Capital do Polvo.

Na een uitbegreid diner gisteren heeft Betty andermaal maagproblemen (lactose!). Dus doen we het vandaag kalm aan.
 
Een eindje voorbij Tavira, zo een 11 km van waar we logeren, ligt een dorpje – pardon: “stadje”, een officiële “vila” – nog niet ontdekt door de meeste reisgidsen. Santa Luzia noemt zichzelf fier, ondanks de bescheiden grootte, de hoofdstad van de octopus: a Capital do Polvo. De octopushoofdstad van de Algarve? Of van Portugal? Wat er ook van zij, het strandtoerisme heeft hier nog niet overgenomen. Vissersbootjes domineren het havenstadje. Hier en daar worden netten hersteld, of rompen van bootjes afgeschuurd, of aan nieuwe vaartuigjes getimmerd. De vismijn is op dit uur (10u30) al dicht: er wordt binnenin duchtig met water gespoten en geschrobd. Een verlaten octopus ligt aan de toegangsdeur.
 
Santa Luzia, Algarve, Portugal
Octopus on covo, Santa Luzia, Algarve
De baai van Santa Luzia is rijk aan kleine garnaaltjes. Daar komen de octopussen op af. En daarop wordt met een speciale techniek gevist. Vroeger deponeerden de vissers potten van klei – de “alcatruz” – in de lagune. Daar “schuilen” of “slapen” octopussen graag in. Eens “gevuld” moesten de kruiken alleen nog maar naar boven gehaald worden. Die potten van klei zien we hier nergens meer. Wel een soort mandjes, rechthoekige vallen van plastic eigenlijk: de “covo”. Daarin wordt een sardientje gestopt, wat de octopus komt opeten en … hij zit vast in de val. Specialisten – meestal van een zekere leeftijd – beweren dat een octopus gevangen met een alcatruz veel beter smaakt dan één gevangen met een covo …
Santa Luzia heeft een wandelpromenade langs en evenwijdig met de vaargeul. Tussen de haven en de zee ligt weer een uitgestrekt schorren- en slikkengebied. Geen strand in Santa Luzia! Behalve de vertrouwde smalle straatjes met Moorse inslag is er nog een wijk met gerestaureerde en bewoonde oude vissershuisjes. Charmant! Voor 3,15 € drinken we vers geperst sinaasappelsap (Betty) en een koffie met een Pastel de Nata op een terras in de zon … met zicht op de haven en het natuurgebied daarachter.
 
Street corner Santa Luzia, Algarve
Fisher village Santa Luzia, Algarve, Portugal
Nog een paar kilometer verder – steeds de weg naast het water volgen – ligt het gehucht Pedras d’el Rei en de Praia do Barril. Een strand? Nee, nog niet. Een parking, een voetgangersbrug over de hier 100 meter brede vaargeul van Santa Luzia en … een treintje. Dat voert ons en een lading andere toeristen naar de Praia. Over één spoor; geen mogelijkheid tot keren; het treintje moet achterwaarts terugrijden. Ritje van ongeveer anderhalve kilometer. Doorheen natuurgebied. Tientallen en tientallen wenkkrabben wuiven ons vanuit zoute poelen, beken en kreekjes toe. Net zoals in de haven van Santa Luzia trouwens.
 
Pedras d’el Rei, Algarve, Portugal
Tourist train Pedras d’el Rei, Algarve, Portugal
Lang geleden was de Praia do Barril een lokaal centrum van tonijnvangst. De oude gebouwen waarin de tonijn werd verwerkt zijn mooi gerestaureerd. Alleen … ze zijn volledig ingenomen door restaurants. “Tourist trap”? Waarschijnlijk wel, maar ‘t is ten minste netjes en verzorgd.
 
Praia do Barril, Santa Luzia, Algarve, Portugal
Als eerbetoon aan de vroegere tonijnvissers ligt hier het “ankerkerhof”: tientallen roestige ankers, mooi in gelid, wijzen met hun ene arm naar de hemel. Voor altijd in het zand verankerd? Overigens ligt achter de duinengordel een lang, breed zandstrand … met de eerste nog schaarse zonnekloppers.
 
Anker cemetery, Praia do Barril, Algarve
Kijk, daar is hetzelfde koppel Nederlanders die we in het kasteel van Castro Marim zagen. Nog even een praatje maken … over het weer (zonnig!) kunnen we vandaag niet zeuren. Dan keren we te voet terug naar het vasteland, langs een betonnen wandelpad naast het spoorlijntje.
 
Maar we zouden het kalm aan doen. Dus: erg verlate lunch op hetzelfde terras in Santa Luzia als deze morgen. Daarna nog even in Casela Velha van de zon en het panorama genieten.
 
11 april 2019, luchthaven van Faro, ‘s morgens.
 
Een ooievaar staat naast de startbaan. Is dat niet gevaarlijk? “Bird strike”? Maar onze SNBA-A320 stijgt onverstoorbaar op. De ooievaar wandelt al even onverstoorbaar verder. De Ria Formosa verdwijnt onder ons … Einde van onze Algarve-vakantie.
 
“And now my dream is through
But still my heart says “I love you.”
Laatste regels van het liedje April in Portugal.

Olhão en Ria Formosa.

Als de zon schijnt zoals deze morgen, zien de bloemenweiden en sinaasappel-plantages rond Conversas de Alpendre er nog mooier uit. Alles ziet er met een beetje zon mooier uit.


Van Casela Velha tot Faro, over een lengte van meer dan 70 km, ligt een band van eilandjes en schiereilanden net voor de kust. Zo is een gebied van slikken en schorren, zoutmoerassen, poelen, duinen en stranden ontstaan: het Ria Formosa natuurgebied, officieel één van de natuurwonderen van Portugal. Daar willen we vandaag meer van zien. Maar eerst naar Olhão, haven, vissersplaats, toeristische “hot-spot” voor boot-excursies naar de eilanden. 

Wij willen de stad “ervaren” en starten aan de Avenida de 5 Outubro (op 5 oktober 1910 werd Portugal een republiek). Dit is de wandel- of flaneerboulevard met zicht op de jachthaven en de eilandjes, met bars, cafés en terrassen en dus toeristen. Maar ook met een overdekte markt: welke stad in de Algarve die zichzelf respecteert, heeft geen overdekte markt? Een eerste markthal is vooral gereserveerd voor groenten, fruit en vlees. In het tweede deel heerst de grootste drukte: voorbehouden voor visverkopers. Wat een overvloed aan vissen en wat een soorten. 

Olhão Fish Market, Algarve, Portugal

Olhão Market, Algarve, Portugal
Achter de markthallen ligt de oude binnenstad. Hier kan je echt in de smalle straatjes verdwalen. “Smal” is echt smal: in sommige steegjes kan je niet met twee passeren. Elk huis – meestal wit met kleurrijke plattibandas – heeft hier ook een dakterras. Het doet allemaal heel Arabisch aan. Koffie drinken we in “Taberna do Carlos “, een cafeetje op maat van de straatjes. Een paar lage, minuscuule stoeltjes – je kan er amper op zitten – plafond volledig behangen met sjaaltjes van Benfica; te groot TV-scherm voor deze kleine bar; een “local” aan de toog. Hier zie je geen toerist meer … behalve wij … Een koffie kost hier 0,50 €!

Olhão rooftops, Algarve, Portugal
Taberna do Carlos, Olhão, Portugal
Even buiten Olhāo ligt een afgesloten, maagdelijk deel van het Ria Formosa natuurgebied. Dat bezoeken we  en daar hebben we geen spijt van. Prachtige foto-ops van bloemen in de duinen, van de zoutmoerassen, van een oude getijdenmolen, van een ooievaar die zijn lunch bijeen zoekt. Aan een grote zoetwaterpoel – die zijn er ook in Ria Formosa – huist een kolonie zilverreigers in een boom. We zien verschillende soorten eenden en … spenderen hier zoveel tijd dat “lunchtime” al voorbij is, wanneer we wegrijden. 

Ria Formosa, Olhão, Algarve
Ria Formosa, Olhão, Algarve
Ria Formosa, Olhão, Algarve
Ria Formosa, Olhão, Algarve
Dan maar iets zoeken op de terugweg, ergens langs de kust. In Fuseta bij voorbeeld; mooie lagune en zandstrand, levendig en … d’er is een Padaria/Pastelleria met terras en uitzicht op de kust. De eenvoudige broodjes met ham of kaas smaken. 

En omdat de zon nog altijd straalt, rijden we nu naar Conversas de Alpendre voor platte rust met vers geperst sinaasappelsap op het zonneterras. Tot morgen!

Amar pelos Dois.

Onder dreigende luchten rijden we langs kleurrijke bloemenweiden en wijngaarden waar lichtbruine koeien tussen gesnoeide wijnstokken grazen, naar Castro Marim. Hier vormt de Guadiana rivier de grens met Spanje en … zorgt langs de kant van Portugal voor een moerassige vlakte vol zoutpannen.

Castro Marim.

Bij het binnenrijden van Castro Marim zie je op de heuvel rechts het fort, op de heuvel links het kasteel (Castelo) waar Hendrik de Zeevaarder nog zou gewoond hebben. Kerk, straten en pleintjes en kleine witte huisjes met “plattibandas” (gekleurde banden rond ramen en deuren) verbinden fort en kasteel. Eerst de heuvel met het stervormige fort beklimmen om vast te stellen dat het fort niet te bezoeken is. Maar van hieruit heb je wel een prachtig zicht op Castro Marim, de zoutpannen, een windmolen en de wijde omgeving. 
Castro Marim, Algarve, Portugal
Windmill, Castro Marim, Algarve
Salt pans, Castro Marim, Algarve
Afdalen en naar de windmolen toe stappen. Die blijkt op de restanten van een 17de eeuwse militaire site te staan, mooi gerestaureerd. D’er is ook nog een fotogenieke kapel en een bezoekerscentrum dat … gesloten is. Is het Castelo dan wel open? Onder een lichte regen vatten we onze tweede beklimming van de dag aan. Jawel, het kasteel is open en gratis te bezoeken. Even op de muren klauteren om opnieuw van de panorama’s te genieten. Op het binnenplein staan nog tal van gebouwen recht, maar zonder veel uitleg … In één donkere en griezelige kamer staan allerlei bizarre marteltuigen opgesteld met “gebruiksaanwijzing”. Zijn we niet zo’n liefhebbers van.

Castelo, Castro Marim, Algarve
We schuilen onder de boog van de kasteelpoort want het regent opnieuw dat het giet. Met een koppel Nederlanders zeuren we een tijdje over het slechte weer in de Algarve. Gedeelde smart is halve smart. Maar ‘t regent niet lang. We dalen af over een glad en hobbelig pad. Tijd om verder te rijden.

Het Nederlandse Benidorm in Portugal.

Een paar kilometer naar het zuiden ligt de badstad Monte Gordo, volgens reisgidsen “het belangrijkste toeristische centrum van de Oost-Algarve met de mooiste stranden”. Moeten we toch ook gezien hebben.
‘t Is een typische badplaats. De stijl van de appartementen en buildings (tientallen verdiepingen hoog) is anders dan in België maar behalve dat gaat een vergelijking met de Belgische kust wel op. Ja, het strand is groot en mooi voor zonnekloppers (die er nu natuurlijk niet zijn). Maar onze voorkeur gaat naar wat anders uit … Bovendien lijkt Monte Gordo wel een Nederlandse enclave. Er zijn restaurants met menu-kaart in het Nederlands. Er wordt in het Nederlands geadverteerd. Er is een “Hollands eetcafé” waar je zelfs een broodje-kroket kan eten! Is Monte Gordo het Nederlandse equivalent van wat Benidorm voor Belgen is?

Monte Gordo, Algarve, Portugal
Even wandelen op de houten wandeldijk, langs strandbars waarvan nog maar de helft open is. Dan – dixit Betty – het “meest smakeloze broodjes ooit” eten en weg. Maar … positief blijven … de zon priemt door de wolken.

Manta Rota.

Manta Rota is een gehuchtje, zo een 4 km van Casela Velha. Tussen beide is er alleen maar lagune, duinen, strand. Dat alles verlaten, winderig maar op dit moment zonovergoten. Tijd voor een wandeling door maagdelijk duingebied, langs een echt strand, begeleid door drieteen-standlopertjes die je overigens alleen maar op stille, verlaten stranden ziet. We wandelen bijna tot aan Casela Velha, alleen … we stappen op een soort landtong: water scheidt ons nog van de oever en Casela Velha en langs de andere kant beukt de oceaan. Een half uurtje verpozen achter een oude, omgekeerde roeiboot, in de zon, uit de wind. Een geel vogeltje komt een vijftal seconden boven onze hoofden hangen: wat doen die vreemdelingen hier? De strandpleviertjes proberen te fotograferen. Dan terugkeren, met de wind in de rug. Zalig!
Beach Casela Velha, Algarve, Portugal
Plover on Casela Velha beach, Algarve, Portugal
Nog even met de auto tot Casela Velha voor een koffie en kaastaart. Dan naar “huis” (Conversas de Alpendre) terwijl Salvador Sobral (winnaar Songfestival 2017) in de auto toepasselijk “Amar pelos Dois” zingt. 

P.S. Vanavond voor het eerst in een week weer vlees gegeten (“Never fish on Mondays”) – Betty vegetarisch – in restaurant Terazze in Tavira.

Triste em Tavira.

Het oostelijk deel van de Algarve is vlak(ker), landelijker en rustiger.

Cacela Velha.

Cacela Velha (= “oud” Cacela) ligt op zo’n 3 km van Conversas de Alpendre. Het is een piepkleine kustplaats: een tiental witte huizen, een kerk, overblijfselen van een fort en … uitzicht op een ongelooflijk mooie kustlijn. Behalve een grote parking voor en buiten het dorp, wijst niets er op dat dit een toeristische trekpleister zou zijn. Het is zondag en in Portugal betekent dat een volle kerk! Auto’s rijden aan en deponeren oude mensen voor de kerkingang. Een mevrouw brengt langs achter een halve meter groot heiligenbeeld mee de kerk in. De pastoor wordt geassisteerd door twee vrouwelijke misdienaars.


Cacela Velha - Algarve


De oceaan ligt een tiental meter lager dan het dorpje. Langs trappen of langs een weelderig begroeide, zanderige helling (cactus overheerst) kan je naar het strand: een immense vlakte met geulen, plassen, meanderende riviertjes, moerassige poelen en eilandjes. Het is eb: je kan te voet naar een eilandje voor de kust wandelen. Alleen moet je tijdig terug zijn voor het tij op komt. Behalve wat wandelaars – toeristen of Portugezen die hun hond uitlaten – spotten we tientallen en tientallen wenkkrabbetjes (mannetjes hebben één grote schaar) die zodra je nadert, zich razendsnel ingaven in het zand. Een troep aalscholvers op een zandbank; een zilverreiger en pleviertjes. En een stelwerk met horizontale metalen manden in zee: oesterbakken! Hier en daar harken mensen met lieslaarzen aan driftig in het zand/brakke water. Op zoek naar zeepieren als aas voor vissen? 

Beach at Cacela Velha
Beach at Cacela Velha - Algarve
Beach at Cacela Velha, Algarve, Portugal
Plover at Cacela Velha beach, Algarve

Triste em Tavira. (Tristesse in Tavira).

Na een leuke strandwandeling onder dreigende luchten maar met uitstekende foto-opportuniteiten, rijden we naar Tavira, 19 km verder. Op zondag parkeer je er gratis in het centrum van het stadje. Doen we, alleen …  het begint plots te regenen, nee te gieten! Huizen blijken geen dakgoten te hebben: water “drajst” letterlijk langs de gevels. In een mum van tijd staan de straten vol grote plassen. Triestig weer! Schuilen dan maar in een bar met “dois cafés”. Naast de bar is het Museu Islamico. Regen, dus museumpje doen? Nee want om onduidelijke technische redenen is het museum gesloten. OK, dan maar tussen twee buien door – of in een bui – iets zoeken om te eten. We belanden in “Cais do Gilão”, de “kade van de Gilão”. De Gilão is de rivier die door Tavira stroomt en even verder in de Atlantische Oceaan uitmondt. 

Rià Gilão in Tavira, Algarve
Na regen komt altijd zonneschijn. Ook en zeker in de Algarve en in Tavira. Tijd dus voor een wandeling door het stadje. Vanaf de Praça da Republica over de “Romeinse brug” (die uit de Middeleeuwen dateert) tot  in een klein straatje met restaurants en winkeltjes; dan op onze stappen terugkeren, en onder de Arco da Misericórdia door naar … een kerk (Igreja da Misericórda) die helemaal in de steigers en de zeilen staat: niet te bezoeken. Een eindje hogerop ligt een pittoresk pleintje met de Igreja de Santa Maria en de muren van de Castelo. Alleen … er staat een spuuglelijke watertoren pal naast de fotogenieke kerk. De muren van het kasteel kan je op; maar ook hier weer geen gebouwen meer binnen de muren. ‘t Is nu een binnentuin waar je in dit seizoen bedwelmd wordt door zwoele bloemengeur. 

Igreja de Santa Maria, Tavira, Portugal
Fado.

Terug naar de Praça da Republica. Daarnaast ligt een mooi parkje, langs de oever van de Gilão. En daarachter ligt dan weer de markthal die alleen nog voor allerlei evenementen gebruikt wordt. Precies vandaag vind de 20ste “Encontro Artistico de Tavira” plaats. De hal zit vol met verwachtingsvolle Portugezen. Ze krijgen waar voor hun geld (dat wil zeggen: gratis): een folkloristische 3de leeftijd zanggroep, een accordeon-speler met een zangeres die Fado zingt (heel goed overigens), een gitaarspeler. De weemoed en de “triste” druipt zo van de liedjes af. Pure saudadeHet publiek zingt mee en geniet … en wij eigenlijk ook een beetje. 

Traditional Fado singers in Tavira, Portugal
We sluiten – eerder toevallig – onze dag in Tavira af in pizzeria “luzzo”: onze eerste keuze restaurant is wegens vakantie gesloten; een groep meisjes/klanten heeft ons hier enthousiast naar binnen gelokt. Je bestelt in “luzzo” niet via een kelner maar met een tablet. Lekkere slaatjes en pizza met vriendelijke en flexibele bediening in een leuk decor. Een pretentieloze aanrader …

Lagos en Silves.

Tien meter voor mij kruist een vos het bospad. Zijdelings kijkt hij me aan en loopt dan verder. De vos is grijs. Zoals ik. Twee grijze vossen vroeg in de ochtend … Een zilverreiger stijgt op. Iberische blauwe eksters vliegen benieuwd met me mee … van boom tot boom. De vroege jogger ziet meer …

 
Het weer in Portugal blijft “kwakkelen”. Met 17° C, afwisselend zon en wolken en af en toe een spatje regen blijven we – waarschijnlijk voor de rest van ons verblijf – onder het gemiddelde voor de Algarve in april. Niet getreurd: beginnen met “nog even Lagos bezoeken”. We zijn hier tot nu toe immers alleen maar ‘s avonds geweest. En wat toen indrukwekkende, verlichte kantelen van een grote burcht leken, blijken nu “gewoon” oude stadsmuren te zijn. Wel fotogeniek. Tegenover de muren steekt de Forte Ponta da Bandeira deels in zee. Dit 17de eeuwse fort verdedigde de oostelijke en zuidelijke haven. ‘t Is een voor die tijd revolutionair fort met lage maar dikke muren: moeilijk te raken met scheepskanonnen en nog moeilijker ernstig te beschadigen van op zee. De twee wachttorentjes aan de straatkant zijn er tijdens een foute restauratie in de 20ste eeuw bijgebouwd.
 Forte Ponta da Bandeira

Lagos City Walls
In Lagos heeft Hendrik de Zeevaarder zijn eigen plein – en natuurlijk standbeeld – gekregen. Gil Eanes die als eerste Europese zeevaarder ooit voorbij Kaap Bojador – Marokko, noordkust Westelijke Sahara – durfde te varen, moet het stellen met een bescheidener standbeeld net buiten de stadsmuur.
Gil Eanes Statue
We slenteren nog wat door de middeleeuwse straatjes en na “dois cafés” verlaten we voorgoed de westelijke Algarve. Op naar het oosten met tussenstop in Silves, geplakt tegen een steile helling. Helemaal bovenaan verrijst een imposant, roodbruin kasteel. Dat wordt dus “klimmen” langs pittoreske straatjes met piepkleine huisjes. De Castelo is indrukwekkender van buiten dan van binnen: op het binnenplein blijken alle gebouwen “verdwenen”. Alleen funderingen, muren van nog maximaal een meter hoog en een paar kelders zijn nog over gebleven. In die kelders is trouwens een tentoonstelling over de herintroductie van de Iberische lynx. Wel is het binnenplein mooi aangelegd: palmbomen, olijfbomen, bloemen, fonteintjes … en een bar waar je snacks kan eten.
 Sivles Panorama
Silves Castelo
Silves Castelo Courtyard
Nog een uurtje rijden van Silves naar onze volgende slaapplaats: “Conversas de Alpendre” in Casela Velha. Een totaal andere stijl van hotel blijkt: een Casa de Campo, ruraal verblijf, agrotoerisme. We worden er joviaal ontvangen door opa José Carlos. Conversas de Alpendre betekent letterlijk gesprekken in het portiek, in de veranda: verwijst naar vroegere tijden toen mensen ‘s avonds urenlang zaten te babbelen, met buren, vrienden en kennissen. Geen “social media”, laat staan televisie, weet je wel. 
 
Je kan hier ‘s avonds eten … maar niet op zondag en maandag. Dan hebben de drie medewerkers vrijaf. En je eet wat de pot schaft … volgens het seizoen en de inspiratie van de kok.
 
D’er is een grote tuin met eeuwenoude olijfbomen en “carob trees”, johannesbroodbomen die we ook in Zuid-Afrika en Sicilië zagen (zie blogpost van 17 mei 2016). Zelfs een boomhut waarin je kan logeren – ook in een johannesbroodboom. Voor het zwembad zal het wel te koud zijn. Ook onze kamer is koud … maar er is airco, die gelukkig ook verwarmt. 
 
Natuurlijk proberen we ‘s avonds het diner uit. Een gefrituurd scampietje als amuse, rucola-soep, ceviche (vis in zuur gegaard), zeebaars en kaas- of amandeltaart. Brood en olie van eigen olijven. Een fris Portugees wijntje … en een (te?) zoet likeurtje van de “carob tree”, goed tegen depressie … Hmmm, ik denk dat het al werkt.