kijkend gezicht. De doden in de dolmen lagen in lijn met de rots, gezicht omhoog. Als je de ingang van de dolmen denkbeeldig doortrekt, kom je uit in … het centrum van de “Peña de los Enamorados”. Dolménes van Antequera = waar voor je geld!

    Dolmen van Antequerra: verharde witte toegangsweg met “Rots der verliefden” in verre achtergrond.

    Museum Dolmen Antequerra: modern wit gebouw.

    Dolmen van Antequerra: wit pad over droge weide en grafheuvel in de verte.

    In de dolmen van Antequerra: toeriste in ondergrondse toegangsweg.

    ‘t Wordt heet: 36° C+. We rijden nog naar het centrum van Antequerra om – na espresso en broodje met jamón en tomato’s – nog de fotogenieke Plaza Coso Viejo en de Parroquia San Sebastián te bezoeken (ontelbare kerken in Antequerra). Maar de auto-drukte in de smalle straatjes en de hitte verhinderen elke verdere exploratie. Broodjes inslaan en “thuis” lunchen is de boodschap. Dan siësta voor sommigen, zwembad voor anderen (waaronder altijd Lou). 

    Plaza Coso Viejo in Antequera: ruiterstandbeeld voor kerk. Parroquia San Sebastián: rozerood gebouw.

    Deze keer besluiten we te aperitieven in Villanueva de Cauche, het volgende dorpje, 8 km verder, langs een bergweg met mooie vista’s over El Torcal. Het dorpje zelf is niet groot: drie evenwijdige straten met huisjes  van minstens 100 jaar oud – sommige lijken zelfs nog uit leem en modder opgetrokken. Pittoresk dat wel. Als ik in mijn beste Spaans aan een stokoud meneerke vraag waar we kunnen drinken, wijst hij naar de dorpsfontein. Nee, nee, geen agua willen we, wel cerveza’s. Maar de enige bar van het dorpje is gesloten; noodgewongen opni naar Villanueva de la Concepción, naar onze  vertrouwde bar Oasis. 

    Villanueva de Cauche: straat met witte huizen.

    Villanueva de Cauche

    Daarna self-made avondeten (Evelien en Betty): als voorgerecht: calamares-ringen – diepvries in de “Dia” gekocht – met looksaus en als hoofdgerecht: brood met omelet (verse eitjes zelf uit “ons” kippenhok gehaald) met spinazie. Dat alles overgoten met een Rioja El Coto. Hmm … dat smaakt!  

  • Een verborgen parel: Antequera.

    Dinsdag 8 augustus 2023.


    We sippen espresso en eten gebakjes op het terras van bar “La Socorrilla” op de Plaza Portichuelo in Antequera. ‘t Is het uur van de ochtendlijke bevoorrading: een bestelwagen van een bakker levert brood aan huis; een stadsbus wacht op het plein; een kruidenierszaak wordt bevoorraad; en in twee smalle straatjes toeteren auto’s ongeduldig. Voertuigen worden meerdere keren verplaatst op het kleine plein om de ene doorgang vrij te maken en de andere te versperren. 
    Antequerra - Plaza Portichuelo:: wit-bruin hoekhuis (bar).
    Antequerra straatje
    Antequerra Alcazaba
    Antequera ligt 16 km rijden van ons vakantiehuis, aan de andere kant van de El Torcal bergketen. ‘t Blijkt een verborgen parel van Andalusië te zijn. We parkeerden dicht bij de Alcazaba (versterkte vesting) en dat is ook het eerste wat we bezoeken (na “onze” bar en wat flaneren door smalle straatjes met witte huizen en smeedijzeren balkonnetjes). Senioren halve prijs, guapa Lou charmeert de ticket-mevrouw en mag gratis binnen, Evelien normale prijs = in totaal 12 € combiticket met de “Real Colegiata de Santa María la Mayor” basiliek. Vanop het grote en indrukwekkende kasteel krijgen we een 360° panorama over Antequera en wijde omgeving. In de verte “La Peña de los Enamorados”, de rots van de verliefden, Spaanse versie van Romeo en Julia verhaal. De geschiedenis van deze plek en Antequera wordt zelfs verteld in het Nederlands – via smartphone en QR-code op ons ticket. 

    Real Colegiata de Santa María la Mayor basiliek
    La Peña de los Enamorados
    Antequerra Alcazaba

    Naast de Alcazaba ligt dus die basiliek met de lange naam waarvoor we ook betaalden. ‘t Is een grote, open kerk met weinig versiering binnenin. Op groot scherm wordt een film over de geschiedenis van deze basiliek getoond … waardoor het kerkgevoel helemaal verdwijnt. Maar we zijn wel  goed geïnformeerd!

    Antequerra - Romeinse MozaïekStandbeeld voor kerkgevel.
    Op de terugweg wandelen we langs een oude toegangspoort tot de stad: de Arco de los Gigantes, boog der reuzen. En dan terug naar “huis” want na de bewolkte voormiddag is de zon doorgebroken en stijgt de temperatuur snel. 

    Arco de los Gigantes: hoge boog in stadsmuur.
    De gieren van Torcal zweven hoog boven “ons” zwembad. Zwaluwen scheren rakelings op enkele centimeter van het wateroppervlak en “pikken” water. Waar er geen olijfbomen staan, zien de berghellingen bruin: graangewassen zijn al weken (maanden?) geleden geoogst. Een tractor verzamelt nog de overgebleven korte strohalmen: niets gaat verloren, de povere rest is voor de geiten. De dynamiek van zo’n geitenkudde heb ik overigens nog steeds niet kunnen achterhalen, ondanks langdurige verrekijker-observatie. Leidt de geitenhoeder? Soms loopt hij voorop, soms achterop, soms zelfs in ‘t midden van de troep. Is er een geit-chef? Plots draaft een individu naar rechts, waarop de kudde massaal volgt en naar rechts stormt. Of leiden de twee honden die voortdurend aan de randen patrouilleren? Voer voor filosofische overpeinzingen … dat komt er van met dat “traag reizen”!😃
    “Dos cervezas, por favor y un gin tonic, agua y dos cervezas más.” Daarbij een portie calamares met groentjes op ceviche-manier … we aperitieven in restaurante / bar Oasis in Villanueva de la Concepción. Vandaag niet “alles” gezien in Antequera? Maar ‘t zou tot 36° C worden, “mucho calor”,  zei iemand ons. We zien wel …

  • Paraje Natural del Torcal.

    Maandag 7 augustus 2023.

    Om 7 uur – de zon is nog niet op – is de mamá van José al het zwembad aan ‘t kuisen en de bloemen, planten en struiken water aan ‘t geven. De papá zit ondertussen in het kippenhok. Een half uurtje later brengt mamá zes verse eitjes en legt mij uit dat we de rijpe appels van hun appelboom mogen plukken. Muchas gracias, mamá!

    Het Paraje Natural del Torcal ligt op meer dan 1.300 meter hoogte. Vanaf ons vakantiehuis moeten we 700 meter stijgen op 6 kilometer, ofwel een stijgingspercentage van gemiddeld 11%. Geen probleem: onze T-Cross VW kan dat aan. Iets voor negen – het bezoekerscentrum opent om 10:00 uur, maar het park zelf is toegankelijk – staan we al boven. Een tiental auto’s op de parking, stralende zon en aangename temperatuur. We kiezen voor de “lange” 2,77 km wandeling.

    Een 200 miljoen jaren geleden vormde zich een dikke laag schelpen en skeletten van zeedieren op de bodem van de oceaan. Onder hoge druk veranderde deze laag in kalksteen en werd geleidelijk omhoog geduwd tot ver boven zeeniveau. Onder invloed van regenwater, sneeuw en wind erodeerde die laag tot wat we nu kunnen zien: een karstgebergte met grillige grijs-witte rotsen.

    Torcal: gelaagde rotsen boven groen. Torcal: grijze rotsen, geel zand, groene struiken.

    Onze wandeling is “pittig”: een bijwijlen smal pad stijgend en dalend over rotsen, soms door kloofjes van één persoon breed. We doen er meer dan twee uur over. Maar wat een eigenaardig, magisch landschap met opeengestapelde rotsen die de wetten van de zwaartekracht tarten. Af en toe spotten we,  altijd op de top van kliffen, een “cabra montés” – berggeit. ‘t Zijn vrouwtjes herkenbaar aan de kleinere horens. Boven ons zweven “buitres leonado” – vale gieren – speurend naar kadavers. Veel schaduw en heerlijk koel! We komen uit bij de cafetaria van het bezoekerscentrum. Lekkere espresso, prachtig uitzicht vanaf het terras, naar keuze in de zon of de schaduw. Nog even het museumpje bezoeken? Nee, want dat is ”Cerrado por reformas”, gesloten wegens verbouwing. 

    Toeristes (moeder en kind) in smalle doorgang tussen rotsen in Torcal. Gelaagde, grijze rotsen en rotsblokken in Torcal.

    ‘t Is na 12 uur als we terugrijden. Nog even stoppen aan een uitzicht met rotsen die er uitzien als opeen gestapelde pannenkoeken. Heel hoog op de top van de klif zit een majestueuze mannetjes-berggeit: grote horens, ferme sik. Gelukkig hebben we de verrekijker bij!

    Nu inkopen doen in Villanueva, late lunch en – zoals gisteren – siësta voor sommigen. We zijn aangepast aan de Spaanse levenswijze!

    Misschien een morbide gewoonte, maar ik heb iets met kerkhoven. In de late namiddag wandelen Betty en ik naar de cementerio van Villanueva. Doden worden hier in kapel-achtige grafmonumenten “begraven” (de rijkere) of in graf-appartementen van twee, drie of vier verdiepingen (de minder rijke). Plastic bloementuilen voor iedere “woonst”: een fortuin aan plastic voor de doden.

    Kerkhof Villanueva de le Concepción: drie verdiepingen witte graven boven elkaar.

    ‘s Avonds willen we vanaf ons terras naar de sterrenhemel kijken. Pech: voor het eerst is er bewolking: een grijs-witte deken ligt over El Torcal. Het enige wat we zien is de passage van west naar oost van Tiangong, het Chinese ruimtestation. Mits overgoten met een Rioja is dat ook niet slecht om de dag af te sluiten!

  • Villanueva de la Concepción.

    Zondag 6 augustus 2023.

    Él que madruga, coge aqua clara. 

    Vrij vertaald: wie vroeg opstaat, drinkt helder water, equivalent van “de morgenstond heeft goud in de mond”. Toepasselijk want om 7u45 jog ik al een berghelling op, onder El Torcal, richting het oosten. 

    Rechts van mij een diepe vallei van droogstaande riviertjes: de Arroyo de las Pilas (van de batterij?!), Arroyo del Paraiso (van het paradijs) en Arroyo Hondo (de diepe). De zon is op maar nog juist niet over de kim van de bergen. Ik loop tussen olijfgaarden, afgezoomd met amandelbomen: vele bolsters zijn al open gesplit en tonen de rijpe amandelen. Overal hondengeblaf in de vallei: waarschijnlijk is de hele hondengemeenschap van Villanueva geïnformeerd en gealarmeerd door de honden van de zeldzame boerderijen die ik passeer. Of door de zes Jack Russels die plots opduiken in een bocht van de weg, gelukkig met eigenaar erbij. Een eindje verder beslist een andere “perro” – hond – op te houden met blaffen en een eindje met me mee te lopen. 

    Villanueva de la Concepción: grindweg met een boom langs de kant en droge bergen bij opkomende zon.

    ‘t Is verder en zwaarder dan ik dacht nu de zon al boven de bergen zit. Gelukkig is ‘t na 4 km meestal bergaf. Ik passeer de stal van de geitenhoeder van gisteravond. Zou hij ook op zondag met de kudde de bergen intrekken?  Dat de laatste halve kilometer een deel is van de Camino de Santiago helpt niet: het blijft zwaar! In totaal 8 km gelopen: over mijn limiet, maar ik kan nu helder water drinken.😊

    Zondag = rustdag, maar we kunnen niet aan de verleiding weerstaan om Villanueva de la Concepción verder te bezoeken. De smalle straatjes met witte huizen tonen nog duidelijk de Arabische invloed. ‘t Is er levendiger dan gisteren. Pleintjes zitten vol met senioren (mannen!) die een soort kaartspel spelen en blijkbaar kiezels als “geld” of “punten” gebruiken. Hier en daar staat iemand in zijn of haar deuropening. Als Lou passeert wordt er meermaals “Hola, guapa” geroepen! Of was het “Hola, guapO!” en dus op mij bedoeld?🤣

    Villanueva de la Concepción: verlaten straatje met witte huizen. Villanueva de la Concepción: bronnetje uit muur. Heel smal straatje met blinde, witte muur links en huisjes rechts.

    Villanueva de la Concepción

    Villanueva de la Concepción: straat met witte huizen met hekken ervoor.

    In de onmiddellijke omgeving zijn er verschillende “Villanueva’s”: de Cauche, del Rosario, del Trabuco: de oude “Camino Real”, koninklijke weg  Malaga – Cordoba, aangelegd eind 17de eeuw, passeerde langs verschillende kleine gehuchtjes, soms niet meer dan een grote boerderij met enkele kleine huizen er rond. Die werden in de loop van de 19de eeuw omgedoopt tot “Villanueva’s”. Zo werd het gehucht Cuesta del Palmar: “ Villanueva de la Concepción”. 

    In restaurante/bar Oasis wordt de paellapan op de bijhorende “oversized” gasring geplaatst. Een paar minuten later, pruttelen de eerste blokjes pollo (kip) al in het vet. Nog een kwartiertje en een Cerveza later moet er alleen nog rijst als allerlaatste ingrediënt worden bij gekieperd. Maar wij lunchen “thuis” en spenderen de rest van de dag aan – of eerder “in” – het zwembad. Morgen El Torcal verkennen!

    Villanueva de la Concepción: vrouw en jongen roeren kippenblokjes en olie in grote paellapan. Villanueva de la Concepción

    Oh ja: ook op zondag trekt de geitenhoeder met zijn kudde de bergen in. 

  • Malaga “light”.

    Zaterdag 5 augusts 2023.

    Bij het krieken van de dag … nee, ‘t is 3u30, de dag “kriekt” nog niet – rijden we (Betty en ik, dochter Evelien en kleindochter Lou) naar “Brussels AirPort”, “loaded with cash”! José, de eigenaar van ons eerste vakantiehuis in Villanueva de la Concepción, wil absoluut “en effectivo” – cash – betaald worden. De Spaanse overheid zal niet veel verdienen aan ons eerste verblijf …Ondanks de grote vakantiedrukte op Zaventem, om 4 uur ‘s ochtends (!), verloopt alles relatief vlot. Op voorwaarde dat je zelf hebt ingecheckt en dan ook nog eens zelf je bagage “ge-drop-offt” hebt, compleet met printen en plakken van bagage-labels. Maar toch: om 11 uur rijden we met huurauto de aparcamiento San Juan de la Cruz in het centrum van Malaga binnen. We kunnen pas om 16 uur in ons vakantiehuis, wat op een goed half uur rijden van Malaga ligt. Een viertal uren te vullen dus met een blitz-bezoek aan Malaga.

    Malaga “light”.

    We stappen naar het stadscentrum, eerst langs rustige straten en grote woonblokken dan de droogstaande Guadalmedina over om bij de Mercado Central de Altaranza – overdekte markt met Arabisch uitziende toegangspoort – uit te komen. ‘t Is er druk, hectisch zelfs. Opvallend: een groot glasraam in één van de façades. Na een paar grote, vers geperste fruitsappen en een milkshake wandelen we verder langs de autovrije binnenstad naar de kathedraal, officieel de Catedral de la Incarnación de Málaga. Imposant gebouw, dreigend zelfs, lijkt bijna op een versterkte burcht. De file aan de ingang is 30 meter lang: doen we dus niet! Wel in de tuintjes met water-partijtjes achter de kathedraal “stoeien”.

    30° C wijst de thermometer aan. Lou verhit … Toch stappen we nog door het park tot aan de haven. Dan houden we het voor bekeken. Malaga heeft ons niet echt bekoord: te druk? Te warm? Was ons bezoek “te light”? Te veel bedelaars en daklozen? Laat dit geenszins een reisadvies voor Malaga zijn: misschien, beter gepland en vroeger ‘s morgens is het best de moeite waard. Maar wij plannen geen verdere Malaga-city-trip tijdens deze vakantie .

    Villanueva de la concepción.

    Drie uur: het uur van de siësta. We zijn een uur te vroeg op onze afspraak met José en dolen wat rond in de verlaten, witte straatjes van Villanueva. De grijze rotsen van natuurpark en bergketen El Torcal zinderen in de hitte. Villanueva noemt zichzelf “La villa del Torcal”, de stad van de Torcal. Daar is een restaurant / bar, open op dit moment, een oase! ‘t Heet dan ook “Oasis”. De Cruzcampo-biertjes smaken op het terras in de schaduw.  “Of we de Torcal al gezien hebben”, vraagt de baas. “Nee, nog niet”, waarop hij ons meetroont binnen om posters van Torcal te zien. “En of we wat willen eten?” “Nee … euh, ja” als we de keuze aan koude hapjes zien. Plots is het vakantiegevoel – of is het Spanje- of Andalusië-gevoel – daar. Biertjes, zon, terras, bordjes met langoustines, mosselen, een soort ceviche met groenten, vissalade … en kijken hoe het leven na de siësta weer op gang komt. José moet ondertussen op ons wachten …De panorama’s vanuit ons vakantiehuis in Villanueva de la Concepción versterken alleen maar ons vakantiegevoel. José en zijn mamá vertellen inmiddels hoe het huis in elkaar zit: water is drinkbaar, er is airco, zwembad – daar zit blote Lou al in, tuin met granaatappelen, kweeperen, vijgen, kippen.  De stijl is “rustiek” = niet onze stijl en er zijn wat veel miertjes maar voor de rest: top! Een fles Rioja wacht op ons. José vertelt dat er vanavond een flamenco-feest in het dorp is: begint om 22 uur. Helaas, de dag is al te lang en te zwaar: eerst inkopen doen in de lokale, kleine supermercado en vanavond kip met groene asperges eten. Want zoals ze in Spanje zeggen:

    Barriga llena, corazón contento.

    Vrij vertaald: buikje vol, hartje blij. Als nagerecht worden we getrakteerd op een geitenherder met zijn twee honden die bij valavond uit de bergen afdalen en hun stal opzoeken. 

  • Costa del Sol?!

    Andalusië – proloog.

    29 juli 2023.

    Aah … de cultuursteden van Andalusië: Cordoba, Granada, Sevilla, Jerez de la Frontera …

    Voor ons niets van dat alles tijdens deze vakantie: we bezoeken in Andalusië het noordoosten van Malaga. Ja, Malaga aan de Costa del Sol, voor mij synoniem van “bakken” op overvolle stranden, of handdoek leggen aan het ochtendlijke zwembad van het all-in hotel. En goedkope Sangria, tapas, paella’s, fiësta’s en ochtendlijke katers gevolgd door sterke café solo en churros … Of ben ik onwetend? Hoe breed is zo’n Costa eigenlijk? Volgens Wikipedia is de Costa del Sol 150 km lang en zo breed als de stranden, kuststeden en -dorpen. Gelukkig laten we Malaga achter ons en trekken we noordwaarts.

    Of ben ik bevooroordeeld? Dat begin ik te denken als ik “Andalusisch logboek” van Stefan Brijs lees. Dat is enerzijds een ware ode aan het landschap en de natuur van Axarquía, een streek in het noordoosten van de provincie Málaga en anderzijds doorspekt met verhalen over bezoeken aan leuke stadjes en dorpjes met weinig bekende cultuurschatten. Brijs’ vervolgboek, “Berichten uit de vallei” – nog meer natuur door de seizoenen heen – leert me dan weer dat deze streek nu diepgaand verandert : water-verslindende avocado- en mango-plantages en recente chronische droogte transformeren landschap en natuur. Niet bepaald om vrolijk van te worden. Als ik het zo lees, geven Spanjaarden hier (nog?) niet veel om natuur en milieu.

    Hoog tijd om dat allemaal ter plaatse zelf te checken. Hoewel … als toerist zijn we natuurlijk een deel van het probleem … als consument zeker ook!

    Nog even wat “Spaans leesvoer” – de nu trendy roman ”Feria“ van Ana Iris Simón – virtueel in de bagage ploffen (e-book) en we kunnen vertrekken om:

    1. ten noorden van Malaga het natuurpark “Torcal de Antequera” te verkennen en
    2. in het noordoosten van de provincie Malaga – de Axarquía, de streek waar Stefan Brijs woont, te bezoeken.

    Komen we – na een Belgische “kwakkel-maand” juli – terecht in een hotspot van klimaatopwarming en een record hittegolf? Come and see next week” … vanaf 6 augustus!

    Ten noorden van Malaga …

  • Zuid-Afrika, epiloog.

    13 april 2023.>

    Who reads does not steal,
    and who steals does not read. Deze quote komt van Richard, van “The Village Kitchen” in Haenertsburg. Op deze laatste dag van onze reis slurpen we hier nog rustig Boere Chino (koffie met gecondenseerde en gesuikerde melk) Americano of Stroopie. De oude boeken van deze boekenwinkel/ restaurant/ snoepwinkel/ prullaria winkel staan tot buiten onder de veranda uitgestald, zomaar bereikbaar vanaf de straat. Maar ‘t is hier heel veilig: slechts ÉÉN huis, van een mevrouw uit Johannesburg, heeft hier een muur rond haar huis met scheermesjes-draad erop. Bij alle andere huizen wandel je zo langs voor- of achterdeur binnen. En nu we het toch over veiligheid hebben: nergens, op geen enkel moment hebben we ook maar een greintje onveiligheidsgevoel gehad. Onze glamping-tenten in Magoebaskloof konden we zelfs niet afsluiten!Overigens was het vannacht bitter koud – nou ja, 10° C – in onze tenten. Ben deze morgen vroeg verkleumd on-line gaan inchecken aan de nog gesloten Curio-shop van Magoebaskloof waar er wel redelijk WiFi is. Nevel stijgt op uit het forellen-meertje net voor de shop …

    Africamps, Magoebaskloof: meertje tussen tropische begroeiing.

    Over de terugreis naar de luchthaven – hier en daar nog een typische foto “schieten” – en naar huis is voor de rest weinig te vertellen.

    On the road from Magoebaskloof: wegwijzers aan standje van een verkoper.

    Toch nog enkele “epiloog-bedenkingen” bij Zuid-Afrika.

    • Ondanks de “load shedding” – waarvan we in het tweede deel van onze reis geen last meer hadden – privé stroom generators! – is Zuid-Afrika er wel degelijk op vooruit gegaan.
    • In de townships zijn de meeste rondavels of blikken huisjes vervangen door kleine betonnen constructies.
    • Het land is er properder, netter op geworden. Hoewel hier en daar nog grote vuilnisbelten te vinden zijn.
    • Maart / april is toeristisch laagseizoen: amper andere toeristen ontmoet.
    • Vlamingen hebben een streepje voor bij Afrikaners: wij begrijpen mekaar, op taalgebied ten minste. Wat denk je van woorden als slaggate (putten in het wegdek), hoërskool en laerskool (hogeschool en lagere school), druk op knoppie en stoot die deur oop (bellen en deur openen), vra vir diens (service vragen), lui klokkie asseblief (bellen a.u.b.) en so aan …
    • Een goede navigatie-app zoals Waze of Google Maps en een lokale Sim-kaart of eSim zijn onontbeerlijk, net zoals een degelijk “bakkie” (SUV).
    Ik zeg u geen vaarwel Zuid-Afrika,
    wij zien elkander weer. 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.