Laten we vandaag de kleine dorpjes uit de streek verkennen. Die niet op de platgetreden paden liggen. Die waar weinig of geen toeristen komen. En die het niet tot in de toeristische folders of gidsen schoppen. Het echte Portugal, de echte Beira?
Vrouwtjes lopen in het zwart maar lachen en begroeten ons met een “bom dìa”. Mannen salueren vanuit de weinige voorbijrijdende auto’s. D’er is een overblijfsel van een Romeinse heirweg in het dorp. Kleine, kronkelende straatjes, veel planten en bloemen, overal staan kleine barbecue-stelletjes aan de deur, hier zelfs een oude soort bak om de was in te doen. Wel veel leeg staande huizen maar ook zeer statige woningen. En één winkeltje, piepklein en wat tevens een “kunstatelier” is. Drie vrouwtjes vullen de hele benedenruimte. Doet me denken aan het Portugese gezegde “vrouwen zijn als sardienen: hoe kleiner hoe beter“! Hoe dan ook, één van de drie is de eigenaar van de winkel, ze spreekt ook nog redelijk goed Engels. Ze jaagt de andere twee dametjes buiten en trekt met ons naar de amper grotere bovenverdieping. Hier is een allegaartje uitgestald van eten, drank, prullaria en zelf gemaakte “kunstwerken”. We komen er buiten met een fles wijn en een minuscuul “kunstwerkje”.
Nog zo’n slaperig en pittoresk dorpje, toch al een ietsje meer toeristisch. Bergdorp in de Beira: grote hoogteverschillen in het dorpje zelf, oude huizen met houten balkons. En stil. En groen. Dus wandelen in het dorp en wandelen daar buiten. Verschillende wandelingen zijn – althans in het begin – goed aangeduid. Later wordt het af en toe problematischer. De zon brandt. Sinds gisteren zit de temperatuur ruim boven de 35°. Gelukkig loopt onze wandeling grotendeels door een bos, langs een bergwand met mooie doorkijkjes op de vallei. Volop zoete braambessen langs de kant van de weg. En wilde munt, fel geurend! Plots, op een smal dalend en dicht begroeid pad, zie ik varens bewegen. Niet zo maar eventjes door de wind maar veel en veel varens. Alsof een groot dier ons tegemoet komt. Dat kan niet! Nee, het is een oud vrouwtje met een reusachtige bos varens op haar hoofd. Bijna tot aan haar middel verdwijnt ze onder het groen. Traag komt ze de helling op, ziet ons, zegt “bom dìa” en schuifelt verder. Even hoger op staat haar “huis”, eerder een bouwval gedeeltelijk met golfplaten bijgewerkt. Duidelijk geen electriciteit en in het midden van een bos. Ook dat is de Beira in Portugal.
De Serra do Açor ligt ten zuid-westen van de Serra do Estrela, zo’n drie kwartier, 30 km van Aldeia das Dez. We rijden naar de Fraga da Pena (waterval), opnieuw door een prachtig berglandschap dat zo goed als verlaten is. Geen auto’s, geen dorpjes … Bossen van kastanjebomen, eiken, vijgebomen, eucalyptusbomen.
De Fraga da Pena waterval is pittoresker en er komt alvast meer water naar beneden dan in de Poço do Inferno (blogpost van 29 augustus 2016). Tijd dus voor nog wat foto’s en dan terug naar “huis”. Vandaag hebben we zo maar eventjes 13 km gestapt bij 35° of meer. Maar niet erg, we kunnen afkoelen bij en in het zwembad.