-
Calakmul.
9 november 2023.
Huevos Rancheros, “boereneieren”: twee eieren gepocheerd in een pikante tomaten salsa; in Mexico geen betere manier om aan de dag te beginnen!🥵
Calakmul.
Vroeg te been (6u30) want we bezoeken Calakmul wat betekent: +/- 55 km terug langs dezelfde weg, de “186”, van gisteren (veel rustiger op dit vroege uur); dan aan de eerste toegangspoort tot Calakmul belasting betalen (280 pesos voor twee – deze toegangspoort sluit al om 11 uur ‘s morgens); dan 65 km ver het oerwoud in, langs een asfaltweg in erbarmelijke staat, vol ”potholes”; ten slotte de eigenlijke ingang betalen (180 pesos voor twee) en… ruim een kilometer stappen door het oerwoud om de eerste ruïnes te zien. Alles samen doen we 2,5 uur over de rit ook al omdat we in het oerwoud achter twee vrachtwagens “hangen”. Die “camiones” brengen bouwmaterialen voor de weg en een nieuw bezoekerscentrum.
Calakmul is een grote site met veel gebouwen, te veel blijkbaar want ze kregen geen naam, alleen maar een nummer: structura I, structura II … structura VIII … Indrukwekkend en met een zeker “Indiana Jones” gehalte: van de meeste structuren zijn maar enkele zijden vrij gemaakt van struiken en bomen. Daardoor lijken de tempels toch wat ingesloten en minder imposant dan bij voorbeeld Edzná, of beginnen we nu aan “Maya-tempels-overload” te lijden? Desondanks spenderen we ruim drie uur in Calakmul.






Calakmul. Hier zijn weinig toeristen en dan nog vooral jonge lijkt ons, een gevolg van de lange en moeilijke weg om hier te geraken. Foto’s nemen zonder mensen op? Geen probleem hier. Sommigen beklimmen de piramides, dat mag hier nog! Ook een keer proberen met structura II, direct de grootste en hoogste, Betty blijft wijselijk beneden in de koele schaduw van kapok-bomen. Want ‘t is heet in de volle zon, en hoog … 45 meter! Van boven heb je een wijds uitzicht op … het eentonig groene oerwoud, waar alleen nog structura I bovenuit steekt.



Structura II, Calakmul. Drie militairen in uniform kuieren rond en vragen ons vriendelijk van waar we zijn en hoe we Mexico vinden. “Bonito” natuurlijk! Op onze vraag wijzen ze ons behulpzaam de uitgang want na drie uur zijn we elk gevoel van oriëntatie kwijt. Nog even een foto van een grote kapok-boom en we kunnen terug.

Oh ja, de fauna? In Calakmul slingerde welgeteld één spinaap door de boomtoppen, zagen we één mini-slangetje (+/- 15 cm) en één wilde, Yucatán-kalkoen. Terug in Casa Kaan spotten we een kleurrijke vogel, lijkt een beetje op een kingfisher maar groter en met twee lange staartpennen met een pluimpje op het eind, ongetwijfeld de blauwkruinmotmot. Helaas, allemaal geen foto’s van. Als troost kijken we in “onze” casa Mango in Casa Kaan naar een poster van een spinaap aan de muur.

Agua.
Vanavond legt een “mesero” – kelner – uit dat de werken op de “186” niet alleen te maken hebben met de “tren Mayo”, maar ook met de aanleg van een leiding van drinkbaar water. In Mexico drinkt niemand “water van de tap”, niet de toeristen, ook niet de Mexicanen. Dat water is gewoon niet drinkbaar.
Elk dorp heeft ofwel een centrum waar water gezuiverd wordt en waar je drinkbaar water kan halen, of krijgt het regelmatige bezoek van een drinkwater-truck. Elk restaurant / hotel dat zichzelf respecteert heeft een eigen installatie om water te filteren tot drinkbaar water … en dito ijsblokjes. Vandaar … geen diarree-problemen ondanks overvloedig “agua natural” of “agua mineral” met ijsblokjes drinken!😀
-
Naar het zuiden: Casa Kaan.
8 november 2023.
We hebben het grid-verkeer-systeem van Campeche door; en van elke andere stad of dorp in Mexico. De pare straten hebben altijd voorrang op de onpare straten. Vele straten zijn éénrichting; die richting wordt aangegeven op elke hoek door een pijl onder het nummer van de straat.
Net nu verlaten we Campeche: een rit van een kleine 300 km naar het schaars bevolkte zuiden. We passeren langs Edzná. Vanaf daar is de weg verraderlijk, niet zozeer door de topes, wel door de onverwachte diepe gaten in de asfaltweg. Gelukkig is er meer dan 100 km geen verkeer. Dat mag je bijna letterlijk nemen: slechts een paar tientallen tegenliggers; rustig, eindeloos rechte weg, bijna eentonig, af en toe een dorpje. Eén daarvan valt op door de vele houten huizen. Af en toe geen GSM-ontvangst meer.


Twee uur rijden: we vinden een rustig plekje langs de kant van de weg, naast een klein langwerpig meertje met lotusbloemen. Er zijn maar twee soorten lotus: de Aziatische en de Amerikaanse en ze hebben continu water van 20° C nodig … alleen in warme streken te vinden. Een paar Jacana Norteña – steltlopers met lange tenen – lopen over de lotusbladeren. ‘t Is hier landbouwgebied: veeteelt, maïs, suikerriet. Het oerwoud moet wijken … voor enkele tientallen kilometers toch.





Nog 90 km te gaan tot Casa Kaan, onze volgende verblijfplaats. Bij het Noh-meer komen we uit op de “186” die vanuit de staat Chiapas, Mexico helemaal naar de westkust voert. Wat voor een weg is dit, op dit moment? Tientallen en tientallen monstertrucks al dan niet met aanhanger, sommige met 38 banden, schuiven aan voor de topes om er aan 5 km per uur over te rijden. De aanleg van de “tren Maya” spoorlijn is in volle gang. De meeste trucks vervoeren rotsen en steengruis of graafmachines of stukken van bruggen, van en/of naar de werven, 40 kilometer lang. Seingevers met rode vlaggen proberen het verkeer enigszins in goede banen te leiden. Wat een drukte! We hebben al heimwee naar daarnet!


We passeren de 65 km lange toegangsweg tot de archeologische site Calakmul. Daar willen we morgen vroeg naar toe. Maar tot Casa Kaan is het nog 55 km, gelukkig nu wat rustiger: de grootste werven liggen achter ons.
Casa Kaan ligt een kilometer van de “186”, in het oerwoud, in principe rustig maar op de achtergrond horen we het geluid van de graafmachines en van de “186”. We logeren in huisje “Mango”: alles is er, maar wel “basic”. De keuken heeft muggengaas in plaats van vensterglas. ‘k Heb daarnet al een kleine halfdode “critter” buiten gezet en een tábanido (een soort daas) dood gespoten.


Vanavond eten we in “het restaurant” van Casa Kaan, een grote centrale open tent: guacamole, fajitas de pollo met tortilla’s en een appeltaartje met bananenijs als dessert.
-
Muren, markt, musea, maskers … Campeche.
7 november 2023.
Alle meubilair, deuren, deurposten in onze loft zijn gemaakt van tropisch hardhout. In Campeche maakte iedereen alles met tropisch hardhout … tot het op was. Toen schakelde Campeche over op visserij … tot de Golf van Mexico hier leeg gevist was. Toen werd voor de kust van Campeche het grootste olieveld van Mexico ontdekt … de productie daalt nu al gestaag. Het drama van Campeche? Of van de mens? Misschien brengt de tren Maya soelaas voor Campeche in de vorm van meer toerisme.
Voor één keer laten we de auto staan waar hij staat – op de hoek van calle 59 en calle 14 – want we hebben een ganse dag om – te voet – Campeche te bezoeken.
Stadsmuren.
Onze rustige ochtendwandeling door de kaarsrechte straten met gekleurde huizen brengt ons in geen tijd aan de Puerta de Tierra, de “landpoort” in de omwalling. Eigenlijk zijn wij op weg naar de markt: ik vraag de weg aan een Mexicaan bij de poort. De markt is niet ver meer en van op de vestingmuren kunnen we die zelfs zien; 2 € per persoon om op de stadsmuren te wandelen. Doen we! Je kan niet de ganse omwalling rond: hier en daar is een stuk muur onderbroken en maar een (klein) deel aan deze poort is toegankelijk. Wel leuk, vooral omdat je bij het einde een grote klok moet luiden zodat iemand het toegangspoort kan komen ontgrendelen.






Campeche. 


Stadsmuren, Campeche. Mercado.
In de overdekte mercado lopen we verloren in een labyrint van gangetjes met kraampjes waar van alles wordt verkocht. Mexicanen lijken hier vooral te komen om te eten (ontbijten?) aan de vele eetkraampjes. ‘t Is hier wel broeierig warm. Tussen de kippenkramen, groenten- en fruitstandjes en eettentjes en de vele Mexicanen banen we ons een weg terug naar de historische binnenstad.






Mercado, Campeche. Museo de Arquitectura Maya.
Van de zuidelijke Puerta de Tierra wandelen we opnieuw de stad door tot aan de Puerta de Mar. Hier moeten we het Museo de Arquitectura Maya bezoeken om één speciale reden: “la Máscara de Calakmul”, een smaragdgroen jade dodenmasker in Calakmul gevonden in 1984. Het museum is klein maar stelt niet teleur: uitleg over Maya-architectuur en verschillende bouw- en decoratiestijlen in twee talen, Spaans – Engels; toegangsprijs omgerekend 3,5 € EN je kan / mag hier ook een stukje op de stadsmuren wandelen, dat is inbegrepen in de toegangsprijs.


Museo de Arquitectura Maya, Campeche. Het masker is meer dan tien jaar lang “op wereldreis” geweest – exposities in verschillende wereldsteden – maar sinds 2018 heeft het hier een vaste stek. Heel gedetailleerde uitleg over de betekenis van de verschillende delen ervan is, naast Spaans, beschikbaar in het Engels en … in braille met een replica voor blinden om het masker te kunnen voelen.

Máscara de Calakmul, Campeche. Iglesia de San Roque y San Francisquito.
Op naar de westelijke kant van de stad, deels langs de kust boulevard, naar de “Ex-Templo de San José”, een kerk die we alleen langs de buitenkant kunnen zien want ‘t is bijna middaguur. Om de hoek is een monumentaal hek dat toegang geeft tot een ruime patio. ‘t Hek is dicht maar iemand gebaart dat we gerust binnen mogen. Even uitrusten op een bankje in de schaduw aan de achterkant van de kerk.


Ex-Templo de San José, Campeche. Dan terug naar “onze” loft: we zijn reeds in calle 12, dichtbij! Nog even een okergeel binnenkoertje bekijken. “Buenas tardes”, een Mexicaan begroet ons heel hartelijk. Ja, we mogen gerust rond kijken want dit is nu een kunstschool en -centrum. Vroeger was het een Franciscaner klooster, verbonden aan de hiernaast gelegen Iglesia de San Roque y San Francisquito, een lange naam voor een kleine kerk. Eigenlijk heet Campeche voluit San Francisco de Campeche, officieel nog altijd maar iedereen houdt het bij Campeche. De Spanjaarden noemde de stad oorspronkelijk San Francisco, maar… en zo verder. De man debiteert de halve geschiedenis van de streek. Blijkt dat hij een geschiedenis-leraar is! Leuk gesprek maar je moet iets of wat Spaans begrijpen. Wat we volgens hem zeker niet mogen missen is het archeologisch museum van Campeche in het San Miguel fort. Bedankt voor de tip, señor maestro!


Iglesia de San Roque y San Francisquito, Campeche. Museo Arqueológicp de Campeche, Fuerte de San Miguel.
Het fort van San Miguel (Fuerte de San Miguel) ligt langs de kust, 4 km ten westen van Campeche – we passeren chique, moderne villa’s – met een bos achter en rond (dus toch nog de auto nodig vandaag). In verschillende zalen van het fort worden opnieuw allerlei aspecten van de Maya-cultuur belicht – zijn we al niet semi-experten ter zake geworden? Bovendien zijn hier ook jade-dodenmaskers te zien, kleinere weliswaar dan het masker van Calakmul, maar zeker de moeite waard. Ook het zicht van boven op het fort is prachtig: kantelen, uitkijk-torentjes, kanonnen, de zee op de achtergrond.








Museo Arqueológicp de Campeche, Fuerte de San Miguel. Nu we hier toch zijn: we kunnen nog even naar het 7 km verderop gelegen Playa Bonita, het enige strand in de buurt van Campeche. Alleen … toegang tot het strand is betalend en daar hebben we geen zin voor.
Vanavond dineren we in La Recova op calle 59. Toeristen eten buiten op de lawaaierige straat, de Mexicanen (en wij 😉) rustig binnen. Met elk één voorgerecht en een postre (nagerecht) om te delen komen we toe. Achteraf nog een dubbele espresso in de enige goede koffiebar van de stad: Punta del Cielo.
Wat een “rustige” dag was dit!😉
-
De piramides van Edzná.
6 november 2023.
Tres cuernos (letterlijk: hoorntjes; croissants dus) y dos pandesitos (kleine broodjes). Wat leuk om in een Mexicaanse stad ‘s morgens vroeg naar de bakker te gaan. De bakkersvrouw kijkt amper boven haar toog uit.
Edzná.
Eén bus en acht auto’s staan er op de parking van de archeologische site Edzná. In het kantoortje aan de ingang – ‘t is pas 9u15 – staren vier toeristen met paniek in de ogen, ons aan. Ze hebben geen Mexicaanse pesos, alleen maar US dollar: ze mogen Edzná niet in! Kunnen we helpen? Met US $ vangen we niets aan op onze verdere reis. Van welk land zijn ze? Van Litouwen. Zijn die geen lid van de EU en zelfs van de eurozone? Jawel: ze hebben euros! Deal beklonken: 4 personen = 360 pesos = 20 €! En blij en opgelucht dat ze zijn! De toegangsprijs tot Edzná is dus omgerekend 5 € per persoon = één zesde van de Chichen Itzá prijs.
Wat een grote, betoverende site is dit? Deels doordat hier zo weinig toeristen zijn: foto’s van tempels en piramides nemen waar geen mens op staat – hoogstens een zwarte gier – is hier geen enkel probleem. De gebouwen zelf stralen sereniteit en Maya-grandeur uit. Er is een fotogeniek groot plein omgeven door tempels: de grote Acropolis. Iets hoger ligt de kleine Acropolis met de “Edificio de los Cinco Pisos”, de centrale piramide die trapsgewijs is opgebouwd. We “ontdekken” nog tientallen andere gebouwen, sommige nog deels onder een heuvel begraven (archeologisch onderzoek is nog volop bezig: slechts een klein deel van de 25 km2 is open voor het publiek). Wat een rust en stilte ook. Ik voel mij één met het universum van de Maya’s. 😂 Enig “minpunt”: venijnige, kleine muggen! Elk door “Deet” onbespoten en/of onbedekt deel van je lijf weten ze te vinden.

Edificio de los Cinco Pisos. 




Edzná. 

Edzná. Haciënda Uayamón.
We hebben onze broodjeslunch bij, die we half opeten op een bankje onder de bomen, eens we uit de site zijn. Toch willen we even – op de terugweg naar Campeche – een paar kilometer de weg af en een kijkje nemen bij Haciënda Uayamón. Oprijlaan (aardeweg) in het oerwoud, afgesloten door een slagboom en bewaker. Nee, we verblijven niet in de haciënda als gast. We willen wel lunchen in het restaurant. De wachter belt even met “Gustavo”, die ons groen licht geeft.
De oude haciënda is omgevormd tot hotel-restaurant met behoud van de oude ruïnes. ‘t Is opnieuw erg fotogeniek. Vanop het overdekt terras kijken we uit over de tuin/ruïnes. Oh ja, we zitten hier alleen en hebben niet veel honger. Nooit een probleem in Mexico: we bestellen elk een voorgerecht, een biertje, twee espresso’s.
Ceiba.
Daarna kuieren we nog even langsheen de ruïnes. Een imposante Ceiba – een boom van anderhalve meter doorsnede – domineert de tuin. Een Ceiba boom is een Kapok boom. De Indische variant ervan overgroeit de tempels van Angkor Wat. Voor de Maya’s was dit een heilige boom: het enige levende wezen dat tezelfdertijd de hemel, de aarde en de onderwereld verbindt.


Haciënda Uayamón. Chiná.
Betty wil nog een ommetje maken langs China. China? Ja, een dorpje dat Chiná heet. Toen de Europeanen cacao en choco-drank ontdekten, vonden ze de drank al snel te bitter. Er moest suiker in, ook al om er chocolade te kunnen van maken. Suikerriet kwam van nature niet voor in Mexico. Dus werden suikerriet-planten geïmporteerd uit China, samen met een lading Chinezen die wisten hoe je ‘t moest telen en bewerken. Is het echt of verbeelding, maar vele mensen lijken ons Chinese trekken te hebben.
Chiná lijkt een extreem arm dorp te zijn. Op ‘t kerkhof wordt de Día de Muertos gevierd – ja, ook nog op 6 november. Er wordt gegeten en gevierd door hele families rond en tussen de graven. Wij sukkelen in de verkeersopstopping aan de ingang van ‘t kerkhof. Geen erg: we hebben tijd en geven onze ogen de kost.
Alleen … het lijkt wel of het dorp doormidden is gesneden door de aanleg van de Tren Maya spoorlijn.



Chiná. Campeche “streetlife”.
Allerlei rare dingen spelen zich op of langs de straat af in Campeche. Gisteravond ging een joelende menigte uit de bol in een catch-stadium. Vanavond kunnen we twee huizen verder dan “onze” Casa Solaria genieten van een cursus tapdansen voor gevorderden. We dineren zelfs midden op straat: in restaurant “Patroni’s Bar” in de verkeersvrije calle 59. We gaan voor pizza’s. Met een mespuntje salsa habanero smaakt een achtste puntje pizza precies goed. Een haveloze (dronken?) gitaarspeler zingt vreselijk vals. Het restaurant jaagt hem weg. Een meer professionele straatzanger heeft een prijslijst bij: betaal je hem per liedje of per tijd? Geen idee, maar voor een groepje mannen twee tafeltjes verder zingt hij wel. Op het plein net buiten de Puerta de Mar (zeepoort in de stadsmuren) oefent een soort fanfare – trommels en bugels en majoretten – hun ganzenpas, niet in uniform.

Calle 59, Campeche. 
Morgen een rustdag? Of ten minste rustigere dag?
-
Tren Maya.
5 november 2023.
Zalig, ‘s morgens vroeg op het terras van ons “huisje” in Galopina uitkijken over het ondoordringbare oerwoud en luisteren naar het geluid van de vogels. Een drietal Yucatán-gaaien is het luidruchtigst.

Galopina. Vandaag wisselen we een “puur-natuur” verblijf om in een “puur-stad” verblijf: Casa Solaria in het historische centrum van Campeche. Een rit van +/- 200 km, langs tolwegen, tenzij … we voor kleine, alternatieve wegen kiezen, 50 km meer. Doen we! Via Chapab, Ticul, Santa Elena, Kabah en Hecelchakán moet het op 4 uur tijd lukken. En wij hebben tijd!
Santa Elena.
Mexico is arm, zeker in de staat Yucatán. Hier en daar zijn wel grote Rancho’s of Hacienda’s maar meestal passeren we dorpjes met nog veel ovalen Maya-huisjes met rieten dak en lemen muren- het universum was ovaal volgens de Maya’s. “Modernere” huizen zijn amper beter: rechthoekige blokken maar wel af en toe in ‘t wit of een vrolijke kleur geschilderd.


Oude Maya huisjes. Wat een eigenaardig maar fotogeniek dorp is Santa Elena. De oker-rood geschilderde kerk is duidelijk op een vroegere Maya-piramide gebouwd. Gele, rode en roze statige gebouwen, een tortilleria, een “restaurante”, de ayuntamiento, (gemeentehuis).





Santa Elena. Een eind voorbij Santa Elena stoppen we bij een politie-controle, onze derde hier in Yucatán. Een niet-gewapende agent taxeert ons, besluit dat wij “brave” toeristen zijn en wuift ons glimlachend verder.
Kabah.
Nog een stuk verder zien we plots ruïnes langs de linkerkant van de weg. Maar die lijken mooi opgekuist en onderhouden. ‘t Is Kabah, na Uxmal de tweede grootste archeologische site van deze regio. Even kijken – en foto’s nemen – van aan de ingang. Ziet er mooi uit en zo goed als “toerist-loos”. Toegangsprijs omgerekend 4 € per persoon. Wat een verschil met de meer dan 20 € in Uxmal. Helaas, we moeten verder (zoveel tijd hebben we nu ook weer niet).


Kabah. We rijden Campeche binnen, de Mexicaanse staat Campeche, nog niet de stad. Het landschap verandert: golvend, heuvels, kilometers lang maïsvelden aan beide zijden van de weg met het onvermijdelijke woud achter de velden.
Tren Maya.
Iets na tweeën bollen we via de Malécon, strandboulevard, de oude binnenstad van Campeche in. Sébastien van “Narrativ”, de eigenaar-verhuurder van onze loft, wacht ons al op. Inderdaad, een soort loft in een oud herenhuis in de stad is onze vaste stek voor de volgende drie nachten. Net zoals bij “ons” Casa Solaria verraadt de buitengevel niet hoe het er binnen uit ziet: modern en design.




Casa Japa. Sébastien legt uit dat alles in de loft handgemaakt ambachtswerk uit Mexico is. Hij had / heeft een aantal kledingwinkels in Campeche maar door Covid heeft hij er een paar moeten sluiten. De gebouwen is hij aan het omvormen tot toeristische verblijven. Willen we zijn paradepaardje – Casa Japa – zien, twee blokken verder? Zeker! ‘t Is opnieuw een luxueus, design-verbouwd herenhuis voor tien personen. Sébastien rekent op de Tren Maya voor meer toeristische business. Die Maya-trein is een miljarden kostend ambitieus project om onder andere Campeche met Cancún via spoor te verbinden. Controversieel want de spoorlijn gaat dwars door het oerwoud en dwars door oude Maya-dorpen. Verschillende keren gerechtelijk stil gelegd op initiatief van milieugroepen en de Maya’s zelf, maar nadert nu toch voltooiing. De spoorlijn zou verder naar het zuiden – Calakmul – aftakken. Sébastien verwacht een fikse stijging van de huizenprijzen in Campeche maar houdt toch ook zijn hart vast: er mogen / moeten meer toeristen komen maar de eigenheid van Campeche – klein, rustig – moet bewaard blijven.
Zal de trein Campeche fundamenteel veranderen? Meer welvaart in de streek brengen? De toekomst zal het uitwijzen maar wij willen het Campeche van vandaag ontdekken.
Campeche.
Veel tijd om de stad te verkennen hebben we vandaag niet meer, maar de eerste indruk is heel positief: proper, niet te druk, gekleurde huizen, grid-grondplan, ommuurde binnenstad, mooie Plaza de la Independencia (centraal plein) – een juffrouw poseert in trouwkleed voor de Catedral de la Nuestra Señora de la Immaculada Concepción. Een 7 km lange strandboulevard waar we de zon zien zakken in de golf van Mexico.




Campeche. Vanavond dineren in stijl in La Pigua: als voorgerecht ceviche (ik) en guacamole (Betty) en als hoofdschotel een “filete a la plancha” para compartir (= één schotel om met twee te delen), uiteraard met een witte Mexicaanse wijn. ¡Salud!


La Pigua. -
De Maya-wereld van Mérida.
4 november 2023.
Vanmorgen, op weg naar ontbijt doorheen de tuin, worden we begroet door een koppeltje lawaaierige bijeneters, waarschijnlijk de Bootsnaveltiran, maar het zou ook de Grote Kiskadee kunnen zijn. 😀
Gran Museo del Mundo Maya.
Om alles te weten te komen over de Maya‘s, hun leefwereld, gewoontes en gebruiken, religie, astronomie en wereldbeeld moeten we naar het Gran Museo del Mundo Maya in Mérida. Ligt in de buitenwijken, ten noorden van de stad.
Wat een wereldklasse-museum! Gratis grote parking onder een plateau, met deels daarop een modern, cirkelvormig gebouw. Extreem vriendelijk en behulpzaam personeel. Uitleg in drie talen: Maya, Spaans en Engels. Soms interactief (Maya-cijfers en getallen leren!), soms audio-visueel en natuurlijk ook tentoon gestelde kunstvoorwerpen. Miniatuur klei-figuurtjes beelden het Maya-leven uit. Dit museum is een absolute aanrader: je bent hier gemakkelijk twee uur of meer kwijt.

Ek’Balam reproductie. 
Chac Mool mysterie. 




Gran Museo del Mundo Maya. Mérida.
Het Mexicaanse Mérida is vele malen grote dan haar Spaanse naamgenoot: bijna een miljoen inwoners. Dat merken we als we van het Maya-museum naar het historisch centrum rijden: druk, file … maar er wordt wel correct gereden, helemaal niet agressief. Politie-controle door drie zwaar bewapende agenten met kogelvrije vesten maar ze wuiven ons nonchalant door. Parkeren? Op een “Estacionamiente”, in Merida meestal een privé-parking aangeduid door een grote E, dat wil zeggen: binnenplein, met veel meer auto’s dan er plaatsen zijn. Je geeft je sleutel dan ook af omdat er dubbel of driedubbel wordt geparkeerd. Wij hebben geluk, op de estacionamiente naast de kathedraal vinden we nog een plaatsje vrij (=sleutel niet afgeven).
Druk, druk, druk is het op en langs de Plaza Grande voor de kathedraal: veel bezoekers, buitenlanders zowel als Mexicanen. En veel duiven die de Mexicanen lustig voederen! Langs de ene kant boorden kraampjes met prullaria de Plaza af. Langs de andere kant ligt het Palacio del Gobierno, paleis van de gouverneur van Yucatán (Mérida is de hoofdstad van de staat). De binnen-patio is te bezoeken. Daarna even de Paseo de Montejo in om de “koloniale” architectuur te bekijken.



Plaza Grande. 
Catedral. 
Palacio del Gobierno. 
Palacio del Gobierno. 


Mérida. Een Maya(?) beveelt ons restaurant Coyote Maya aan. Hij heeft van België gehoord: Stella Artois, cerveza Belgica … muy bien. Hij wijst ons ook op een blauw gebouw: een Maya ambachten-markt waar ze sisal-hoeden verkopen. Sisal is een vezel van agaves, vergelijkbaar met hennequén. Kijkje nemen: een verkoper past ons twee hoeden aan, ambachtswerk met een natuurlijk product! De sisal-vezel zou bovendien muggen weg houden. Maar de prijs … omgerekend 100 € per hoed, die weliswaar snel daalt tot 55 €, maar dan nog … sombrero: niet aan ons besteed.

Sisal-hoeden. Late lunch in Coyote Maya (gisteren zagen we een kleine coyote de weg oversteken): pasta voor mij (zonder pikante habanero saus), salade met vuistgrote champignons voor Betty.
Dan terug naar “huis” (=Galopina). Onderweg nog even een foto nemen van een “Casera de Policía”, een verlaten en vervallen politiehok zoals je er bij het binnen rijden van elk dorp één ziet … altijd verlaten … altijd vervallen.

Seyé, Caseta de Policía. -
Driemaal gebouwde Uxmal.
3 november 2023.
Galopina.
Kan je Unesco immaterieel werelderfgoed eten? Jawel, want de Mexicaanse keuken heeft dat Unesco-label. Voorlopig zijn we niet echt fan: wat we tot nu toe gegeten hebben, is weliswaar nooit te pikant maar toch met sterke, uitgesproken smaken en dikwijls verdronken in salsa of “mole”. Niet zo in Galopina. Elisa, die niet alleen de boel runt maar ook kookt, zette ons gisteravond een drie gangen maaltijd voor: fris slaatje, zeebaars in witte wijn saus, Belle Hélène peer = top! Galopina is trouwens meer een B&B dan een hotel: vijf kamers en … wij zijn hier de enige gasten! Van rust gesproken.
Vandaag bezoeken we voor het eerst een “grote” archeologische site: Uxmal, wat in Maya-taal “de driemaal gebouwde” betekent. Anderhalf uur rijden, langs lange, rechte en groene wegen, door oude dorpjes, waar een koe langs de straatkant toekijkt hoe stukken van haar zus op de grill liggen te roosteren. In sommige van die dorpjes liggen zelfs een Maya-piramide en een kerk zij aan zij (Palacio de los Estucos in Acanceh).
Naast topes zijn straathonden (“perros callejeros”) het grootste probleem: ze maken er een sport van om op het laatste moment weg te springen of zelfs doodleuk te blijven liggen midden van de straat. Bovendien valt er af en toe een miezerige motregen bij 24 -26° C. Bij een vuilhoop zitten gieren op de weg.

Op weg naar Uxmal. Uxmal.
Hoe efficiënt is dit georganiseerd: parking betalen, slagboom open. Ticket betalen (met credit card) en belasting apart (in cash). Tickets scannen en … binnen. Heel wat anders dan in Ek’Balam. Al onmiddellijk onder de indruk: de toegangsweg brengt ons aan de achterkant van de imposante “Piramide van de Tovenaar”, 35 meter hoog. Het “Nonnenklooster” daar net achter heeft niets met klooster of nonnen te maken: een geheel van vier gebouwen rond een vierkant plein deed de Spaanse veroveraars denken aan een klooster, vandaar. “Gewapend” met het boek “Archeologische Maya Sites in Yucatán” van Sergio Vazquez (2021) op e-reader wandelen we door de 1 km brede en 6 km lange site. Wat een prachtig gerestaureerde en goed onderhouden plek. Ook het aantal bezoekers valt mee: door de uitgestrektheid van de “stad” zijn er nooit te veel mensen op één plek. We kunnen zelfs foto’s zonder menselijke aanwezigheid schieten! Meer dan twee uur dwalen we rond … een vervellende leguaan zonnebaadt op de oude stenen: die kan het allemaal niets schelen.




Piramide van de Tovenaar. 

“Nonnenklooster”. 

Grote Piramide. 

Paleis van de Gouverneur. 
Het huis van de Iguana. Na een snelle snack – Rollos de Pollo – terug naar Galopina. Daar hebben we nog tijd voor een kleine wandeling in de brousse, geëscorteerd door de twee honden van Galopina. Natuurlijk ook voor een aperitief achteraf: witte wijn met “crema de alcachofa” (artisjok). De geneugtes van “slow travel” …
P.S. Onze eerste week in Mexico zijn we zonder kleerscheuren door gekomen … of toch niet: Betty heeft vandaag haar broek gescheurd. Ik heb even getwijfeld maar “Met de billen bloot in Uxmal” zou toch geen gepaste titel zijn voor een serieuze blog. 😂

Uxmal. -
Izamal in het okergeel.
2 november 2023.
Cementerio.
Espita verlaten zonder het kerkhof (cementerio) bezocht te hebben zou onvergeeflijk zijn. Vandaar … we kuieren tussen de grafzerken. Iemand geeft een graf nog een extra likje blauwe verf. Een ander verft liggend het plafond van een kleine grafkapel: alleen zijn voeten steken nog buiten. Hier en daar mijmeren mensen bij een graf …




Cementerio Espita. Izamal.
We hebben ooit een roze stad gezien (Jaipur in India) en een blauwe stad (Jodhpur, ook in India), deze keer wordt het een gele stad: Izamal, halfweg tussen Espita en Galopina, onze volgende verblijfplaats. Deze rit is “tope-arm” – we passeren weinig dorpjes – maar moeten wel uitkijken voor laaghangende takken, die tegen het dak van de auto schrapen. Af en toe schrikken we zwarte gieren op bij hun “road kill” festijn.
In Izamal laten we de auto achter langs de kant van calle 33, net achter de “Convento de San Antonio de Padua”. Wat een indrukwekkend klooster. Alles in geel geverfd, behalve dan de achterkant. Het rechthoekige binnenplein is het op één na grootste ter wereld na het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad. En wat een zuilengalerij! Maar behalve een verguld, barok altaarstuk is er binnenin de kerk weinig te zien. De hele constructie is gebouwd op een half afgebroken Maya-tempel. Van hieruit kan je de 1 km verder in de stad gelegen Maya-piramide Kinich Kakmó zien.





Convento de San Antonio de Padua. Wandelen door de straten met okergele huizen (gelukkig heb ik een short in dezelfde kleur aan 🤣). Eens je echter de centrum-straten verlaat, wordt de gele kleur schaarser en worden de huizen armoediger. Op het centrale plein naast de Convento, op een bankje in de schaduw verorberen we onze meegebrachte lunch en observeren de toeristische drukte. Nog een dubbele espresso en een frappé classico en we rijden verder.





Izamal. 
Izamal. Galopina is een tot klein hotel verbouwde oude henequén-hacienda. Hennequén is een plantaardige vezel, afkomstig van een bepaalde agave-soort. ‘t Was reeds voor de Maya’s en Azteken een belangrijke textielvezel en wordt gebruikt voor kleding en vloerbedekking. We passeerden onderweg zo’n agave aanplant.
Galopina ligt nu midden in het oerwoud. Onze kamer op de eerste verdieping kijkt uit over het bladerdak. Nu pas beseffen we hoe lawaaierig Espita was, en ook Valladolid, en Izamal. Hier horen we om 4 uur ‘s namiddags alleen de wind in de bomen ruisen. Misschien bij valavond vogel- en andere geluiden? Tijd voor een wit Argentijns wijntje, rustig op ons terras … en kijken hoe de avond valt.

Galopina. -
Off the beaten track: San Felipe, Yucatán.
1 November 2032.
Chichen Itzá.
Chichén Itzá prijst zich aan als één van de zeven “moderne” wereldwonderen! Desondanks … na veel internet-gesurf beslissen we om de site letterlijk en figuurlijk links te laten liggen! Want:
• toeristenval met honderden kraampjes en verkopers;
• druk: tot 3.000 bezoekers per dag; een gids vertelde ons dat je er ten laatste bij opening om 8 uur moet zijn anders is het echt veel te druk;
• duur: 32 € per persoon, 60 € per persoon voor een op voorhand te boeken en te betalen “skip the line ticket” om niet aan de kassa bij de ingang te moeten aanschuiven;
• er zijn mooiere, grotere en niet-drukke sites, sommige zelfs met hogere piramides dan de tempel van Kukulcán (“El Castillo”) in Chichén Itzá;
• overigens is niet Chichén Itzá maar alleen de tempel van Kukulcán een zogezegd “wereldwonder”. De reisblog Flitter Fever legt het allemaal prefect uit.
Wat doen we dan wel? Terug naar de kust: San Felipe aan de Golf van Mexico, een uurtje rijden van Espita.
San Felipe.
Dit is echt “off the beaten track”. In tegenstelling tot in Rio Lagartos worden we al niet aan de ingang van het dorpje gestopt door verkopers van boottochtjes. Onmiddellijk vallen de kleurrijke houten huisjes op. Op de strandboulevard (malécon) geen toeristen te zien, alleen “locals” en een paar geparkeerde auto’s. Er staat een stevige zwoele wind. Vele tientallen vissersbootjes deinen op en neer. Aan de overkant van de Ría Lagartos-lagune zien we opnieuw flamingo’s (met verrekijker), en langs de malécon allerlei soorten steltlopers, pelikanen en fregatvogels. We wandelen tot het uiterste westerse puntje van San Felipe en … ontdekken daar een vlonderpad op de rand van mangrove en zee.






San Felipe, Yucatán. Mangrove.
Het pad ziet er “redelijk” uit, dat wil zeggen: hier en daar een plank los en af en toe één of twee ontbrekende planken, sommige schots en scheef, maar toch alles bijeen stevig. We zijn op de “Sendero Punta Morena” beland. Na een paar tientallen meters slingert het pad zich de mangrove in. Betoverende ervaring, te meer daar we plots een soort wasbeer met ringstaart spotten en – van dichtbij – allerlei water- en wadvogels. Midden in het mangrove-slijk verzamelen twee mannen slakken … Het pad eindigt in een andere wijk van San Felipe, maar met plezier maken wij rechtsomkeer, nog een keer door de mangrove.




Sendero Punta Morena, San Felipe Malécon.
Een vissersbootje gaat een paar tientallen meter voor de malécon-kade voor anker. De vissers beginnen allerlei visafval overboord te gooien en dan ontvouwt zich een spektakel: tientallen meeuwen, tientallen fregatvogels en een klein aantal pelikanen storten zich op wat er overboord gaat.

San Felipe, Yucatán. Nog wat rond kuieren in oostelijke richting op de Malécon. De hele tijd geen enkele toerist gezien! Dan is het nu het moment voor “filete a la plancha” in vis-restaurant Vaselina.
We keren terug naar Espita via Tizimin. Niet zo interessante plek: uiteraard een versterkte-burcht-kerk en een botanische tuin met annex dierentuin. Maar dit is wel interessant: net voor Tizimin wandelt een armadillo, gordeldier, rustig over de verlaten weg. Stoppen, kijken, foto? Nee, hij (of zij?) verdwijnt in het struikgewas.

Tizimin. Terug in Casona los Cedros: vandaag zo’n 150 km gereden en 64 topes (verkeersdrempels) “ontmoet”!
Om in de sfeer te blijven eet Betty vanavond sashimi van barracuda van San Felipe. 😋
-
Speciale kerken, choco en regen: naar Valladolid.
31 oktober 2023.
De kortste weg is zelden de interessantste. We rijden via een omweg langs Dzitás en Uayma naar Valladolid en hebben de baan zo goed als voor ons alleen. Zoals gewoonlijk: kaarsrecht, tussen groene muren en tunnels, opgepast voor topes!
Dzitás.
Dzitás ligt ver van de gebaande paden, zeer landelijk. Hier komt geen toerist, behalve een verdwaalde en wij. Natuurlijk wordt Hanal Pixán, de “día de muertos” hier ook gevierd. Altaartjes op het centrale plein, toeloop van mensen in traditionele klederdracht, kinderen krijgen drankjes. En dat alles voor een dorpskerk als een versterkte burcht.


Dzitás. Uayma.
Uayma is van een ander kaliber: al veel stedelijker door zijn ligging, dicht bij Valladolid en hier zijn ook weer enkele toeristen. Die komen af op de kloosterkerk, een wel heel speciaal gebouw, zowel binnen als buiten. Hier zeggen foto’s meer dan duizend woorden. Alleen nog dit: het rood symboliseert het bloed van Christus; het blauw van de bloemen (of sterren?) staat voor de moeder van God en de tweekoppige adelaar in het midden boven de ingang is het wapenschild van de Habsburgers. Die heersten over Mexico tijdens de bouw van de kerk. Toegang tot kerk en bijhorend, verlaten klooster is gratis!










Uayma. Valladolid.
Wat onmiddellijk opvalt in Valladolid, één van de grootste steden van Yucatán, is de drukte en het totaal ontbreken van de driewiel-moto-taxi’s van Espita. Auto’s en luidruchtige moto’s regeren de stad, vooral in de brede lanen met kleurrijke koloniale huizen. Zodra je van de grote straten afwijkt, zijn de huizen kleiner, armoediger. Vele Casona’s zijn gebouwd met stenen van Maya-tempels maar als teken van respect zijn de hoekstenen soms bloot gelaten, niet geschilderd of gepleisterd. Het Parque Principal Francisco Canton Rosado is het hart van de stad, gedomineerd door de kerk die als twee druppels water op die van Espita lijkt: ook twee torens, ook net een dreigend-versterkte burcht.






Valladolid. Choco-story.
Al tweeduizend jaar geleden dronken de Maya’s cacao. Niet toevallig dat er in Valladolid een museum over cacao en chocolade is. Een heel interessant museum: we leren heel wat bij over de relatie tussen de Maya’s en cacao, over de evolutie van de cacao-drank naar chocolade zoals we die nu kennen.
Interessant weetje: als er suikerriet is in Mexico, dan komt dat onrechtstreeks door cacao. Omdat de Europeanen hun cacao-drank met suiker verkozen, werd suikerriet vanuit China geïmporteerd om in Mexico te verbouwen. Een lading chinezen kwam mee om te garanderen dat de oogst een succes zou worden. En nog een weetje: met 11.540 kilo per persoon zijn wij Belgen de grootste chocolade-eters ter wereld, nipt voor de Zwitsers.
Het museum toont – naast een paar leuke voorwerpen, zoals “moustache cups” waaruit ook mannen met een snor hete cacao kunnen drinken – een aantal eeuwenoude kunstvoorwerpen. Prachtig jade dodenmasker bij voorbeeld. En uit de schil van de Jicara-vrucht werden drinkbekers voor hete choco-drank gemaakt.
Tot slot wordt het hele productieproces van cacao-boon tot chocolade uitgelegd (in ‘t Spaans) en … kan je proeven, zowel van de boon als van het eindproduct.
Choco-story, Valladolid = absolute aanrader.

Dodenmasker uit Palenque. 
Jicara drinkbekers 
Choco-story, Valladolid. Regen.
Op de terugweg pakken zich donkere wolken samen in het noordwesten, de richting die we uit moeten. Op zo’n 15 km van Espita is het zover: met bakken valt de regen neer. De temperatuur daalt van 33 naar 23° C. In geen tijd staan straten blank, vooral aan de topes. Meestal zijn er geen riolen langs de wegen. Gieten, gieten, gieten! Aan een tankstation vraag ik of dit normaal is (Ja) en hoelang het gaat duren (2 uur, min of meer). Ook de straat aan Casona los Cedros is herschapen in een halve rivier. Gelukkig komt personeel aangesneld met twee paraplu’s, hoewel … de Mexicanen lijken zich weinig of niets aan te trekken van de regen … en eigenlijk vinden wij het ook wel leuk!


Tropische regen. Vanavond dineren we opnieuw in Casa Kacaya. Achteraf zoals gewoonlijk nog even naar het centrale plein van Espita stappen. Maar op Halloween wordt er niet gefeest, geen feria, geen fiesta, nada, niets! Raar …
P.S. De regen stopte inderdaad na ongeveer 2 uur.